Het laatste woord over de Enschedese vuurwerkramp is nog lang niet gesproken. Een kwart eeuw nadat een paar zware explosies en brand het oude Roombeek van de kaart veegden, publiceert oud-eigenaar Rudi Bakker documenten die niet eerder openbaar zijn gemaakt.
De vuurwerkramp in Enschede vond plaats op 13 mei 2000, bijna 25 jaar geleden. 23 mensen, onder wie vier brandweerlieden, kwamen om. Zo’n 950 mensen raakten gewond, 1500 dakloos. De wijk Roombeek werd van de kaart geveegd. Ondanks alle onderzoeken en de stellige belofte dat de onderste steen boven moest, is veel informatie nooit vrijgegeven of onderzocht.
Bakker, een van de twee oud-eigenaren van het ontplofte vuurwerkbedrijf, heeft in de jaren na de ramp in talloze procedures duizenden documenten en bewijsstukken verzameld en op een rij gezet. Hij werd, met kompaan Willy Pater, als enige verantwoordelijk gehouden voor de ramp. Beiden kregen een jaar cel. Onterecht, naar Bakker altijd heeft beweerd.
De gepubliceerde documenten schetsen een completer beeld van de aanloop, de toedracht en de nasleep van de ramp dan tot nu toe bekend was.
In het kort komt het neer op wat bij ieder nieuw stukje van de vuurwerkramppuzzel blijkt: informatie die zou wijzen naar verantwoordelijkheid van overheden en overheidsinstanties is bewust buiten onderzoek en rapporten gehouden, de schijnwerper moest op Bakker en Pater; die zouden de bepalingen in de vergunning hebben overtreden. En op een brandstichter, maar dat is een boek op zichzelf.
De meest markante gebeurtenissen in de aanloop naar de ramp zijn de doofpot ingegaan. Die gaan over een hoogopgelopen juridisch conflict tussen het SE Fireworks van Bakker en Pater en hun voorganger Harm Smallenbroek, die het vuurwerkbedrijf in 1998 aan hen had verkocht. Over onderhandelingen tussen Smallenbroek en de gemeente Enschede over de verkoop van de grond onder dat bedrijf. In beide schuilt een motief voor sabotage van de bedrijfsvoering van SE Fireworks dat nooit is uitgeplozen.
En het gaat over het optreden van de brandweer op 13 mei 2000. Dat heeft geleid tot de escalatie van brand naar ramp, zo valt op te maken uit de gepubliceerde stukken. Ook die informatie is niet meegenomen in onderzoek dan wel weggelaten uit rapporten.
Op 12 mei 2000, de dag voor de vuurwerkramp, doet Enschede een laatste bod voor aankoop van de grond onder het bedrijf. Een bod dat overeenkomt met wat Smallenbroek in de onderhandelingen steeds op tafel heeft gelegd: 1,5 miljoen. Ruim een half miljoen meer dan de gemeente eerder bood. Met één voorwaarde: de grond moet vrij van huurders worden opgeleverd. SE Fireworks huurt de opstallen van grondeigenaar Smallenbroek.
Lees verder onder de afbeelding.
De ambtenaar die belast is met de aankoop van grond in Roombeek weet dat aan die voorwaarde niet voldaan kan worden. Hij heeft, volgens Bakker buiten zijn medeweten, de huurovereenkomst gekregen en nageplozen en geconcludeerd dat die geen achterdeurtje kent. Verwachting is dat SE Fireworks pas in 2007 van het terrein zal zijn.
Ondertussen speelt er een hoogopgelopen conflict tussen SE Fireworks en oud-eigenaar Smallenbroek, zowel juridisch als persoonlijk. Smallenbroek heeft anti-concurrentiebepalingen overtreden uit de verkoopovereenkomst van het bedrijf en verschillende pogingen ondernomen om de bedrijfsvoering te frustreren, zo blijkt uit een heel pakket aan documenten.
