Het begon in het Diekmanstadion, ze reisden mee naar het Arke Stadion en zijn niet weg te denken uit hun plek in Vak-P: de trommelaars van FC Twente. Een groep enthousiaste supporters die ieder weekend alles geven voor hun club. Of ze nou achterstaan of een voorsprong verdedigen, zij zorgen voor de sfeer in het stadion. En dat doen ze al meer dan dertig jaar.
De trommelaars vormen een groep fanatieke supporters uit de harde kern van FC Twente, die al sinds de tijd van het Diekmanstadion bij elke wedstrijd aanwezig zijn. Hun doel? Zoveel mogelijk mensen achter de spelers krijgen. “Dat is het allermooiste, net als wanneer je ’s avonds voor de buis zit en jezelf terughoort”, aldus trommelaar Thomas.
Het begon bij FC Twente-fan Edwin, die meer dan twintig jaar trommelaar was bij de club. “We begonnen in het Diekmanstadion op die trommel te slaan. Dat was toen een betonbak. Toen merkten we pas hoeveel sfeer dat bracht”, vertelt hij. Al snel trommelde hij niet meer alleen tijdens thuis- en uitwedstrijden. “Ik vroeg al gauw Paco erbij en samen met een derde jongen, Gerrit, werden we de eerste trommelaars van FC Twente.”
Lees verder onder de afbeelding.
De trommelaars kozen zelf hun vaste plek in het stadion. “Toen de overgang van het Diekmanstadion naar het Arke Stadion kwam, wilde FC Twente ons eerst bij het uitvak neerzetten. Dat leek ons geen goed idee”, legt Edwin uit. “Toen zei de club: ‘Waarom kijken jullie niet mee naar waar jullie wél willen zitten?’ En dat deden we. We gingen met een helm op het nieuwe stadion in om rond te kijken, en op de plekken die we toen uitkozen, zitten we nog steeds.”
Niet elke trommelaar begon met trommelen vanwege het voetbal. “Ik ging altijd met mijn vader mee, maar had toen niks met voetbal. Dat kwam pas later”, zegt trommelaar Yassin. “Ik drumde al voordat ik in het stadion begon. Het was voor mij een eer om gevraagd te worden”, voegt huidig slagwerker Jurian daaraan toe. Jurian heeft twee jaar niet getrommeld, maar is sinds kort weer actief bezig in het stadion.
Dat de trommelaars achter elkaar staan en niet naast elkaar, is een bewuste keuze. “Je wilt natuurlijk niet vlak achter een normale fan met je trommel staan. Die kan er doof van worden”, vertelt Edwin. “We hebben daarom gevraagd of er rekening gehouden kan worden met voldoende ruimte om onze trommels kwijt te kunnen.”
Dat sommige trommelaars hoger zitten dan anderen, heeft alles te maken met een erecode binnen de groep. “Degene die het hoogste op de trap staat, is de hoofdtrommelaar; de persoon met de meeste ervaring. Hoe verder je naar beneden gaat, hoe minder ervaring je hebt. Het is voor ons dus ook een hiërarchie”, legt Yassin uit.
Het leven van een trommelaar is niet altijd rozengeur en maneschijn – blessures liggen soms op de loer. “Je krijgt blaren op je handen. Sommige trommelaars spelen daarom met handschoenen. Je kunt je handen namelijk geen rust geven als je elk weekend moet spelen.”
Van Leeuwarden tot Rotterdam: de trommelaars van FC Twente zijn altijd present als hun club speelt. “Bij Auxerre zorgde dat wel voor wat problemen, omdat onze trommels niet door de poortjes konden. Dat zijn vervelende momenten als je ze zo ver meeneemt”, legt Edwin uit. Thomas vult aan: “We nemen ze overal mee naartoe: huldigingen, uitwedstrijden en thuiswedstrijden.”
Een uit- of thuisduel trommelen is voor de groep fanatiekelingen appels met peren vergelijken. “Tijdens een uitduel doet iedereen mee, en dat is een bijzonder gaaf gevoel", zegt Yassin trots. Jurian is het daarmee eens, maar geniet ook van thuiswedstrijden: “Dan is het onze uitdaging om het hele stadion mee te krijgen en te laten zingen. Dat is lastiger, maar het is aan ons om ons best te doen om dat voor elkaar te krijgen.”
Toch hebben de trommelaars niet het eeuwige leven en zullen ze de stokken – letterlijk – moeten overdragen aan de jongere generatie. “Er komen altijd nieuwe jongens bij. Dat maakt het ook zo leuk. Je groeit er samen mee op”, aldus Thomas. “Ik zit nu met wat oud-leden in een vak schuin boven de trommelaars, en soms als ze niet fanatiek genoeg zijn, stuur ik even een appje dat er in de tweede helft wel een tandje bij mag. Dat zal altijd in me zitten”, erkent Edwin.
Over één ding zijn ze het eens: zolang de trommelaars de club trouw blijven, blijft de Grolsch Veste een onneembare vesting — een stadion waar de trommels net zo luidruchtig brullen als de fans.