Drie jaar lang dook journalist Joost Dijkgraaf voor Tubantia in de meest uiteenlopende werelden. Erin duiken, is ook echt ‘erin duiken’. Want hij deed niet zomaar verslag, hij wilde alles aan den lijve ondervinden. Zo ging hij undercover bij Preston Palace, schepte ijsjes bij Van der Poel en werd zelfs Airbnb-host. Maar het is nu mooi geweest, afgelopen zaterdag verscheen de allerlaatste ‘Joost zoekt het uit’.
Maar hij deed veel meer. Hij liep een dag mee met de directeur van De Grenze en begon met de reportage ’s morgensvroeg in de slaapkamer van de baas van dat bedrijf. “Ik wilde weten hoe de Joppiesaus in Glanerbrug is ontstaan, at twee weken alleen maar streekproducten en merkte hoe mijn Airbnb-gast uit Italië lekkere pasta kon maken, maar ook ’s nachts in mijn tuin wiet rookte. Dat was minder.”
Dijkgraaf probeerde vooral onderwerpen te pakken waarvan hij dacht dat die jongeren zouden aanspreken. “Ik ben zelf een milennial en denk anders dan vijftigers en zestigers. Dit waren onderwerpen uit mijn eigen brein. Een heerlijk gevoel als het lukt.”
De verslaggever wilde de verhalen zo dicht mogelijk bij zijn lezer brengen. “Wat nou als ik 24 uur onderduik in het uitgaansleven van Preston Palace. Wat gebeurt er dan.” Zijn conclusie: ‘Een plek waar je je portemonnee thuislaat en overgeeft aan het fabrieksentertainment. Fascinerend, luxe, heel Hollands, mooi en lelijk tegelijk’.
Sloegen de verhalen aan, wil presentator Niels Veurink weten. “Elke zaterdag keek ik wel op onze site naar de meest gelezen berichten. Bijna zonder uitzondering stonden ze altijd in de top vijf van de meest gelezen berichten. Dus ja, ze sloegen aan", aldus Dijkgraaf.
Tijdens coronatijd werd het lastiger om de onderwerpen uit te werken. “Ik mocht niet meer langskomen”. Toen werd ook wel duidelijk dat hij na zijn derde seizoen op zou houden. “Daarover heb ik best wel reacties gehad. Mijn favoriete rubriek, schreef iemand. Dan word je best wel bijna verlegen”, vertelt Dijkgraaf die zich op de redactie van de krant nu op andere dingen gaat richten.