Het Nieuwstraat-Kwartier in Almelo. Een hechte gemeenschap, maar ook een buurt die al jaren bekend staat als probleemwijk. Het Nieuwstraat-Kwartier staat bij de Almeloërs bekend als een buurt waar de misdaad welig tiert, waar armoede heerst en verloedering en verwaarlozing heeft toegeslagen. Dit is een wijk waarin vijftien culturen samenwonen en dat levert spanning op en verklaart misschien ook wel waarom er een negatief beeld over de wijk is ontstaan. ”Sommige woningen zitten bomvol, mensen leven onder druk. En de mensen die er al wonen, voelen zich soms gepasseerd”, vertelt bewoonster Ayse Kadan (39) die al 38 jaar in het Nieuwstraat-Kwartier woont. "Ik begrijp niet dat er zo over ons wordt gedacht."
“We zijn toch niet gevaarlijk? Of anders dan de rest? Dat wordt wel zo gezien.” Ayse weet dat ze in een moeilijk deel van Almelo woont. Ze kent de verhalen en weet dat Almeloërs haar buurt mijden. "Als ik zeg dat ik in het Nieuwstraat-Kwartier woon, krijg ik scheve gezichten."
In deze longread neemt de bewoonster van Turkse afkomst, de stadbewoners bij de hand langs alle facetten van de wijk. Want wat voor een buurtinitiatieven zijn er om de leefbaarheid in de wijk te verbeteren? Tegen welke uitdagingen lopen bewoners en ondernemers aan? En vooral: hoe ziet de toekomst van het Nieuwstraat-Kwartier eruit?
Ayse kent het Nieuwstraat-Kwartier als geen ander. Als ze één jaar oud is, verhuist haar familie naar het Vinkenplein, midden in de wijk. Hier groeit ze op in een levendige volksbuurt met een multiculturele samenstelling. Door de jaren heen ziet ze de vele veranderingen die de buurt ondergaat. Met name hoe de wijk steeds vaker als ‘probleemwijk’ wordt bestempeld. Ze leest de berichtgeving in de krant, ziet de filmpjes over haar buurt, merkt hoe de politie optreedt, hoort de negatieve verhalen en voelt dat haar geboortegrond langzaam maar zeker afglijdt. Er moet worden ingegrepen.
De invasie van hulpverleningsinstellingen, buurtinitiatieven, de activiteiten van het buurthuis De Hagedoorn, het ingrijpen van de gemeente zijn een zegen voor haar buurt. "Buurtinitiatieven als de kerstmarkt op het Vinkenplein zijn geweldig", aldus Ayse.
Nu, 38 jaar later, is Ayse nog steeds nauw betrokken bij het Nieuwstraat-Kwartier en kent ze veel buurtbewoners, vrijwilligers en ondernemers in de wijk. “Er is geen volksbuurt die zo gemoedelijk is als deze.”
Als Ayse als klein meisje over het Vinkenplein loopt, is het Nieuwstraat-Kwartier een levendige buurt. De volksbuurt bestaat vooral uit kleine arbeiderswoningen met eenvoudige bakstenen gevels, gebouwd aan het begin van de twintigste eeuw. Smalle straten, rijtjeshuizen met lage voortuintjes waar buren met elkaar zitten te praten en overal spelen kinderen. In de hofjes hangen vrouwen de was buiten of drinken ze samen koffie. Op de hoeken van elke straat staan kleine winkels: een bakker, groenteboer, fietsenwinkel. Daar wordt niet alleen gewinkeld, er wordt ook bijgekletst, geroddeld en geholpen. De wijk heeft een dorpskarakter en dat midden in een stad als Almelo.
Toch krijgt de wijk in de loop der jaren te maken met armoede en werkloosheid. Goedkope woningen worden steeds vaker opgekocht door huisjesmelkers en verhuurd aan arbeidsmigranten, vaak onder slechte omstandigheden. In sommige straten wonen te veel mensen in te kleine ruimtes, wat leidt tot overlast en spanningen met andere bewoners. ”Sommige woningen zitten bomvol, mensen leven onder druk. En de mensen die er al wonen, voelen zich er soms gepasseerd.”
