Verkeer
Stuur appje
Zoek

“Als dorp is Hengelo lang intact gebleven”

In de 19e eeuw was Hengelo niet meer dan een dorp. Het bestond uit eenvoudige woningen en vooral uit boerderijen. Het dorp was gelegen aan een kruispunt van vier wegen, ter hoogte van de Thiemsbrug. “Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat daar de stad der verbinding ontstaan is,” zegt Hans de Gruil, voorzitter van Stichting Erfgoed Hengelo. Samen met De Gruil duiken we in het verleden van Hengelo. Hij laat een oude tekening van het dorp Hengelo zien uit die tijd. Duidelijk zichtbaar is de Enschedesestraat die afbuigt naar de Bornsestraat, maar ook de Deldenerstraat en de Oldenzaalsestraat zijn goed te zien.

“De komst van de industrie zorgde voor een enorm contrast tussen het bestaande dorp en de grote fabrieken”

“De Nieuwstraat en de Molenstraat waren de rand van het dorp, dus er was eigenlijk heel veel ruimte over om allerlei ontwikkelingen tot stand te brengen. Toen Stork naar Hengelo kwam en begon met de bouw van zijn fabrieken en de aanleg van de spoorlijnen, was het heel logisch dat er heel veel ruimte tussen die spoorlijnen en het bestaande dorp was.”

St B Hazemeyer 031a klein
Luchtfoto van het Hazemeijer-complex tussen de spoorlijnen
Beeld: Stichting Erfgoed Hengelo

De komst van de industrie zorgden voor een enorm contrast tussen het bestaande dorp en de grote fabrieken. Hazemeijer is een voorbeeld van een fabriek die in 1937 nog voor de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd. Het was een belangrijk complex voor de werkgelegenheid, naast de fabrieken van Stork, Dikkers en de Heemaf. Op oude foto’s kun je heel goed zien hoe groot de fabrieken waren. Ze staken in schril contrast af tegen het dorp Hengelo, maar volgens De Gruil is het een voorbeeld van hoe de industrie zich uitbreidde en het dorp eigenlijk zichzelf bleef.

De ontwikkeling van de industrie in Hengelo betekende dat er ook woningen gebouwd moesten worden voor de werknemers. De Tollenstraat is één van de buurten die na de periode van ‘het dorp Hengelo’ zijn gebouwd. “Ik vind dat we hier een heel goed beeld krijgen van hoe de bebouwing er in die tijd uitzag,” zegt De Gruil. “Je ziet duidelijk een straat met afwisselende bebouwing, zoals woningen met een begane grond en direct een kap, soms zelf een geknipte kap, maar heel veel verscheidenheid.” De huizen in wijken als de Tollenstraat waren van particuliere eigenaren die hier hun woning gebouwd hebben. “Ook in de Jacob Catsstraat zie je die verscheidenheid aan woningen terug. Sommige woningen hebben twee volwaardige verdiepingen, maar de meeste woningen hebben een verdieping in de kap.”

“Het ging in die tijd niet alleen om woningbouw,” zegt De Gruil. “Het ging ook om bedrijfsbebouwing. Hij wijst op een voorbeeld in de Tollenstraat op een klein bedrijfspand met een karakteristieke bedrijfsdeur. “Dit werd in de rooilijn gewoon gebouwd en was een onderdeel van de straat. Er was heel veel gemengde bebouwing in die tijd."

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.