Verkeer
Stuur appje
Zoek
Klaas Bernink schilderijen

In Depot: een kleurenblind jochie uit Glanerbrug dat kunstschilder werd

Zijn wieg stond in Glanerbrug. Hij was de oudste uit een gezin van zes en dat betekende: na de lagere school aan het werk. Brood op de plank. Maar Klaas Bernink tekende, las en bekeek de wereld op zijn manier. Op zich veertigste meldde hij zich voor een zaterdagcursus van de toen net geopende AKI.

Bernink (1913-1996) heeft vooral in Twente naam gemaakt, al wordt zijn werk ook buiten de regio gewaardeerd. Zijn stijl is heel herkenbaar: strak, stilistisch, net-niet-primaire kleuren, een strip-achtig realisme dat een beetje aan ingetogen pop-art doet denken. Gebouwen, boerderijen, fabrieken, spoorwegemplacementen, onderwerpen met strakke lijnen, alle ontleend aan Bernink’s omgeving: het Twentse land. Mensen ontbreken op zijn werk.

‘Een vogel die uit de kooi is ontsnapt’

Dat Bernink schilder werd, mag een klein wonder heten. Of, dat kan ook: onvermijdelijk. Op twaalfjarige leeftijd, meteen na de lagere school, moest hij aan de bak: loopjongen voor een kruidenier in zijn woonplaats Glanerbrug. Er waren acht monden te voeden en het kwam bij niemand op om Klaas te vragen wat hij zelf wilde.

Klaas las veel. Hij tekende. Beschouwde de wereld om hem heen, maar was even nieuwsgierig naar de werelden die hij niet kende.

Lees verder onder de afbeelding.


Klaas Bernink schilderijen
Collectiebeheerder Edwin Plokker bij een aantal schilderijen van Klaas Bernink, de Glanerbrugse textielarbeider die kunstenaar werd.
Beeld: Ernst Bergboer

Toch zou het nog decennia duren voordat Bernink die innerlijke scheppingsdrang de vrije teugel durfde geven. Kon geven, misschien. Hij werkte toen al een kwart eeuw als sterker bij Ramen Union, in de textiel. Acht uur per dag, daarna tien uur thuis achter een ezel. Dat thuis achter de ezel bleef - Bernink heeft altijd zijn woonkamer als atelier gebruikt - maar hij gaf het werk in de fabriek eraan en begon een kunstenaarsbestaan.

De aanzet daartoe was een zaterdagcursus schilderen op de AKI, de net geopende Academie voor Kunst en Industrie. Het was 1950. Bernink voelde zich, in eigen woorden, als ‘een vogel die uit de kooi is ontsnapt’.

Tienduizend bezoekers

Het leidde in 1964 onder meer tot een overzichtstentoonstelling in zijn geboorte- en woonplaats Glanerbrug, de eerste expositie van beeldende kunst in de geschiedenis daar. Een latere tentoonstelling in 1988, Bernink werd 75, in het Textielmuseum (nu MuseumFabriek) trok tienduizend bezoekers. Een all-time-record, naar verluid.

Bernink’s oeuvre telt zo’n duizend schilderijen, waarvan een veertigtal werken in bezit is van de Enschedese musea. Vrijwel allemaal gemaakt in de woonkamer van het huisje in de Glanerbrugse Gagelstraat, waar hij kort na zijn huwelijk met Alie Trink neerstreek en nooit meer vertrok.

Saillant detail: Bernink werd afgekeurd voor militaire dienst omdat hij kleurenblind was. Het werk dat hij maakte, valt onder meer op door het subtiele kleurgebruik. Bernink overleed op 1 maart 1996.

Elke week lichten collectiebeheerder Edwin Plokker en 1Twente-verslaggever Ernst Bergboer een object uit het depot van de Enschedese MuseumFabriek. Dat depot is een verhalen-kabinet: al die objecten vertellen stukjes Twentse geschiedenis - oeroud èn kakelvers. Meer zien en lezen? In het dossier op de website van 1Twente vindt je alle afleveringen.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.