Verkeer
Stuur appje
Zoek

Mooi dat broedplaatsenbeleid, maar de praktijk is weerbarstig: een analyse

Kunsten op Straat Oude Markt
Beeld: Ernst Bergboer

Talentbehoud is een bijna heilige graal in het arsenaal van Enschedese beleidsmakers. De politiek wil het, B&W wil het, ambtenaren doen hun stinkende best om er werk van te maken. Eén van de speerpunten daarbij zijn broedplaatsen voor creatieve geesten, vooral die uit de alternatieve hoek. Want: wat is een stad zonder een levendige culturele sector? En talentvolle cultuurmakers hebben speelruimte nodig om zich te kunnen ontwikkelen.

Het valt niet mee om plekken te vinden waar dat soort broed- en vrijplaatsen kunnen gedijen. Sterker: in de afgelopen jaren is een heel rijtje kunstenaarscollectieven uit de undergroundscene van de stad dakloos geraakt. Hetzelfde lot dreigt voor een paar vrijplaatsen die nu nog wel een plek hebben. Er dreigt andermaal een leegloop van creatief talent. Wat is er loos? Wat maakt de zoektocht naar ruimte zo moeizaam?

WARP Technopolis Ernst Bergboer
Lees ook
WARP Technopolis/Spacebar mag hopen op een nieuwe plek

Die vragen laten zich niet zomaar beantwoorden. Dat borging van een gezonde nacht- en undergroundcultuur in Enschede zo traag gaat, heeft verschillende oorzaken. Een aantal daarvan is lokaal, andere spelen overal in het land.

Intentie is niet het probleem (maar intentie alleen ben je er niet)

Laten we beginnen met wat het niet is: de intentie. Enschede wil. De wens om een culturele hotspot te zijn is groot en wordt breed gedragen. Zowel politiek, bestuurlijk en ambtelijk als, uiteraard, binnen de culturele sector zelf. Dat daar een levendige underground-scene bij hoort, met broedplaatsen, zit inmiddels bij vrijwel iedereen tussen de oren.

Theater Aisha Klei Els Schutman
Lees ook
Enschedese Cultuurnota moet leiden tot ‘een eigenwijs centrum voor autonome kunst en creatieve industrie van eigen bodem’

Dat blijkt onder meer tijdens raadsvergaderingen, waar het onderwerp met de regelmaat van de klok in de een of andere vorm op de agenda staat. Maar ook uit de laatste cultuurnota, die onlangs unaniem werd aangenomen en vastgesteld. Daarin is expliciet en relatief ruimhartig rekening gehouden met het faciliteren van creatieve broedplaatsen en de ontwikkeling van talent. Voor het eerst.

Diezelfde gemeenteraad nam voor de zomer van 2022 een motie aan van PvdA’er Marijn Ouwehand, die zich al een tijdlang hard maakt voor dit thema. Strekking: behoud broedplaats WARP, een kunstenaarscollectief dat was gehuisvest in het voormalige VVV-pand aan het Enschedese Stationsplein. In november van dat jaar gingen daar de deuren dicht.

Lees verder onder de afbeelding.


Marijn Ouwehand
PvdA’er Marijn Ouwehand maakt zich al geruime tijd politiek druk om beleid en faciliteiten voor culturele broedplaatsen
Beeld: Ernst Bergboer

Cultuurwethouder Jeroen Diepemaat is sindsdien bezig met het uitwerken van die raadsopdracht. Samen met vertegenwoordigers uit ‘het veld’. Kortom: de wil is er.

Koopman en dominee (en de kaakslag van Zijlstra)

Kanttekening daarbij is wel dat Nederland een land van koopmannen en dominees is. Cultuur is leuk als hobby, voor wie wil, maar nauwelijks een serieuze aangelegenheid. Dat werd pijnlijk duidelijk tijdens Rutte I, toen Halbe Zijlstra draconische bezuinigingen doorvoerde. Wie iets aardig aan de muur wilde, moest maar naar Ikea.

