Verkeer
Stuur appje
Zoek

Oud-directeur NIOD spreekt in Hengelo over verzetsvrouwen: 'Te lang bleven hun verhalen onder de radar'

Vrouwen in het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Het is een onderwerp dat decennialang onderbelicht is gebleven. In Nederland is Marjan Schwegman een van de autoriteiten als het gaat over dit onderwerp. Dinsdag 23 april verzorgde ze in Hengelo een lezing over dit onderwerp in het kader van de jaarlijkse herdenking van de April-meistakingen van 1943: "De verhalen komen vaak nu pas aan het licht, omdat kleinkinderen willen weten wat hun grootouders in de oorlog hebben gedaan."

Een kleine vijftig jaar geleden studeerde de tegenwoordig in Alkmaar woonachtige Schwegman (73) af op het onderwerp aan de Universiteit van Amsterdam. "Kort na de oorlog waren er legio verzetsverhalen van mannen én vrouwen, maar al snel raakten die in de vergetelheid. Neem het standaardwerk van Lou de Jong over de Tweede Wereldoorlog. Daarin is maar weinig aandacht voor de rol van vrouwen in de oorlog."

“Als getrouwde vrouw werd je eenvoudigweg niet geacht dit soort werk te doen.”

In Hengelo breidde in april 1943 een opstand onder werknemers van bedrijven in grote delen van Nederland zich heel snel uit dankzij de inzet van een vrouw: Stork-telefoniste Femy Efftink wendde haar grote netwerk aan en belde naar fabrieken in heel Nederland om aan te geven dat ze bij Stork het werk hadden neergelegd. Ze werd hiermee later een van de gezichten van de in Hengelo begonnen April-meistaking van 1943. Deze weken zijn er in Hengelo tal van evenementen om deze opstand te herdenken.

Zwijgzame generatie

Dat verzetsverhalen in het algemeen en die van vrouwen in het bijzonder in de decennia na de oorlog nauwelijks nog gedeeld werden, heeft verschillende oorzaken, volgens Schwegman. Alle tijd en energie werd gestoken in de wederopbouw van het land en dan hielp het niet om terug te blikken. Daarbij was het een zwijgzame generatie, zeker vergeleken met de generatie van nu.

Frits Loep Stork COLLECTIE OVERIJSSEL
Lees ook
Verhalen over de vergeten staking: 'We doen de deur niet op slot, hij zal maar terugkomen'

Schwegman: "Veel van die verhalen waren ook nog eens doordrenkt met verdriet. Neem het verhaal van de beroemde celliste Frieda Belinfante. Zij was in maart 1943 betrokken bij de geslaagde aanslag op het Amsterdams bevolkingsregister. Toen ze na de oorlog op zoek ging naar de rest van de betrokkenen bleek er vrijwel niemand meer in leven. Verbitterd vertrok ze naar Amerika. Pas veel later kwamen de verhalen."

icon_main_info_white_glyph

Wie is Marjan Schwegman?

Marjan Schwegman (Middenmeer, 1951) is een Nederlands historica. Van 2007 tot 2016 was ze directeur van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Daarnaast was ze in dezelfde periode hoogleraar Politiek en Cultuur in de lange twintigste eeuw aan de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht. Van 2003 tot 2007 was ze directeur van het Koninklijk Nederlands Instituut Rome. Eerder was zij werkzaam aan de universiteiten van Amsterdam, Leiden, Maastricht en Utrecht. In Utrecht was zij bijzonder hoogleraar Vrouwengeschiedenis aan de faculteit der Letteren.

Dat er de laatste 10 à 15 jaar veel boven tafel komt, heeft vooral te maken met kinderen en kleinkinderen, die willen weten in hoeverre hun familie betrokken was bij goede, maar ook minder goede daden in oorlogstijd. Velen van hen, zoals ook Schwegman zelf, deden onderzoek of kwamen er toevalligerwijs achter.

Joodse onderduikers

"Bij mijn grootouders in het Gooi zaten Joodse onderduikers uit Amsterdam. Daar kwam ik pas achter toen ik op 19-jarige leeftijd naar Amerika wilde. Mijn moeder zei: 'Ik weet wel iemand waar je terechtkunt'. Bleek om een van die onderduikers te gaan. Die was na de oorlog naar Amerika geëmigreerd. Met die onderduikers is het gelukkig goed afgelopen. Dat was ook een reden dat er bij ons thuis decennialang niet over hen gepraat werd."

Koerierster

Over het algemeen deden vrouwen in het verzet niet onder voor de mannen. Ze verrichtten ook grotendeels dezelfde taken, ook al bestaat er het stereotype beeld van de koerierster en de vrouw die onderduikers verzorgt. Schwegman: "En dan nog: alsof dat minder belangrijk werk was. En het was net zo gevaarlijk."

“Het vergde juist in het begin extra veel moed om in verzet te komen, omdat toen nog volstrekt onduidelijk was welke kant de oorlog op zou gaan.”

Helemaal onderbelicht bleef de rol van getrouwde vrouwen en moeders in het verzet. Historica en Trouw-journalist Rianne Oosterom becijferde dat maar liefst veertig procent van de vrouwen in het verzet verloofd of getrouwd waren en vaak ook moeder: "Ze deden hun werk vaak in de schaduw van hun echtgenoot, maar feitelijk werkten ze volledig op voet van gelijkheid. Waarom in de schaduw? Als getrouwde vrouw werd je eenvoudigweg niet geacht dit soort werk te doen."

'Bemoedigend'

De historica, die bij haar afscheid als directeur van het NIOD werd geridderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, verzorgt nog altijd lezingen over dit onderwerp. Daarbij kijkt ze ook met meer dan gemiddelde interesse naar de oorlog in Oekraïne: "De situatie zag er in de eerste oorlogsjaren in Nederland niet heel bemoedigend uit. De Duitsers waren lange tijd aan de winnende hand. Toch stonden er ook toen al mensen op om in verzet te gaan. Anders was de oorlog misschien heel anders verlopen." Dat moet een bemoedigend idee zijn voor Russen en Oekraïners die nu in het verzet tegen Poetin zitten, denkt ze: "Iemand moet het aandurven om op te staan tegen de bezetter. Het vergde juist in het begin extra veel moed om dat te doen, omdat toen nog volstrekt onduidelijk was welke kant de oorlog op zou gaan."

240418 schwegman vrouwen in het verzet
Links Marjan Schwegman en rechts Stork-telefoniste Femy Efftink, die mede aan de basis stond van de in Hengelo begonnen April-meistaking van 1943.
Beeld: Marjan Schwegman / collectie overijssel
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.