Jeanette Tijhof (78) woont al meer dan vijftig jaar in het Nieuwstraat-Kwartier. In de Wilgenstraat, om precies te zijn. “Ik woon hier met veel plezier”, zegt Jeanette, “maar het is niet meer zoals het was. Vroeger kende je iedereen. Als iemand ziek was, stond de hele buurt op de stoep. Dan kookte je wat extra, of je hielp met de boodschappen. Nu weet ik soms niet eens wie er naast me woont.”
“Er is minder samenhang”, merkt Jeanette op, “Mensen leven meer op zichzelf, achter gesloten gordijnen.” Toch legt Jeanette de oorzaak niet alleen bij de bewoners. Ze mist ook de betrokkenheid vanuit de gemeente. “Ze laten zich nauwelijks zien. Af en toe vragen ze hoe het in de wijk gaat. Dan denk ik: kom zelf eens kijken. Loop een rondje. Praat met mensen. Je kunt een wijk niet begrijpen vanachter een bureau.”
“Gelukkig zijn er nog veel buurtbewoners die zich inzetten voor de wijk”, vertelt Jeanette. Als voorbeeld noemt ze de kerstperiode, waarin het Vinkenplein verandert in een zee van lichtjes. “Dan zie je ineens hoe mooi het hier kan zijn. Iedereen helpt mee, dan voelt het net als vroeger.”
Een jaarlijkse traditie in het Nieuwstraat-Kwartier is de kerstmarkt op het Vinkenplein. Voor het derde jaar op rij hebben buurtbewoners hun kerstspullen van zolder gehaald en toveren ze het plein om tot een feestelijk decor. De kerstmarkt gaat gepaard met de lichtjesregen op het plein, een initiatief van Gerard Agterbosch. Gerard is een wijkbewoner van het eerste kwartier en staat ook wel bekend als 'de burgermeester van het Vinkenplein'. Al 38 jaar is hij de drijvende kracht achter de verlichting in de wijk. “Tegenwoordig helpen mijn zoon en onze neef mee om de huizen kerstklaar te maken.”
Ayse loopt over het plein, groet de bewoners bij elke kraam en maakt links en rechts een praatje. Het valt op dat ze een opvallend figuur is in de wijk. Niet omdat ze aandacht zoekt, maar omdat ze zichtbaar betrokken is. “De hele buurt helpt hieraan mee, dat blijft mooi om te zien”, zegt Ayse terwijl ze stilstaat bij een stand met zelfgemaakte kerststukjes. De geur van versgebakken wafels, chocolademelk en snoep hangt in de lucht. Er is van alles te vinden: kleding, kerstdecoratie, eten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is er. De markt wordt elk jaar dan ook druk bezocht. “Tijdens deze traditie merk je dat mensen buiten de wijk ook nieuwsgierig worden naar de kerstmarkt, met name naar de verlichting op het plein.”
Tussen de woonblokken en buurthuizen van het Nieuwstraat-Kwartier vind je een actief en hecht ondernemersnetwerk. Geen grote winkelketens, maar juist kleinschalige zaken waar het persoonlijk contact centraal staat. Denk aan een Turkse supermarkt, een snackbar, een bloemist, een kapperszaak, een fietsenwinkel. Zij zijn dan ook van groot belang voor de levendigheid en samenhang in de wijk. Hun winkels en diensten zijn laagdrempelig, vertrouwd en vormen een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven in het Nieuwstraat-Kwartier.
Dat is niet nieuw. Al decennialang zijn ondernemers het kloppend hart van de wijk. Sinds de jaren ’70 en 80 is er in bijna elke straat wel kleine zaken te vinden: een kleerwinkel, fietsenmaker of lokale supermarkt. Veel bewoners hoeven de wijk nauwelijks uit, alles is er te krijgen. Het zijn stuk voor stuk familiebedrijven die bewoners persoonlijk kennen, waar je gewoon even binnenloopt voor een praatje. Die verbondenheid met vroeger leeft nog altijd voort bij de huidige ondernemers van het Nieuwstraat-Kwartier.
Eén van de vast gezichten in die bedrijvigheid is Henri Huiting, eigenaar van fietsenzaak Bike Totaal Wild aan de Nieuwstraat. Al sinds 1991 woont hij boven de winkel. Henri runt de familiezaak inmiddels al tientallen jaren en kent de wijk als geen ander. “Ik ben hier geboren, getogen en gebleven. En eerlijk gezegd: als ik op een andere plek had gezeten dan hier, was ik nooit zo gelukkig geweest als nu.”