Dat kabinet zat amper anderhalf jaar, maar je kunt in korte tijd veel kapotmaken. Zijlstra deelde een kaakslag uit waar de sector nog altijd van aan het bijkomen is. Een voorbeeld: kende Nederland voordien nog een tiental grote straattheatergezelschappen die internationaal de toon zetten, inmiddels is er daar geen een meer van over. Gajus in Deventer bestaat nog wel, maar de toekomst van dat gezelschap is heel onzeker.

Lees verder onder de afbeelding.


Straattheater Gajus
Nederland had een tiental internationaal toonaangevende grote straattheatergezelschappen. Na Halbe Zijlstra is er daar geen een meer van over. Theater Gajus uit Deventer bestaat nog wel, maar de toekomst van dat gezelschap is heel onzeker.
Beeld: Ernst Bergboer

In vergelijking met alle ons omringende landen is Nederland op elke vlak het cultuursukkeltje van de klas. Met afstand. Of dat nou om voorzieningen, middelen of onderwijs gaat. En je kunt moeilijk stellen dat Enschede daarop een uitzondering is, ondanks een extra puntje voor inzet en ijver.

Projectontwikkeling en concreet economische resultaat

De wil is er, dus. Maar de waan van de dag - en dat primair pragmatische Hollandse denken - werpen makkelijk obstakels op. Enschede heeft nauwelijks publiek vastgoed dat niet op de een of andere manier vastzit in plannen voor projectontwikkeling. Meest sprekende voorbeeld is misschien die drukpershal en de aanpalende gebouwen van het voormalige Tubantiacomplex. Ideaal als vrijplaats voor kunst, muziek, theater en (sub)cultuur. Maar vergeven.

Als er al iets aan cultuur gebeurt, dan is dat ter voorbereiding op woningbouw voor mensen met een meer dan gemiddelde beurs. Er wordt alvast wat leven in het gebied geblazen, met een beetje geluk ‘ver-hipt’ het, tot alles wordt aangeharkt en het gebied (inclusief woningen) alvast fijn aantrekkelijk is gemaakt.

Nog een voorbeeld: het Robson-terrein. Daar zijn ‘tiny houses’ neergezet, zoals ze ook voor het Tubantia-complex bedacht zijn. Bedoeld voor kunstenaars, met een atelier in het Robsongebouw. Maar onbetaalbaar voor al dan niet startende kunstenaars uit het alternatieve circuit.

Saillant detail: het was steenkoud in die Robson-ateliers de afgelopen maanden. De kosten voor verwarming zijn te hoog. Een heel aantal kunstenaars heeft de werkplaats inmiddels een maand of wat gemeden.

Leegstaand vastgoed geschikt maken is kostbaar

Subcultuur zou geen subcultuur zijn als er niet een behoorlijk rauw randje aan zat. Keurige werkplaatsen met systeemwandjes waar het binnen altijd negentien graden is, passen daar niet bij. Maar in de basis moet de boel wel in orde zijn: een dicht dak, elektra dat veilig is, behaaglijk genoeg om te kunnen werken.

Ook dat is lastig. Het geschikt maken, voor wat dan ook, van leegstaand maatschappelijk vastgoed is kostbaar. Een projectontwikkelaar die er brood in ziet is dan heel welkom. En het levert meteen iets op. Dat cultuur veel toevoegt aan de aantrekkelijkheid van een stad, mag dan een waarheid als aan koe zijn, het levert pas op veel langere termijn economisch iets op. Meestal heel impliciet, bovendien.

Anders gezegd: de koopman kiest al snel voor tastbaar rendement.

Onderzoek als symptoom van bestuurlijke verlegenheid

Nog een saillant detail: Enschede huurde vorig jaar een dure meneer uit Rotterdam in om een analyse te maken van de culturele kaart van de stad. Dat kostte een ton. De platgeslagen conclusie van die analyse was dat er wel iets moest gebeuren. Met wat tips, die evengoed uit de stad zelf hadden kunnen komen. Cultuurmakers en beleidsambtenaren weten best wel wat zij nodig hebben om de stad een impuls te geven.

Met de kosten voor dat onderzoek waren verschillende collectieven al een mooi stuk op weg geholpen. En hadden ze bij de Robsonateliers niet in de kou hoeven zitten.

