Verkeer
Stuur appje
Zoek
Trouwjurken - MuseumFabriek

In depot: Coco Chanel en bijna de trouwjurk van Juliana

De romantiek spat er vanaf, als je er gevoelig voor bent: trouwen in het wit. Als je er de centen voor hebt, een beetje sjiek wit. De MuseumFabriek heeft een paar van dat soort relieken in depot. Zoals altijd kleven daar een paar mooie verhalen aan.

Dat trouwen in het wit is volgens meerdere bronnen een relatief recent gebruik. In Nederland kwam het pas aan het begin van de vorige eeuw in zwang, nadat het Britse Koningshuis de toon had aangegeven. Wit is de kleur van reinheid en kuisheid, een voorwaarde om je te kwalificeren als bruid. Dat het met die kuisheid in de praktijk soms nogal meeviel, deed aan het decorum niets af.

Wit, bont en praktisch-donker

Voordat wit in zwang kwam, trouwden welgestelde aspirant-echtgenotes vaak in een felgekleurde bonte jurk. Ook dat was vooral een uithangbord: het liet zien dat je intensief bewerkte kleding kon betalen en een positie bekleedde waarin je zelf de handen niet echt uit de mouwen hoefde te steken. Van gasten werd verwacht dat zij zich bescheidener kleedden.

Vrouwen uit de lagere maatschappelijke klassen trouwden in donkerder en eenvoudiger jurken. Dat was praktischer. Zo’n trouwjurk werd vaker gedragen, bij speciale gelegenheden.

De twee hier getoonde jurken uit de collectie van de MuseumFabriek zijn wit en dateren dan ook van het begin van de vorige eeuw. Beide zijn gedragen door dames uit de welgestelde kringen van het Enschede van toen. Enschede was een wereldstad met een bovenlaag van puissant rijke industriëlen èn winkels die aan de daarbijbehorende vraag naar luxe-producten konden voldoen.

Coco Chanel en de bevrijding

Dat decorum in de stad van als nuchter bekendstaande Tukkers belangrijk was, blijkt bijvoorbeeld uit het verhaal bij de Charleston-trouwjurk, een ontwerp van Coco Chanel; trouwjurken zijn natuurlijk ook een tijdcapsule die het modebeeld van een bepaalde periode laten zien. De jurk is gedragen door Cornelia Wilhelmina uit het geslacht Ter Kuile, die in 1926 trouwde met Gerhard Jannink, directeur van de spinnerij aan de Haaksbergerstraat.

Het ontwerp weerspiegelt alles waar Chanel voor stond. Vrouwen werden bevrijd van hun korset en toonden zich zoals zij waren; onder een Charleston droeg je geen bustehouder, om maar iets te noemen. Mondainer werd het niet. Cornelia oogstte niets dan lof en bewondering voor haar gewaagde jurk. Of zij die bustehouderloos droeg, weten we niet. We weten wel dat zij de jurk verafschuwde.

Lees verder onder de afbeelding.


Trouwjurken - MuseumFabriek
De twee trouwjurken uit de collectie van de MuseumFabriek zijn een soort tijdscapsule: ze vertellen het verhaal van de draagster en de periode waarin die leefde.
Beeld: Ernst Bergboer

Cornelia Wilhelmina koos haar trouwjurk niet zelf. Dat deed iemand anders. Het weinig romantische motief daarvoor laat zich raden…

Juliana-kopie

De andere jurk is van een wat latere datum. Minder extravagant, degelijker. Het is een kopie van de trouwjurk van - toen nog - prinses Juliana, die in 1937 Bernhard van Lippe-Biesterfeld huwde. Nederland kroop net, als laatste zo’n beetje, uit het dal van de crisis van de jaren 30. Een crisis die een hardhandig einde maakte aan de frivoliteit van de ‘roaring twenties’.

De smaak of persoonlijkheid van de draagster kan natuurlijk ook hebben meegespeeld in de keuze voor het model. Sjiek was het wel; je geeft een couturier niet zonder reden opdracht om een japon te maken naar het model dat een aanstaande koningin droeg (al zal de snit van die laatste wat ruimer zijn geweest).

Het Twentse zijde-experiment

De draagster van de Juliana-kopie was de echtgenote in spé van G.H. Harkema, eigenaar van textielfabriek Holland aan de Enschedese Parkweg. Het was deze fabrikant die in de jaren 40 experimenteerde met Twentse zijde. De aanvoer van katoen stokte in de oorlogsjaren en Harkema zocht een manier om werkgelegenheid op peil te houden. De bezetter zag in zijde een grondstof voor parachutes en legde de fabrikant geen strobreed in de weg.

Lees verder onder de afbeelding.


Prinses Juliana en prins Bernhard - huwelijk - trouwjurk
De trouwjurk waarin prinses Juliana en Bernhard van Lippe-Biesterveld een stelletje werden, stond model voor die van de bruid van G.H. Harkema, eigenaar van de Enschedese Textielfabriek Holland.
Beeld: Wikimedia Commons, the free media repository

Harkema kocht 20.000 moerbijboompjes; zijderupsen hebben een strikt dieet, dat uit louter blaadjes van dat gewas bestaat. In 1945 oogstte textielfabriek Holland de eerste zijde en produceerde een lap van tien bij zeven meter. Verder is de Twentse zijde-industrie nooit gekomen.

Overigens zijn beide trouwjurken - uiteraard - van zijde.

icon_main_info_white_glyph

In depot

Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vindt je alle afleveringen.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.