CDA Losser: ‘Met wie sprak college gemeente Losser over ’t Trefhuus in Overdinkel?’

Tijdens de besluitvormende vergadering van 12 november 2024 diende de CDA-fractie de motie ‘Centrumontwikkeling Overdinkel’ in. “Het doel van deze motie was om het college te ondersteunen in het zetten van concrete stappen richting een gezamenlijke aanpak rond ’t Trefhuus”, aldus de fractie. De motie behaalde geen meerderheid, omdat het college aangaf al in gesprek te zijn met betrokken partijen.

Schriftelijke vragen

CDA Losser heeft afgelopen week vervolgens schriftelijke vragen gesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders over de centrumontwikkelingen in Overdinkel.

“Uit onze gesprekken met verenigingen, dorpsraden en ondernemers blijkt dat er behoefte is aan duidelijkheid en samenwerking. De recente ontwikkelingen, zoals de verkoop van het voormalige Rabobankgebouw en het gebruik van de oude bibliotheek als opslagruimte, onderstrepen de urgentie van een integrale aanpak. Het is nu aan het college om te laten zien dat ze deze uitdaging serieus nemen”, licht CDA-raadslid Jos in het Veld toe.

Woningbouwcorporatie

Het CDA heeft het college onder meer gevraagd naar de status van de gesprekken met vastgoedeigenaren rondom ’t Trefhuus en naar de voortgang van een stedenbouwkundig plan.
Daarnaast wordt er aandacht gevraagd voor de betrokkenheid van de woningbouwcorporatie. De fractie hoorde dat de afdeling Vastgoed van de woningbouwcorporatie niet op de hoogte is van deze gezamenlijke gesprekken, en wil weten of dat klopt.

Ook de impact van individuele initiatieven op een mogelijke integrale ontwikkeling komt in de vragen aan de orde. De CDA-fractie wil weten of het college op de hoogte is van het feit dat het voormalig Rabobankgebouw in week 48 van eigenaar is gewisseld en wil weten wat het standpunt van de huidige eigenaar van de oude bibliotheek is ten aanzien van een gezamenlijk plan.

De fractie geeft aan dat het voormalige politiebureau aan de Prins Hendrikstraat momenteel wordt verbouwd. ‘Samen met andere panden in de Prins Hendrikstraat, Hoofdstraat en Prins Bernhardstraat vormen deze panden een cruciaal onderdeel van een mogelijke gezamenlijke aanpak. Welke stappen onderneemt het college om te voorkomen dat individuele initiatieven een integrale stedenbouwkundige ontwikkeling belemmeren?’ is de vraag.

“De toekomst van Overdinkel verdient een gezamenlijke visie waarin de belangen van alle betrokkenen worden meegenomen,” aldus Jos in het Veld. “We hopen dat het college onze vragen snel beantwoordt en de noodzakelijke stappen zet.”