Tien jaar cel voor Syriëganger (33) uit Hengelo vanwege terreur en slavernij
Er was acht jaar celstraf tegen haar geëist, maar de rechtbank legde tien jaar op tegen Syriëganger en IS-bruid Hasna A. (33) uit Hengelo. Behalve lidmaatschap van terreurorganisatie Islamitische Staat werd ze ook schuldig bevonden aan het in gevaar brengen van haar minderjarige verstandelijk gehandicapte zoon. En ook is ze veroordeeld voor het meest opmerkelijke misdrijf waarvoor ze terechtstond: het als slaaf laten werken van een Jezidi-vrouw, een etnisch Koerdische minderheid.
Het is voor het eerst dat een Nederlandse vrouw voor dit vergrijp is veroordeeld voor een misdaad tegen de veel gediscrimineerde Jezidi's, schrijft Oost.
Met noorderzon vertrokken
De destijds 24-jarige Hasna woonde samen met haar vader en haar vierjarig verstandelijk gehandicapte zoontje in een flatje aan de Hengelose Rossinistraat toen ze in maart 2015 van de ene op de andere dag verdween. Haar klasgenoten had ze een bericht gestuurd dat ze naar het IS-kalifaat was vertrokken en niet zou terugkeren.
Twijfelachtige primeur
Hasna had daarmee een twijfelachtige primeur: ze stond niet alleen terecht voor het plegen van terreurdaden, maar ook voor het uitbuiten van twee Jezidi-vrouwen. Het was voor het eerst in ons land dat een Nederlandse vrouw werd vervolgd voor betrokkenheid bij slavernij, een misdaad tegen de menselijkheid.
Keihard vonnis
De rechtbank is keihard in het vonnis. De vrouw wordt schuldig bevonden aan in totaal vier feiten, waaronder lidmaatschap van IS. "Door zich aan te sluiten bij IS en zich te voegen bij IS-strijders heeft de vrouw ook het plegen van terroristische misdrijven bevorderd", aldus de rechtbank in het vonnis.
Volgens de rechtbank had het verblijf in het IS-kalifaat verstrekkende gevolgen voor haar kinderen, wat de moeder in het vonnis zwaar werd aangerekend. "Ze hebben een deel van hun leven moeten doorbrengen in oorlogsgebied en in door IS gecontroleerde gebieden. Met alle gevaren en risico's van dien."
Ook staat de rechtbank in het vonnis stil bij het feit dat de moeder destijds haar vierjarig gehandicapte zoontje meenam. "In Syrië werd de jongen blootgesteld aan bombardementen en beschietingen. Dat alles heeft nadelige lichamelijke en geestelijke gevolgen voor de zoon gehad."
Vrouw als slaaf
Hasna heeft de beschuldigingen tegengesproken. Ja, ze wist dat de vrouwen tegen hun wil werden vastgehouden en dat ze allerlei werkzaamheden moesten uitvoeren, maar zelf heeft ze nooit opdrachten gegeven. En wist al helemaal niet dat de Jezidi-vrouwen met de IS-mannen moesten slapen.
"Dat ik in hetzelfde huis woonde, wil nog niet zeggen dat ik alles heb gezien en gehoord", zo verklaarde ze tijdens de rechtszaak.
De rechtbank achtte de slavernij echter bewezen: een misdaad tegen de menselijkheid, waarop forse straffen staan. Volgens de rechtbank wist Hasna van de IS-praktijken gericht tegen Jezidi's, maar heeft ze niets gedaan om het leven van de tot slaaf gemaakte vrouw te verzachten. "Integendeel. Ze gaf de Jezidi-vrouw zelf ook opdrachten om werk in het huishouden te verrichten en om voor haar zoon te zorgen." De rechtbank noemt dit kwalijk.
Hasna wordt overigens vrijgesproken van een tweede geval van slavernij, omdat daar onvoldoende bewijs voor is.
Erbarmelijke omstandigheden
De rechtbank hield in het vonnis rekening met de psychische problematiek van Hasna, waardoor ze in verminderde mate toerekeningsvatbaar is. Ook weegt de rechtbank mee dat de vrouw na de val van het kalifaat in 2019 nog jarenlang onder erbarmelijke omstandigheden in Koerdische detentiekampen heeft doorgebracht.
Hasna was zelf niet bij de uitspraak aanwezig, maar volgde die via een videoverbinding. Ze heeft twee weken tijd om in hoger beroep te gaan.
De strafzaak werd door de rechtbank Den Haag behandeld omdat dit de enige rechtbank is in ons land die internationale misdrijven behandelt, waaronder misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven.