Volgens Henri zit de kracht van ondernemen in het Nieuwstraat-Kwartier vooral in de persoonlijke benadering. “Je bent meer dan alleen een winkel”, zegt de fietsenmaker. “Mensen uit de buurt komen makkelijk binnenlopen. Even een bandje plakken, maar ook gewoon voor een praatje. Ze weten wie je bent, en dat schept een band.”
Die verbondenheid reikt volgens hem verder dan alleen de winkelvloer. “Als ik hier iets nodig heb of ergens hulp bij nodig heb, dan staan mensen meteen voor me klaar. Dat maakt deze wijk zo mooi. Het is gemoedelijk, iedereen kent elkaar en let op elkaar.”
Toch merkt de hij dat die sfeer niet altijd wordt herkend door mensen van buiten de wijk. “De houding van buitenstaanders is soms wat afwachtend”, merkt Henri. “Ik heb wel eens klanten gehad die de wijk in kwamen en zeiden: Ik dacht dat hier allemaal mensen met een biertje voor de deur zaten. Dan moet ik lachen. Want ja, mensen zitten hier weleens buiten, maar dat is juist dat gemoedelijke. Daar zit geen kwaad in.”
Het Nieuwstraat-Kwartier in Almelo kent een lange geschiedenis, waarbij de wijk zich over meerdere decennia heeft ontwikkeld. De bouw van de wijk vond plaats in verschillende fasen. De bouwende in achtereenvolgens de jaren zestig, zestig en tachtig heeft niet bepaald geleid tot een gevarieerde bebouwing. Nog steeds zijn arbeiderswoningen, eengezinshuizen, beeldbepalend voor de wijk. Zo werd een groot deel van de woningen in de buurt Nieuwstraat-Witvoet en omgeving gebouwd tussen 1925 en 1950, met een tweede belangrijke bouwperiode tussen 1950 en 1970. Later, in de jaren 80, werd de buurt Achterlanden en omgeving verder uitgebreid, waaronder het Nieuwstraat-Kwartier.
Een opvallend historisch monument in de wijk de korenmolen ‘De Hoop’, gebouwd in 1870 door Johan Heinrich Steffens aan de toenmalige Zoetensteeg, nu bekend als de Nieuwstraat. Deze molen, die nog steeds het straatbeeld siert, staat symbool voor de ambachtelijke bedrijvigheid die de stad kenmerkt.
Aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw groeide Almelo uit tot een belangrijk centrum voor de textielindustrie. Deze bloei trok arbeiders aan uit de verre regio en later gastarbeiders uit onder meer Turkije die zich vestigden in nabijgelegen wijken zoals het Nieuwstraat-Kwartier. De wijk ontwikkelde zich daardoor tot een typische arbeidersbuurt, waar de meeste bewoners hun brood verdienden in de textielfabrieken.
Met het verdwijnen van de textielindustrie in de tweede helft van de 20e
eeuw werd de wijk hard geraakt, wat nu nog te zien is aan het achterstallig onderhoud aan woningen, garageboxen en (bedrijfs)panden in de wijk, zoals afgebladderd verf, kapotte kozijnen, lekkende daken, verwaarloosde gevels en dichtgetimmerde ramen. De wijk lijkt in de steek gelaten door de woningbouwcorporaties, die tot op heden geen inzage hebben gegeven in hun betrokkenheid of inspanningen in het Nieuwstraat-Kwartier.
In 2024 telt het Nieuwstraat-Kwartier in Almelo 3.255 inwoners. De wijk is compact en ligt vlak bij het centrum en het station, met een karakteristieke vooroorlogse bebouwing en smalle straten die de buurt een herkenbaar gezicht geven. Het Nieuwstraat-Kwartier kent een diverse huishoudsamenstelling: van alleenstaanden en jonge gezinnen tot ouderen die vaak al decennia in de wijk wonen. Een belangrijk sociaal kenmerk van de buurt is de relatief hoge aantal inwoners met een Turkse migratieachtergrond, die samen met ander gemeenschappen zorgen voor een cultureel rijke wijk.
