Wat Vuurwerkramp is voor Enschede, is de brand in ’t Hemeltje voor Volendam
Een volle bus met Enschedeërs vertrok op 12 januari 2000 naar Volendam om mee te lopen met de Stille Tocht voor de slachtoffers van de brand in ’t Hemeltje. In het café voltrok zich in de nieuwjaarsnacht van 2000 /2001 een ramp waarbij veertien vooral jonge Volendammers het leven lieten en er 350 gewond raakten. De Volendamse Burgemeester Lieke Sievers en wethouder Vincent Tuijp bezochten Enschede. Ze wilden weten hoe Enschede de vuurwerkramp verwerkt.
Volendam staat over een paar maanden stil bij de ramp die twintig jaar geleden het dorp trof. In café ’t Hemeltje aan de Haven 154-156 brak rond half een in de nieuwjaarsnacht 2001 een allesverwoestende brand uit. Het was niet voor niets dat Enschedeërs hun deelneming wilden uitspreken met hun deelname aan de Stille Tocht. Zeven maanden eerder ontplofte de vuurwerkfabriek SE Fireworks in Roombeek. Enschede wist precies hoe Volendam zich voelde.
Twintig jaar later staan de burgemeesters Onno van Veldhuizen, Lieke Sievers en wethouder Vincent Tuijp samen bij het vuurwerkmonument in Roombeek. Hoe hebben jullie de ramp verwerkt? Wat hebben jullie met de verhalen van de Enschedeërs gedaan? En hoe werkt het Huis van Verhalen?
Met die vragen komen de Volendammers naar Enschede op het moment dat in Beirut de schade wordt opgenomen van een immense ontploffing, er gevochten wordt voor de levens van inwoners en de zoektocht naar vermisten op gang komt.
De paniek, de nasleep van de ramp, schade aan lijf en goed: beide Nederlandse gemeenten weten wat het is.
Burgemeester Sievers en wethouder Tuijp zijn onder de indruk van het verhaal van Hadassa Meijer van het Huis van Verhalen waar zoveel persoonlijke verhalen over de vuurwerkramp zijn verteld en gebundeld. “Ik weet nog waar ik was toen het gebeurde. Ik was op de Veluwe in Deelen en zag die enorme rookpluim”, vertelt Sievers. Ze zoekt naar mogelijkheden om de verhalen van de Volendammers over de ramp net als in het Huis van verhalen te bewaren en vooral verder te vertellen. “Het is net als in deze stad onderdeel van de historie geworden.”
De bestuurders vertellen over de ontmoetingen met hun dorpsgenoten die getekend zijn door de brand. “Je komt ze steeds weer tegen, het is te zien. We zijn nu op het pand om het voormalige café een plek te geven in de ramp. Die plek is nooit ingevuld. Als je in het café komt staat de bar er nog met een glas onaangeroerd op het schap. Nu willen we kijken hoe we er op een andere manier invulling aan geven”, aldus de wethouder.
Ook Onno van Veldhuizen ziet de meerwaarde van het bezoek aan zijn stad. “De Volendammers die willen weten hoe ’t hier werkt, zijn van harte welkom.” Hij zinspeelde verder op een uitwisseling van kennis en ervaringen.
Gerelateerd