Er lopen juridische procedures, waaronder een dagvaardingsprocedure van Smallenbroek tegen SE Fireworks om een achtergestelde lening van 6 ton terug te krijgen. Een kleine maand voor de ramp stuurt de advocaat van Bakker een verweer naar de rechter met een waslijst aan aantijgingen aan het adres van Smallenbroek, ondersteund met bewijsstukken. Twee dagen later - op 26 april 2000 - velt de rechter een tussenvonnis met de aankondiging van een zitting over die aantijgingen. Die zitting wordt vijf dagen voor de ramp bepaald op 5 juni.
Na de ramp - op 15 mei - meldt Smallenbroek aan de gemeente dat ‘de huurders hebben opgezegd’. Dat klopt niet, maar van het gehuurde is niets meer over. In juni tekent de ambtenaar belast met aankoop aan dat Smallenbroek eerst met zijn verzekering het verlies van de opstallen van SE Fireworks moet afhandelen voordat de deal met de gemeente wordt vervolgd.
Lees verder onder de afbeelding.
Het collegebesluit over aankoop van de grond valt op 10 juli 2001. De koop wordt gesloten op 22 juli 2001 en twee weken later notarieel vastgelegd. Smallenbroek krijgt ruim zes ton van de verzekering uitgekeerd, de gemeente betaalt hem eveneens ruim zes ton voor de grond. Bij elkaar gaat dat om een bedrag van ruim 1,2 miljoen gulden. De aktes die dat aantonen zijn in bezit van 1Twente.
Het optreden van de brandweer op 13 mei 2000 speelt een belangrijke rol in de escalatie van brand naar ramp, zo blijkt uit de stukken die Bakker openbaar maakte. Daarin speelt een aantal factoren een rol: er is op 13 mei 2000 aanzienlijk meer bekend over de risico’s van brand op het bedrijf dan later wordt voorgespiegeld, vlak voor de fatale explosies worden tegen de voorschriften deuren van opslagbunkers geopend en de deskundige brandweerfunctionaris die advies had kunnen en moeten geven over de bestrijding van de brand wordt pas benaderd nadat de boel is ontploft.
Bij die laatste gaat het om H.A.F. van Rooij, in 2000 regionaal brandweercommandant en adviseur gevaarlijke stoffen in de regio Twente. Van Rooij legt op 18 oktober 2000 een verklaring af bij de Commissie Oosting, die onderzoek doet naar de vuurwerkramp. Daarin stelt hij dat een ramp als in Enschede zomaar opnieuw kan gebeuren omdat gemaakte fouten angstvallig worden verzwegen.
Hij is de mening toegedaan dat bewaarplaatsen niet geopend hadden mogen worden. En hij vindt dat de brandweer evacuatie had moeten overwegen, in plaats van te blussen. Was hij meteen na de brandmelding benaderd, zoals had gemoeten, dan had hij dat ook geadviseerd.
Lees verder onder de afbeelding.
Het levert hem een stevige reprimande op van brandweercommandant Groos. Van Rooij herhaalt die verklaring in 2006 en 2007 bij een Rijssens detectivebureau, gerund door dissidente oud-rechercheurs van het politieteam dat de ramp onderzocht.
Volgens Van Rooij beschikte de brandweer, anders dan later wordt beweerd, over een aanvalsplan voor brand bij SE Fireworks. Dat komt overeen met verklaringen van Jans Weges bij een lezing in Rijksmuseum Twenthe in 2016 en oud-brandweerman Herman Zendman, die voor de ramp een dergelijk plan zou hebben opgesteld en dat meldt bij de Commissie Oosting.
In de kleding van een van de bij de ramp omgekomen brandweermannen wordt een herkenningskaart gevaarlijke stoffen aangetroffen. Daarop het plakkaat dat ook op de deuren van de opslagplaatsen bij SE Fireworks is aangebracht: vatbaar voor explosie (bijkomend gevaar). Bakker wijst de blussende brandweermensen op die borden en de risico’s, maar moet ‘zijn bek houden’. Hij heeft, zo vindt de bevelvoerend brandweerman, op 13 mei niets meer te zeggen op het terrein van SE Fireworks.