Deze demografische diversiteit gaat gepaard met sociaal-economische uitdagingen. Veel bewoners kampen met een lage sociaaleconomische status. Ruim 80% van de huishoudens maakt gebruik van gemeentelijke of andere ondersteuningsregelingen. De inkomens liggen ver onder het gemiddelde, en langdurige werkloosheid en schuldenproblematiek zijn elke dag aan de orde. Ook is er sprake van overerfbare armoede: kinderen groeien op in dezelfde omstandigheden als hun ouders en erven daarmee vaak ook de bijbehorende achterstanden. De wijk kent bovendien een bovengemiddeld aantal eenoudergezinnen, multiprobleemgezinnen en kinderen die jeugdhulp ontvangen.
Op het gebied van gezondheid scoort de wijk zorgwekkend: overgewicht, middelengebruik en psychische klachten komen vaker voor dan elders in de stad.
Volgens gemeentecijfers werden in 2024 in het Nieuwstraat-Kwartier verschillende vormen van criminaliteit geregistreerd. De cijfers laten zien dat vernieling en zaakbeschadiging met 35 meldingen het meest voorkwamen, gevolgd door 28 gevallen van diefstal en inbraak, variërend van woninginbraken tot fietsendiefstallen. Fraude werd 23 keer gerapporteerd, en er waren 15 geweldsdelicten zoals mishandeling en bedreiging. Daarnaast werden 10 meldingen gedaan van druggerelateerde overtredingen en 7 overige incidenten zoals openbare ordeverstoringen en vandalisme.
Deze cijfers zijn extreem in verhouding tot andere stadswijken, ze dragen bij aan het negatieve imago van het Nieuwstraat-Kwartier. De vraag is dan ook: is dit imago het gevolg van structurele problemen of van een grote groep incidenten die veel aandacht krijgt?
Feit is dat criminaliteit in deze wijk niet op zichzelf staat. De sociale en economische kwetsbaarheid vormt een voedingsbodem voor onveiligheid. Tegelijkertijd is er veel inzet vanuit bewoners om hun straat of buurt prettiger en veiliger te maken. Van kleinschalige buurtinitiatieven tot het realiseren van een buurthuis, de bewoners nemen steeds vaker het voortouw om de wijk te verbeteren.
In het hart van het Nieuwstraat-Kwartier ligt de Hagedoorn, een buurtinitiatief dat een belangrijke rol speelt in de gemeenschap. Ayse Kadan loopt door het buurthuis en glimlacht terwijl ze de bezoekers groet. “Veel mensen kennen de Hagedoorn nog als een school, denk ik”, vertelt ze, terwijl ze naar de ontmoetingsruimte wijst. “Nu is het een plek waar buurtbewoners samen komen voor een kop koffie, een activiteit of een goed gesprek.”
Ayse herinnert zich nog goed hoe de Hagedoorn is ontstaan. “In deze wijk leefde sterk de behoefte aan een plek waar mensen echt samen kunnen komen”, vertelt ze. “Niet alleen voor een praatje of een kop koffie, maar ook om elkaar te ondersteunen en samen activiteiten te ondernemen.” Het gebouw waarin de Hagedoorn nu zit, was vroeger een school. Toen dat leeg kwam te staan, zagen buurtbewoners hierin een kans. “De gemeente heeft het initiatief mogelijk gemaakt en stap voor stap begon het te groeien.” Al snel toonden ook maatschappelijke organisaties interesse in de nieuwe ontmoetingsplek. “Daarbij kwamen er steeds meer instanties bij, zoals Avedan, Aveleijn en het Leger des Heils. Dit geeft het initiatief nog meer bereik.” Terwijl ze praat, knikt Ayse richting Els Bos, vrijwilliger van het eerste uur, die net binnenloopt. “Zij kan je daar nog meer over vertellen.”
“Het voelde meteen vertrouwd, alsof ik weer terug was bij mijn oude werk in de parochie”, vertelt Els Bos terwijl ze aanschuift. Els is vrijwilliger bij het buurthuis de Hagedoorn. Zelf woont ze net buiten het Nieuwstraat-Kwartier, maar kende de wijk al jaren goed. “Door mijn wijk bij de parochie kwam ik vaak bij mensen thuis. Ik bezocht veel wijkbewoners, dronk koffie en luisterde naar hun verhalen.”
Een aantal jaar geleden werd Els door de gemeente benaderd met de vraag of ze wilde plaatsnemen in het bestuur van buurtinitiatief De Hagedoorn. “In eerste instantie twijfelde ik”, bekent ze, “Ik kende de wijk en mensen, maar bestuurlijk meedraaien is toch anders. Daarom wilde ik eerst even proeven hoe het eraan toeging.” Els besloot een paar keer mee te lopen in het buurthuis. “Na twee bezoekjes was ik al verkocht.”