Zonder de waarde van zo’n onderzoek te kort te doen: het laat ook zien dat de stad wat verlegen is met de zelfgekozen opgave. We willen iets, maar hoe dan? Er is gemeenschapsgeld mee gemoeid, bovendien. Dat moet je verantwoord besteden. Een onderzoek kan helpen om uitgaven te legitimeren. Keerzijde: het kost geld dat je misschien ook - en effectiever - had kunnen inzetten om een deel van de plannen alvast te realiseren.

Het gaat niet vanzelf

Enschede is relatief laat begonnen met het maken van beleid voor culturele broedplaatsen. Een jaar of zes geleden kwam het op de politieke agenda, na een informatie-avond voor politiek en ambtenarij, belegd door toen kersvers GroenLinks-raadslid Marianne Schouten. Voor het eerst werd er iedereen glashelder dat talent al jaren relatief massaal uit Enschede vertrok, na de opleiding. Simpelweg omdat er te weinig kansen waren voor verdere ontwikkeling. Het besef daalde in dat een bruisend cultuurklimaat niet (meer) vanzelf ontstaat.

Er kwam gesprek op gang. In de gemeenteraad, binnen de ambtelijke burelen en met partijen uit de stad. Die laatste hebben een flinke stem gehad in de huidige cultuurnota, waarin het beleid voor de komende jaren is uitgewerkt. Met financiële onderbouwing.

De Brandweerkazerne: een voorbeeld

Maar het uitrollen van nieuw beleid gaat traag. Altijd. Wethouder Diepemaat noemde onlangs in een gesprek een aansprekend voorbeeld: dat van de voormalige brandweerkazerne aan de Hengelosestraat. Heel geschikt voor de huisvesting van drie kunstenaarscollectieven die dakloos waren geworden. Het was goed nieuws: BlackBrick, Sickhouse en GrensFrequentie zouden daar een flinke tijd kunnen zitten.

Totdat er bouwkundige rapporten opdoken, waaruit bleek dat het pand door betonrot wordt geplaagd. Er ging een streep door de huisvesting van een broedplaats op die plek.

Brandweerkazerne
Lees ook
Brandweerkazerne als creatieve broedplaats in Enschede van de baan

Die brandweerkazerne is van de gemeente. Maar omdat het deel uitmaakt van de herontwikkeling van de Spoorzone, zat het niet meer in het vastgoedpakket van het gemeentelijke Vastgoedbedrijf. Het was gebruikt door het Enschedese grondbedrijf en stond inmiddels leeg te wachten op die herontwikkeling. De verkenning voor gebruik als broedplaats was met dat grondbedrijf gedaan - daar lagen de sleutels.

Maar de bouwkundige rapporten lagen in een la bij het Vastgoedbedrijf en kwamen pas veel later op tafel.

De veelheid aan gemeentelijke wissels

Nieuw beleid betekent dat er heel wat wissels om moeten binnen een grote en diverse gemeentelijke organisatie. Soms voorzie je dat, soms loop je er tegenaan op het moment dat de trein al rijdt. In dit geval ging het om iets heel praktisch, maar de gemeentelijke machinerie rijdt via tal van trajecten: juridische, politieke, maatschappelijke en organisatorische. Trajecten die met elkaar vervlochten zijn, bovendien.

De logica van regels en protocollen

Om een warboel en ongelukken te voorkomen, gelden er regels en protocollen. Geen overheid die zonder kan. Dat schuurt met de behoefte aan snelheid en regelluwe voorzieningen, zoals die van broedplaatsen. Enschede is niet de enige gemeente die daarmee worstelt; in heel het land zijn in de afgelopen tien, vijftien jaar initiatieven vanuit de maatschappij ontstaan - een nieuw soort maatschappelijk middenveld van burgers die zelf taken oppakken. En overal zie je dezelfde gemeentelijke reactie: ‘Wat gaaf!’ Maar ook, gaandeweg: ‘Wat lastig!’

