Kamervoorzitter Bosma opent de vergadering met ‘Enschede huilt’, een gedicht van Wilmink over de vuurwerkramp

Bosman heeft er een gewoonte van gemaakt om bij aanvang van het eerste debat in de week in de Tweede Kamer een gedicht voor te dragen. Dinsdag vond de eerste plenaire vergadering na het mei-reces plaats. ’Enschede huilt’ werd hem aangereikt door Pieter Omtzigt, die in Enschede woont.

Onderzoek in opdracht van de Tweede Kamer

De Enschedese vuurwerkramp staat nog altijd - of misschien beter: opnieuw - op de agenda van de Tweede Kamer. Die gelastte unaniem een onderzoek naar onder meer de rol van de overheid bij de toedracht en de nasleep ervan, mede naar aanleiding van een uitgebreide review van klokkenluider Paul van Buitenen. Het was oud-SP-Kamerlid Renske Leijten die daarvoor een motie indiende.

Dat onderzoek werd uitgevoerd door een commissie onder leiding van UT-professor René Torenvlied. In het rapport, dat in december vorig jaar verscheen, concludeerde die dat de rol van de overheid veel groter was dan altijd is voorgesteld en dat ook licht vuurwerk onverwacht heftig kan exploderen. En dat de manier waarop vuurwerk wordt opgeslagen en geblust gevaarlijker is dan gedacht.

Over de uitkomsten van dat onderzoek wordt nog gesproken in de Kamer. Onder meer Omtzigt liet zich in een commissievergadering al kritisch uit over de rol van overheden en ministeries in de nasleep van de ramp.

Onlangs werd aan de rand van het epicentrum van de vuurwerkramp een monument onthuld met de tekst van ‘Enschede huilt’, het gedicht van Wilmink dat Bosma voorlas.