“De mensen in deze wijk zijn gewoon, ontzettend vriendelijk en warm”, vertelt Els. “Als je hun met respect en openheid benaderd, dan krijg je alles van ze terug. Soms hebben ze een ruwe buitenkant, maar hun hart op je juiste plek. En dat maakt deze wijk zo bijzonder.”
Ook Hester Bos, coördinator van het Leger des Heils, voelt zich inmiddels helemaal thuis in de Hagedoorn. Ze werkt er nu twee jaar en runt er een creatief naaiatelier. “Mensen kunnen hier gewoon binnenlopen om creatief bezig te zijn, maar ook voor een goed gesprek”, vertelt Hester. “We maken van alles: kledingstukken, tassen, accessoires. Op elke labeltje zetten we de naam van degene die het gemaakt heeft. Dat geeft mensen echt een gevoel van trots. Het gaat hier niet alleen om het resultaat, maar vooral om het proces en om het gevoel dat je gezien wordt.”
Hester is niet alleen in het buurthuis te vinden. Regelmatig stapt ze op de fiets om de wijk in te gaan en te kijken wat er speelt. “Zo kwam ik op een ochtend een dakloze man tegen. Ik vroeg of hij mee wilde naar de Hagedoorn om een kop koffie te drinken”, herinnert ze zich. “De man bleek van Poolse afkomst en sprak hij nauwelijks Nederlands. Ik heb toen met hulp van een Poolse tolk verschillende instanties gebeld voor tijdelijk onderdak voor de man. Later heb ik hem ook niet meer op straat zien lopen. Dat gaf me een goed gevoel. Dan weet je dat je werk ertoe doet.”
Hoewel Hester zelf niet in het Nieuwstraat-Kwartier woont, voelt ze zich verbonden met de wijk. “Ik snap dat de wijk soms een minder goede naam heeft. Voornamelijk wat je wel eens in de media voorbij ziet komen”, zegt ze eerlijk. “Maar als je hier rondloopt en met mensen praat, dan merk je hoe warm en gemoedelijk het is. Mensen zijn misschien wat op zichzelf, maar als ze je eenmaal kennen, willen ze alles voor je doen. Dat maakt deze plek juist zo mooi.”
Aan de overkant van buurthuis de Hagedoorn vind je wijkcentrum de Goossenmaat. Een ontmoetingsplek waar buurtbewoners samenkomen voor activiteiten en gezelligheid. Een voorbeeld van zo’n activiteit is het versbereide driegangenmenu voor de wijkbewoners op de donderdagavond. Achter het fornuis staat René Teerlink, de kok die inmiddels niet meer weg te denken is uit het wijkcentrum.
René werkt al twee jaar als kok bij de Goossenmaat en zorgt er wekelijks voor dat wijkbewoners kunnen genieten van een complete maaltijd voor slechts vier euro. “Het is echt iets waar mensen naar uitkijken,” vertelt René. “Voor veel mensen is het een moment van samenzijn, van even niet alleen eten.”
René woont zelf niet in de wijk, maar heeft door zijn werk in de wijk een goed beeld van de buurt gekregen. “Het is een gemoedelijke plek waar mensen elkaar echt helpen. Maar je merkt ook dat er kliekjes zijn, vooral door de verschillende culturen in de wijk. Iedereen leeft een beetje in zijn eigen groepje. Dat merk ik wel tijdens de donderdagavonden als men hier komt eten.”
In eerste instantie was René dan ook sceptisch over de wijk. “Je hebt toch bepaalde vooroordelen over mensen met een andere achtergrond of levensstijl, wat vaak gepaard gaat met onwetendheid. Maar naarmate je met mensen in gesprek gaat, leer je ze echt kennen. En dan verdwijnt dat beeld snel.” Hij lacht: “Het blijven gewoon mensen, hè. Iedereen gaat naar de wc, zeg ik altijd maar.”
Wat René vooral opvalt, is de positie van jongeren in de wijk. “Als er overlast is, komt dat meestal van jongeren. Ze worden niet altijd goed in de gaten gehouden en hangen dan op straat rond.” Daarentegen ziet hij ook positieve ontwikkelingen “Er zijn al jongerenprojecten vanuit Avedan. Maar ik denk dat als er nog meer activiteiten worden georganiseerd, je ze eerder van de straat houdt.”