Vuur voorstelling Tuin der Lusten
Een vuurshow van Eye Burn op landgoed Den Alerdinck tijdens de laatste editie van festival 'De Tuin der Lusten' in 2019. Het festival is, met tientallen andere kleinere festivals, inmiddels ter ziele.
Beeld: Ernst Bergboer / 1Twente

Overheden laten moeilijk los. Niet zo gek ook: als het misgaat, dragen zij vrijwel altijd mede verantwoordelijkheid. Financieel (gemeenschapsgeld!) en juridisch. Er zijn vergunningen verleend, er is toestemming gegeven, ruimte geboden. Hoe doe je dat verantwoord èn regelarm tegelijkertijd? In een tijd waarin elk schandaal breed wordt uitgemeten?

Cultuurclash: rauwe subcultuur en geordende overheid

Die behoefte aan ‘regelarm’ of ‘regelluw’ gaat dubbel op voor subcultuurmakers. Als er één bevolkingsgroep is waar je echt niet met regels moet aankomen, is het die. Subcultuur en gemeenten zijn bepaald geen natuurlijke partners. Het is een beetje een semantische oefening, maar de plekken waar de Enschedese subcultuur zich ophoudt zijn minstens zoveel vrijplaats als broedplaats. Dat kan ook niet anders.

Dat betekent dat de gemeente te maken heeft met een groep die hinkelt tussen het besef afhankelijk te zijn voor voorzieningen, maar die ook met rust gelaten wil worden. Dat is lastig manoeuvreren. Het vraagt om bruggenbouwers. Aan beide zijden. Gelukkig zijn die er in Enschede, afgaand op de geluiden uit de stad en het stadhuis.

Subcultuur: onafhankelijk en veelkleurig

Tot slot: de gemeenschap van autonome en alternatieve cultuurmakers is niet homogeen. Hij bestaat uit een bont gezelschap van groepen en collectieven, met diverse disciplines en activiteiten. En allemaal brengen ze een eigen achterban mee, een ‘community’ die van wezenlijk belang is voor het geheel. Er is veel overlap, zowel tussen de kunstenaars als die achterban, maar de collectieven verschillen ook van elkaar en hebben verschillende behoeften.

Sommige collectieven zijn goed georganiseerd en zoeken vooral werkruimte. Andere kennen een veel lossere structuur, maar wel een stevige sociale basis die de voedingsbodem is voor activiteiten. Dat zijn collectieven die ook ontmoeting organiseren: feesten, concerten, dance-avonden. Die hebben behoefte aan een plek waar dat niet tot overlast leidt.

Museum of the Future 6
Lees ook
Broedplaatsen en nachtclubs; de zoektocht van Enschede naar ruimte

Sommige zijn bescheiden als het om het aantal kunstenaars gaat en het werk dat zij maken. Of hebben een relatief steriele ruimte nodig. Andere produceren een hoop stof en kunnen niet uit de voeten zonder een grote loods, liefst met een zware takel om materiaal en werkstukken te kunnen verplaatsen. En een heftruck.

Infrastructuur voor over tien jaar (en redden wat er te redden valt)

Dat Enschede nieuw cultuurbeleid heeft ingezet met een expliciete plek voor broedplaatsen, wil niet zeggen dat dat ook vlot geregeld is. De stad heeft nauwelijks ruimten die zich daarvoor lenen. Er is wel geld gereserveerd, maar daar kun je ook weer niet de culturele hemel mee bestormen. Die bovendien gevuld is met een bont gezelschap grondpersoneel. Eigengereid grondpersoneel ook, dat allemaal een eigen hoekje zoekt.

Je zou kunnen zeggen dat het ‘too little’ en vooral ‘too late’ is. De kans dat wat de stad nu heeft ook allemaal behouden blijft, is klein. De bruggenbouwers uit de gelederen van gemeente en cultuursector zien vooral een infrastructuur voor zich die over een jaar of tien het dan opkomende talent wèl de plek biedt om zich verder te ontwikkelen.

Sevgi Yazici en Annebel Bunt
Lees ook
Enschedese underground luidt de noodklok: ‘Anders vertrekken we’

Ondertussen doet de stad er goed aan te redden wat er te redden valt. Want, met een citaat uit een recente brandbrief van de sector: ‘er is geen reden waarom Enschede geen cultureel relevant hoogstandje zou kunnen zijn!’. Wil je dat, dan is het doodzonde als je meer cultuurmakers kwijt bent dan nodig is.

Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.