Ook die gevaarsaanduidingen hadden aanleiding moeten zijn om niet te blussen maar te evacueren, volgens Bakker.
Lees verder onder de afbeelding.
In die brandweerkleding wordt ook een omgevingskaart voor SE Fireworks aangetroffen. Die zou onderdeel zijn geweest van een aanvalsplan. Beide documenten zijn door brand aangetast.
De tragiek in dit verhaal is meerledig. De brandweerlieden die op 13 mei 2000 uitrukken naar het terrein van SE Fireworks doen hun werk. Zoals altijd. Dat wordt vier van hen fataal. Het materieel dat ter plaatse is, wordt door de explosie en de daaropvolgende vuurstorm vernietigd. Het duurt daardoor ruim veertig minuten voordat de uitslaande brand in de omgeving kan worden bestreden.
Veel informatie - en dit is maar een deel - is achtergehouden. De gerechtelijke uitspraken over het conflict tussen SE Fireworks en Smallenbroek zijn nooit opgevraagd - dat blijkt onder meer uit een latere verklaring van de rechtbankgriffie - en buiten ieder onderzoek gehouden.
Documenten over die grondonderhandelingen zijn eveneens onder de pet gehouden of maar voor een deel bij onderzoekers op tafel gelegd.
Het motief van Smallenbroek om verdere bedrijfsvoering van SE Fireworks onmogelijk te maken, is nooit serieus onderzocht. Sterker: het onderzoek daarnaar wordt in januari 2001 gesloten. Als er al een motief bestaat, dan ligt dat in de persoonlijke sfeer, zo luidt de argumentatie.
Lees verder onder de afbeelding.
De verklaringen van Van Rooij en Zendman zijn niet opgenomen in het rapport van de Commissie Oosting. Daarin ontbreken ook meldingen van de gevonden herkenningskaart gevaarlijke stoffen en de omgevingskaart. Net als het geval is bij latere onderzoeksrapporten.
De gemeente verschafte een dag voor de ramp een aanvullend financieel motief van 1,5 miljoen gulden voor sabotage. Daar kwam bij dat zowel lokale als landelijke overheden in de aanloop naar de ramp op alle fronten hadden gefaald waar het om regelgeving en handhaving ging. Verslagen van de ambtenaar die de grondonderhandelingen voerde zijn achtergehouden, zijn notities bewerkt en alleen deels aan onderzoekers overhandigd.
Lees verder onder de afbeelding.
Ook van de informatie over het optreden van de brandweer op 13 mei 2000 is alleen een selectie meegenomen in onderzoeken en rapporten. Wat wees op handelingen of nalatigheid die mogelijk een bijdrage hebben geleverd aan de fatale afloop van de brand op het terrein van SE Fireworks, is buiten de boeken gehouden. Enschede hield jarenlang vol dat tien verklaringen van brandweermannen van vlak na de ramp, waaruit onder meer blijkt dat deuren van opslagen zijn geopend, niet bestaan.
Al meteen na de ramp werd het spel op de wagen gezet: verantwoordelijkheid van overheden moest worden ontweken, het onderzoek richtte zich op schuld van SE Fireworks, daar moest te veel en te zwaar vuurwerk hebben gelegen. En op een nog onbekende brandstichter. Een lezing tegen alle logica in: brandstichting vindt in vrijwel alle gevallen in de nachtelijke uren plaats. Niet midden op de dag.
Het leidde tot gestuurde onderzoeken, onvolledige en geredigeerde onderzoeksrapporten en cruciale stukken die decennialang zijn achtergehouden.
Meer weten over de Enschedese vuurwerkramp? Neem eens een kijkje in het dossier op de website van 1Twente. Daar vind je alle publicaties van de afgelopen jaren, waaronder twee documentaires over specifieke hoofdstukken uit ons onderzoek naar de ramp.