Verkeer
Stuur appje
Zoek
Statuut Vereeniging van Twentsch Gelderscha Fabrikanten Ernst Bergboer

In Depot: waarom staken in Twente vechten tegen de bierkaai was

De Twentse Gouden Eeuw - die van textiel en metaal - viel samen met grote sociale veranderingen. De invoering van het algemeen kiesrecht, leerplicht, een zorgstelsel en de opkomst van vakbonden en de arbeidersklasse: het gebeurde allemaal zo rond en net na de wisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw. Maar die emancipatie van het ‘gewone volk’ ging niet zonder slag of stoot. Zo was staken in Twente tot diep in de vorige eeuw vechten tegen de bierkaai.

Zeker: ook in Twente hadden de opkomst van de arbeidersbeweging, socialisme en communisme voet aan de grond gekregen en waren vakbonden opgericht. Bij misstanden - loonsverlaging, vasthouden aan lange werkweken en dat soort arbeidersonrecht - werden massale stakingen uitgeroepen. En ingezet. Maar die haalden niets, maar dan ook werkelijk helemaal niets uit. Ze liepen stuk op een muur van fabrikanten, die zich hadden verenigd in wat je de eerste werkgeversvereniging van het land mag noemen.

Twentsch-Geldersche Fabrikanten-vereeniging

Aan die basis van dat fabrikantenbolwerk lag een officieel document, in 1920 ondertekend door alle Twentse groot-industriëlen in de textiel: het ‘Statuut van de Twentsch-Geldersche Fabrikantenvereeniging’. Het stond er niet letterlijk met zoveel woorden in, maar de afspraken in dat statuut waren zo opgesteld dat massale stakingen gedoemd waren te mislukken. En die massale stakingen kwamen er.

De regio kampte met toenemende concurrentie van lagelonenlanden en dat noopte fabrikanten om de snoeischaar te hanteren. Dat was in elk geval het argument. In de geschiedschrijving van wat nu de FNV is, viel dat achteraf beschouwd destijds enorm mee: volgens die lezing draaide de Enschedese textielhandel destijds meer dan behoorlijk.

Lees verder onder de afbeelding.


Statuut Vereeniging van Twentsch Gelderscha Fabrikanten Ernst Bergboer
Het Statuut van de Twentsch-Geldersche Fabrikanten-vereeniging lag aan de basis van het ‘Twentse model’: als er bij een van de deelnemende fabrieken een staking uitbrak, sloten ze allemaal de poorten tot de staking van de baan was.
Beeld: Ernst Bergboer

Maar met dat argument van concurrentiepositie op de veranderende wereldmarkt grepen de fabrikanten in om kosten te drukken. Werkweken bleven lang, lonen werden gematigd of zelfs gekort. Ingrepen die haaks stonden op de maatschappelijke ontwikkelingen van destijds, waarin arbeiders (en hun gezinnen) steeds meer rechten kregen. Of afdwongen. Met stakingen.

Stakingen breken: ‘het Twentse stelsel’

Dat laatste gebeurde ook in Twente. Liever gezegd: daartoe werden pogingen gedaan. De ‘vereeniging’ van textielfabrikanten had zich daar, met een vooruitziende blik, op voorbereid; het statuut van die club was in feite een soort handleiding: ‘Wat te doen bij staking’. Het boekwerkje waarin de afspraken werden opgetekend is even dun als onooglijk (de Enschedese MuseumFabriek heeft er een in bezit), maar de impact was enorm.

De belangrijkste afspraak: als er bij een van de fabrieken van de vereniging een staking uitbreekt, sluiten alle deelnemende fabrieken de poorten. De strategie daarachter was even simpel als effectief: tienduizenden arbeiders (en hun gezinnen) zonder werk en inkomen en daarmee een enorme druk op stakingskassen. Kwestie van de poot stijf houden en afwachten tot de arbeiders met hangende pootjes weer aan de poort staan.

“Dat statuut was een soort handleiding voor 'wat te doen bij een staking'”

Vergeet niet: in Twente alleen werd een kwart van het nationale inkomen verdiend. Tegen de kas van de Twents-Gelderse fabrikanten was geen enkele stakingskas opgewassen. De collectieve inzet van dat financiële machtsblok om stakingen te breken werd ‘het Twents stelsel’ genoemd.

De grote staking…

Drie jaar na oprichting van die fabrikantenvereniging, in 1923, brak de grootste staking die Twente ooit gekend heeft uit. 22.000 textielarbeiders legden het werk neer. De aanleiding lag in een paar opeenvolgende maatregelen van fabrikanten. Allereerst was daar de uitzondering op nieuwe Arbeidswet, die in 1920 werd ingevoerd. In heel Nederland gold vanaf dat moment een acht-urige werkdag. Niet in Twente. Daar hadden de fabrikanten een werkdag van 8,5 uur bedongen bij het Rijk.

Twee jaar later kwam daar een nieuwe maatregel bij: fabrikanten wilden een loonsverlaging van tien procent. Of 5 uur per weekextra werken tegen hetzelfde salaris. Met 130 onbetaalde overuren op jaarbasis. De bonden gingen daar niet mee akkoord en de onderhandelingen met fabrikanten liepen vast. In oktober voerden die laatsten een loonsverlaging van tien procent door.

Lees verder onder de afbeelding.


Grote staking 1923-1924
De grote staking van 1923, waaraan 22.000 arbeiders deelnamen, duurde vijf maanden. Maar toen was de stakingskas leeg en ging iedereen noodgedwongen weer aan het werk, zonder dat er ook maar een enkele eis was ingewilligd.
Beeld: Fotoarchief Stadsarchief Enschede

In één van de deelnemende fabrieken riep de vakbond een eerste staking uit, die oversloeg naar andere fabrieken. Twintigduizend textielarbeiders legden het werk neer om hun eisen kracht bij te zetten, ongeacht de firma waarvoor zij werkten. En… het Twentse Stelsel trad in werking: alle deelnemende fabrikanten sloten eendrachtig de poorten.

…en de deceptie

De sympathie voor de Twentse staking was groot. De verontwaardiging in werknemersland was unaniem: dit kon ècht niet! Dat betekende ook dat de stakingskas injecties kreeg vanuit het land. Maar 22.000 arbeidersgezinnen van een krap bestaansminimum voorzien, loopt in de papieren. Na vijf maanden was de kas dan ook leeg en gebeurde waar de fabrikanten op hadden ingezet: de arbeiders gingen noodgedwongen weer aan het werk zonder dat ook maar een enkele eis was ingewilligd.

Vakbondsleiders met stoelen bekogeld

De deceptie was enorm. Vakbondsleiders, afkomstig uit het Westen, werden met pek en veren de stad uit gejaagd. Bij wijze van spreken, maar ook niet helemaal; er werd met stoelen gesmeten en de bestuurders vluchtten de trein in, terug naar het Westen, waar het lang zo wild niet was. Een aftocht die in de annalen van de FNV dan weer nìet voorkomt.

Erger dan die aftocht: het vertrouwen dat je met solidariteit een vuist kunt maken was in Enschede grondig de grond in geboord. Het effect was nul, net als bij alle voorgaande stakingen.

Het duurde decennia voordat er weer iets van een serieus te nemen vakbond poot aan de grond kreeg in de stad. De eerste cao tussen werkgevers en werknemers in de Twentse textielindustrie werd pas in 1949 gesloten, feitelijk vlak voordat de sector voorgoed ter ziele ging en er niets meer te onderhandelen viel.

icon_main_info_white_glyph

In Depot

Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vindt je alle afleveringen.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.