Raadslid Leo Janssen heeft in 2020 de meeste schriftelijke vragen gesteld aan het college van B en W. Dit blijft uit het openbare register op de website van de gemeente Hengelo met vragen en antwoorden. Lid Janssen stelde in totaal 21 vragen. Oppositiepartijen LokaalHengelo en de PVV zijn met respectievelijk 12 en 11 vragen tweede en derde.
In totaal werden vorig jaar gemiddeld 86 schriftelijke vragen gesteld. Janssen stelde de meeste vragen over de binnenstad (horeca, terrassen, marktplein) en over de verkoop van een gemeentelijke boerderij in de Dasstraat.
Uit het online overzicht van de gemeente Hengelo blijkt dat het CDA en D66 geen enkele schriftelijke vraag stelden. Een grote meerderheid van de vragen werd gesteld door de oppositie, namelijk 67 vragen, tegenover 19 vragen door de coalitiepartijen.
Vorig jaar gaf het college van B en W 92 keer schriftelijk antwoord op schriftelijk gestelde vragen door partijen uit de raad. Daar zaten 6 vragen bij die in 2019 zijn gesteld en die in dat jaar nog niet beantwoord konden worden.
Gemiddeld kost het beantwoorden van een schriftelijke vraag de gemeente zo’n 1000 euro per vraag. Daarmee was de gemeente in 2020 - naar schatting - een slordige honderdduizend euro kwijt.