1Twente en Twente FM volgen twaalfde lading hulpgoederen van Denekamp naar Oekraïne
Het is ruim anderhalf jaar geleden sinds de Russische inval in Oekraïne. Stichting Oost Europa Dinkelland zet zich al vanaf dag één in voor het land in oorlog. Talloze vrachtwagens met hulpgoederen zijn al vertrokken vanuit Twente richting Oekraïne. Verslaggever Ernst Bergboer en cameravrouw Jessy Soepenberg van 1Twente volgen het twaalfde hulptransport. “Het zijn Tukkers die deze spullen hebben ingezameld, wij halen de verhalen op bij de mensen waar deze hulpgoederen terecht komen”, vertelt verslaggever Ernst Bergboer.
Het duo is in de ochtend van 19 oktober vertrokken vanuit Enschede richting Kyiv. “We verwachten twee dagen onderweg te zijn”, zegt cameravrouw Jessy Soepenberg. Verslaggever Bergboer wijst op het belang van journalistieke producties uit oorlogsgebieden. “Tegelijkertijd is het nog steeds een conflict dat ongelooflijk van belang is, voor de mensen daar natuurlijk met hun menselijk leed, maar ook voor de wereldorde.”
Twaalfde lading
Het is de twaalfde lading hulpgoederen die de Denekampse stichting richting Oekraïne stuurt. “We hadden de vracht bijna vol, totdat Stichting Noot voor Nood belde”, vertelt voorzitter Jan Molenaar van Stichting Oost Europa Dinkelland. Stichting Noot voor Nood nam contact op met Molenaar omdat ze oude schoolmeubilair wilden doneren. “Het oude pand van basisschool de Zevenster in Oldenzaal staat vol meubilair, de basisschool was zo vrij om deze voor ons beschikbaar te stellen”, benoemt Peter Rouwhorst van Stichting Noot voor Nood.
In de stromende regen zijn er een zeventall vrijwilligers van beide stichtingen aan het werk om de vrachtwagen in te laden voor het vertrek richting Kyiv. Naast het schoolmeubilair is het transport gevuld met gedoneerde bedden, medicijnen, huishoudelijke artikelen en speelgoed. Bergboer en Soepenberg volgen deze vrachtwagen en brengen de eindbestemming in beeld. “Je kunt wel doneren aan grote goede doelen en daar zullen ongetwijfeld ook goede dingen mee gebeuren. Maar dit is kleinschalig, door de video’s kun je zien dat de spullen op de juiste plek terecht komen”, sluit Rouwhorst van Stichting Noot voor Nood af.
