Fenna Verbeek. Geboren en getogen in Enschede. Afgebeeld op een schilderij van tekenaar Lambertus Johannes Bruna uit ongeveer 1850. Op de achtergrond is de Jacobuskerk te zien, zoals hij eruitzag voor de Stadsbrand van 1862. Dat is heel bijzonder; er zijn nauwelijks afbeeldingen van het uiterlijk van de ‘oude’ Jacobuskerk.
Toen Enschede nog een dorp was – lang geleden – werd in 1842 de Jacobuskerk gebouwd. In 1862 ontstond er een stadsbrand, waar de Jacobuskerk in vlammen opging. Eén jaar later werd begonnen met het proces om een nieuwe kerk te bouwen.
De vader van Fenna, Hermannus Verbeek, was koster van de Grote Kerk in Enschede. Deze kerk, die destijds een andere spits had, is ook te zien op het schilderij van Bruna. Toen werden er in deze kerk – net als in vele andere – nog mensen binnen begraven. Verbeek was de allerlaatste. Een dag voordat het verbod op binnen begraven inging (en eigenlijk een dag te vroeg), kreeg hij een laatste rustplaats in zijn vertrouwde omgeving.
Hoe dichter iemand bij het altaar lag, hoe duurder het werd. Zo ging dat in die tijd. Men geloofde toen in de ‘Heilige kracht’, die groter was naarmate je dichter bij het altaar lag. Voor zelfmoordenaars en ongedoopte kinderen was binnen geen plaats. Zij kregen buiten een laatste rustplaats.
In de loop van de 17e eeuw kwamen kerken steeds voller te liggen; en wat gebeurt er dan: ruimtegebrek. Doordat er telkens zware natuurstenen verplaatst of verwijderd werden, ontstonden er verzakkingen in de vloer. Er ontstonden kieren en scheuren in de vloer, waaronder grafkisten lagen. Dat ging stinken. Kortom, er moest iets veranderen.
In 1829 kwam er definitief een einde aan het begraven in de kerk. Dorpen en steden met meer dan 1.000 inwoners moesten verplicht voor een begraafplaats zorgen. Net buiten de bebouwde kom. Natuurlijk was het niet voor iedere kerk haalbaar om snel een geschikt terrein te regelen. Zij kregen uitstel.
Op 10 april 1869 tekende koning Willem lll de ‘Wet op de Lijkbezorging’. Deze wet ging officieel in op 9 mei 1869. Voor het koningshuis is echter een uitzondering gemaakt. De Nieuwe Kerk in Delft is de koninklijke begraafplaats.