Ook de gemeente Almelo gevraagd naar haar kijk op het Nieuwstraat-Kwartier. Want hoe kijken beleidsmakers eigenlijk naar de wijk die wordt bestempeld als een probleemwijk?
Daphne ter Elst, wijkregisseur van het Nieuwstraat-Kwartier, vertelt dat de gemeente zich ervan bewust is dat er zorgen over de buurt zijn, zowel binnen als buiten de wijk. Momenteel is de gemeente dan ook bezig met het ontwikkelplan Almelo Centraal, waarin ook het Nieuwstraat-Kwartier een belangrijke plek inneemt. Het doel van het ontwikkelplan is om de zones – het gebied tussen het centrum, station en directe woonwijken – met elkaar te verbinden, zowel fysiek als sociaal. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de herinrichting van de openbare ruimtes, maar ook naar de leefbaarheid en veiligheid voor bewoners.
Volgens Ter Elst kunnen deze plannen alleen slagen als je weet wat er leeft onder de mensen. Daarom gaat ze letterlijk de wijk in, langs de deuren, om bewoners persoonlijk te spreken over hun ervaringen en eventuele zorgen. “We willen van hen horen wat goed gaat, maar ook waar het wringt. Je kunt niet ontwerpen zonder de wijkbewoners mee te nemen in het proces.” Daarnaast organiseert de gemeente regelmatig informatieavonden waar plannen worden toegelicht en vragen worden beantwoord. “Elke wijk is anders, dus elk gesprek biedt ons nieuwe inzichten”, legt de wijkregisseur uit.
Toch merkt de gemeente dat ze in het Nieuwstraat-Kwartier vaak terughoudend en wantrouwig zijn. En dat kan te maken hebben met het imago van de wijk. Jan Martin van Rees, wijkwethouder van het Nieuwstraat-Kwartier, noemt de beeldvorming vanuit verschillende mediaplatforms een taaie kwestie. “Zodra de wijk negatief in het nieuws komt, wordt dat door de buitenstaanders als snel opgepikt. Zo ontstaat er een beeld dat weinig recht doet aan de dagelijkse realiteit in de volksbuurt. Maar jammer genoeg blijft het wel hangen.”
Sylvia Schuite, mede-wijkregisseur van het Nieuwstraat-Kwartier, voert gesprekken met wijkbewoners en ziet hoe het imago hen raakt. “Zodra mensen buiten de wijk horen dat je hier vandaan komt, worden er al snel conclusies getrokken”, vertelt ze, “Met name ouders die hun kinderen buiten de wijk naar school brengen hebben er last van. Zodra ze vertellen waar ze vandaan komen voelen zij toch dat stigma.” Binnen de wijk is er vooral sprake van onderlinge groepsvorming. “Elke straat heeft een eigen sfeer, een eigen clubje”, zegt Schuite. “Dat kan positief zijn, maar dit kan ook zorgen voor afstand tussen de bewoners. Als er spanningen ontstaan, kan het snel omslaan.”
Toch laat het Nieuwstraat-Kwartier zich niet simpelweg beschrijven als probleemwijk. Hoewel het negatieve imago van de wijk er nog steeds is, zijn er tekenen van verandering. Niet altijd groots, maar wel zichtbaar. Nieuwe gezichten duiken op in het straatbeeld en initiatieven van bewoners krijgen steeds meer steun door welzijnsorganisaties, zoals Avedan en het Leger des Heils.
De gemeente heeft plannen aangekondigd voor het opknappen van de wijk, zowel voor de omgeving als voor de bewoners. Ook zijn er gesprekken met bewonersgroepen om hen beter te betrekken bij beslissingen. Of dat genoeg zal zijn, moet nog blijken, maar de wil om te verbeteren lijkt er te zijn.
Volgens Ayse heeft het Nieuwstraat-Kwartier niet alleen maar problemen, maar ook potentie. “Als je hier iets wil opbouwen, moeten we dat met elkaar doen.” Haar woorden vatten dan ook goed samen wat de toekomst voor de wijk zou kunnen betekenen: als plannen werkelijkheid worden en bewoners inspraak blijven houden over de wijk, kan het Nieuwstraat-Kwartier uitgroeien tot een veilige en mooie leefomgeving waar mensen graag willen blijven wonen. Zonder negatief imago.