De Tweede Kamer wil dat er tempo wordt gemaakt met het mogelijk maken van 740 meter lange goederentreinen, ook op het Twentse spoor. Een motie hiertoe van Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek werd deze week aangenomen. De motie roept het kabinet op om vóór het einde van het jaar met concrete plannen te komen. Volgens de motie is het goederenvervoer over het spoor belangrijk voor het behalen van de klimaatdoelen, voor de concurrentiepositie en voor militair transport binnen Europa.
Op dit moment mogen goederentreinen op het Twentse niet langer zijn dan 590 meter. In andere Europese landen, zoals Duitsland, wordt er nu al werk gemaakt van langere treinen. Langere treinen betekent lagere kosten, waardoor er dus een betere concurrentiepositie komt tegenover het vervoer over de weg.
Volgens Europese regels moeten er in 2030 treinen met een lengte van 740 meter kunnen rijden. Met de motie moet het kabinet voor het einde van het jaar met een financieel onderbouwd plan komen. Het kabinet zei eerder dat het 'uitdagende doelstellingen' zijn.
Het is niet de eerste motie met deze boodschap: in 2022 droegen VVD-kamerlid Fahid Minhad en D66-kamerlid Lisa van Ginneken het kabinet op om samen met ProRail een plan te maken. Ook deze motie werd door een meerderheid van de kamer aangenomen.
Eind 2023 publiceerde ProRail een onderzoek naar de 740-meter treinen en wat ervoor nodig is om dit geregeld te krijgen. Volgens deze zogenaamde 'corridorstudie' zegt ProRail dat deze investeringen het waard zijn en dat het positieve effecten heeft voor onder andere het klimaat. De spoorbeheerder verwacht dat er jaarlijks voor een hoeveelheid aan CO2 wordt bespaard gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van 52.000 vrachtwagens. 'Om deadlines te halen is nú financiering noodzakelijk', schreef ProRail eind 2023. Het gaat om honderden miljoenen euro's.
Voor Twente moeten er aanpassingen worden gedaan in Hengelo en Oldenzaal. In Hengelo moeten goederentreinen regelmatig wachten op de intercity naar Berlijn. Er moet daar ruimte komen op het spoor waar de lange treinen kunnen wachten tot die intercity gepasseerd is. In 2022 werd er 90 miljoen euro vrijgemaakt om de eerste infrastructuur in Nederland aan te passen, waaronder in Hengelo.
De spoorbeheerder onderzoekt nog of het mogelijk is dat alle goederentreinen Hengelo kunnen passeren zonder extra stop, ook als ze 740 meter lang zijn. Als dat lukt, vervalt mogelijk een deel van de geplande investering. Hierover wordt naar verwachting in 2029 meer duidelijk.
In Oldenzaal zijn momenteel drie zogeheten 'buffersporen', waar treinen kunnen wachten bij vertragingen of verstoringen, voordat ze de grens overgaan. Eén van deze sporen is al geschikt voor 740 meter-treinen. ProRail wil een tweede spoor hiertoe verlengen. Een ruwe schatting uit 2023 komt wat betreft de kosten hiervoor uit op ruim 18 miljoen euro exclusief btw. Ook dit moet in 2029 afgerond zijn.
De eis van 740 meter lange goederentreinen maakt deel uit van het Trans-Europees Transportnetwerk (TEN-T). Dit is een project om transportroutes in Europa beter met elkaar te verbinden. Naast wegen en binnenvaart zijn spoorwegen een belangrijk onderdeel van dit Europese plan. Het zogeheten 'kernnetwerk', waar ook het Twentse spoor van Almelo tot Oldenzaal, het Twentekanaal, de havens van Hengelo en Almelo, en de A1 onder vallen, moet volgens de planning in 2030 klaar zijn.
Spoorgoederenvervoer speelt een belangrijke rol in het militair transport binnen Europa. Volgens Volt zijn langere goederentreinen nodig om de zogeheten 'militaire mobiliteit' te versterken. De Europese Commissie investeert daarom fors in dit soort corridors. Naast economische en militaire motieven wijst Volt ook op het klimaatvoordeel: één goederentrein vervangt gemiddeld 56 vrachtwagens.