Brandweerweduwe Mathilde van der Molen diende op 13 mei 2025 een schadeclaim in bij de gemeente Enschede en de brandweer. Haar man, Hans van der Molen, kwam om tijdens de bestrijding van de brand bij SE Fireworks die op 13 mei 2000 leidde tot de vuurwerkramp. Hij en zijn collega's zouden met verkeerde instructies op pad zijn gestuurd. Over het optreden van de brandweer destijds is in onderzoeken het nodige gezegd, maar niet alles.
Dat de brandweer bij de bestrijding van de brand bij SE Fireworks fouten heeft gemaakt, lag en ligt gevoelig. Vier brandweerlieden lieten bij die ramp het leven. En toch… als het om een verklaring voor de dramatische escalatie van brand naar ramp gaat, zijn die fouten belangrijk. Maar in onderzoeken is een aantal daarvan altijd buiten beschouwing gebleven. Die gaan met name over wat er bekend was over de risico’s, het optreden tijdens de bluswerkzaamheden en de belangrijkste adviseur van de brandweer, die te laat werd ingeschakeld.
De claim van Van der Molen vloeit voort uit conclusies in het laatste rapport dat over de vuurwerkramp verscheen, Leren van twee vuurwerkrampen. In de volksmond: ‘het rapport Torenvlied’, naar de UT-professor die de onderzoekscommissie voorzat. Volgens haar jurist, Jos van Goethem, zijn die conclusies van Torenvlied gebaseerd op nieuwe documenten.
Welke dat dan zijn, weet Van Goethem niet. Torenvlied heeft ze niet in zijn rapport vermeld. Van Goethem: “Die hebben we natuurlijk opgevraagd.” Maar dat rapport van Torenvlied bevat op de keper beschouwd geen nieuwe informatie. Het is dan ook de vraag of Torenvlied zijn conclusies baseerde op nieuwe documenten, of dat hij nieuwe conclusies trok op basis van informatie die al bekend was.
De UT-professor stelt in zijn rapport dat de brandweer geen grote fouten heeft gemaakt. Dat herhaalde hij tijdens de presentatie ervan, eerder dit jaar, in het Enschedese stadhuis.
Maar net als in eerdere onderzoeksrapporten over de ramp maakt ook Torenvlied geen melding van een aantal verklaringen die in de maanden na de ramp zijn afgelegd door twee brandweerlieden. Of van het aanvullende bewijs dat die verklaringen staaft.
Na de melding van brand bij SE Fireworks werd de belangrijkste brandweerofficier op dat moment niet ingeschakeld. Het gaat om de ‘operationeel leider’, volgens de aanhef boven een gespreksverslag, tevens adviseur gevaarlijke stoffen bij de regionale brandweer: Henk van Rooy.
Volgens protocol had Van Rooy meteen na de melding van brand bij SE Fireworks gealarmeerd moeten worden; hij moest de bevelvoerders ter plaatse adviseren over de inzet van de uitgerukte eenheden. Maar dat gebeurde pas om 16:45, drie kwartier na de brandmelding en ruim een kwartier na de fatale explosies. Voor advies was het toen te laat.
Lees verder onder de afbeelding.
Kanttekening daarbij is wel dat bij die eerste brandmelding niet meteen duidelijk was om welk bedrijf of welke locatie het ging. Maar dan nog: dat was vijf minuten later, toen de eerste brandspuit bij SE Fireworks arriveerde, wel duidelijk.
Van Rooy legde in juli en oktober 2000 verklaringen af bij het OM en bij de commissie Oosting, die onderzoek deed naar de vuurwerkramp. Daarin licht hij toe wat zijn advies zou zijn geweest: de deuren van opslagplaatsen gesloten houden, niet blussen maar uit laten branden en overwegen om te evacueren. In die verklaringen bevestigde hij bovendien het bestaan van een aanvalsplan voor het bedrijf. Daarover verderop meer.
Lees verder onder de afbeelding.
Bij de bestrijding van de brand bij SE Fireworks zijn opslagplaatsen geopend; dat blijkt uit verklaringen van betrokken brandweerlieden op de dag na de ramp waarvan het bestaan ruim twee decennia is ontkend. Er is geen moment overwogen om niet te blussen of te evacueren.
In 2006 en 2007 is Van Rooy opnieuw gehoord door een recherchebureau, gerund door twee oud-politiemensen van het politieteam dat onderzoek deed naar de ramp. Daarin verklaart hij dat een ramp als in Enschede zomaar opnieuw kan gebeuren omdat ‘de fouten die zijn gemaakt angstvallig worden verzwegen’.
Volgens Van Rooy moesten ‘leidinggevenden bij de brandweer hun mond houden in opdracht van nog hoger geplaatsten’.
Dat er een aanvalsplan voor SE Fireworks zou bestaan, is door Enschede en brandweer altijd ontkend. Maar er zijn sterke aanwijzingen dat Van Rooy’s verklaring klopt: hij is niet de enige die over zo’n plan repte. Dat deden ook oud-brandweerman Herman Zendman en brandweerofficier Jans Weges, die op 13 mei 2000 leiding gaf aan de uitgerukte brandweereenheden.
Lees verder onder de afbeelding.
Zendman verklaarde in 2000 bij de commissie Oosting dat hij in de 90’er jaren, voor de ramp, een aanvalsplan voor het vuurwerkbedrijf heeft opgesteld. Hij herhaalde die verklaring, veel later, bij de rechtbank in Zwolle.
Weges repte tijdens een lezing na de ramp in Rijksmuseum Twenthe over het bestaan van een aanvalsplan. Veder werd in de kleding van een van de omgekomen brandweerlieden een kaart aangetroffen met gevaarsetiketten voor vuurwerk dat onderdeel uitmaakt van zo’n aanvalsplan.
Als er inderdaad een aanvalsplan is geweest, dan is het maar de vraag of de brandweer met verkeerde instructies op pad is gestuurd. Het kan ook zijn dat er wel deugdelijke instructies waren, maar dat die niet zijn opgevolgd.
Tot slot: ook zonder een dergelijk plan zijn er vraagtekens te plaatsen bij het optreden van de brandweer op de rampdag. Op de deuren van opslagen en containers van SE Fireworks waren gevaarsetiketten aangebracht. Die hadden op zichzelf al aanleiding moeten zijn om niet te blussen maar afstand te houden. Dat stelt Rudi Bakker, destijds eigenaar van SE Fireworks, maar ook de adviseur gevaarlijke stoffen Van Rooy.
Bakker wees de brandweer op 13 mei op die etiketten en het gevaar, maar werd naar eigen zeggen afgeblaft
Zowel Van Rooy als Zendman zijn naar eigen zeggen na hun verklaringen bij het OM en Oosting bezocht door de Enschedese brandweercommandant Aad Groos. Die heeft hen, zo stellen zij, de pin op de neus gezet: zij moesten zich niet met de kwestie bemoeien.
De verklaringen van Zendman en Van Rooy ontbreken in het onderzoeksrapport van de commissie Oosting. Hun namen komen ook niet voor op de lijst van mensen die Oosting interviewde.
Meer weten over de vuurwerkramp? Je vindt al onze publicaties in het dossier op de website van 1Twente.