Een nacht in het jaar alle musea open en gratis toegankelijk. Dat was toch ooit het idee van de Museumnacht. Enschede telt er maar twee en daar is een mouw aan gepast. In de grootste stad van Overijssel is het een soort Open Monumentendag geworden, maar dan in het donker. Tout talentvol Enschede werd zaterdag uit de kast getrokken.
Het is bij een rondgang door de stad ondoenlijk om een inschatting te maken van het aantal mensen dat op de been is om een kijkje te nemen bij alle locaties waar Museumnacht is neergestreken. Maar druk is het. Ondanks het feit dat de nacht nu niet meer gratis is. Overal waar de paars-blauwe verlichting het festijn aankondigt, staat een haag van fietsen, als een verticaal mikado-spel van glanzend staal.
Op de meeste plekken klinkt muziek. Stemmig in de musea, stevig op de plekken waar minder breekbaar spul te vinden is. Zo’n twintig locaties hebben de deuren opengezet: van cultuurclubs rond de Performance Factory tot de MuseumFabriek. Geen wonder dat de meeste bezoekers een fiets hebben meegenomen: het spreidingsgebied van de Museumnacht is fors.
Datzelfde geldt voor het aanbod. Niet te doen, als je ook nog een beetje wilt meekrijgen wat artiesten, dichters, rondleiders en kunstwerken te vertellen hebben. Of een workshop wilt volgen. Wie last heeft van FOMO (fear of missing out), kan de Museumnacht beter overslaan.
Textiel. Klassieker kan het niet in deze stad. In de MuseumFabriek draait het om stoffen, kleding, naald en draad. Hautaine dames die menen dat sjieke dracht hen verheft boven de rest van de mensheid. Een reusachtig wandtapijt wording dat het verhaal vertelt van het Overijsselse slavernijverleden. Barbiepoppen met kleren, gemaakt van allerhande alternatieven voor milieubelastend katoen; nog even en we moeten 10 miljard mensen kleden.
Lees verder onder de afbeelding.
In de verte ratelt een weefgetouw. Dichterbij gekomen klinkt er snaarmuziek. Natuurlijk: weefgetouw, strakgespannen snaren… de stap van herrie naar muziek is klein.
Trippen zonder pilletje. Jawel, kan prima. Pik de expo ‘Chasing the dot’ van Philip Vermeulen in het Rijksmuseum maar even mee en je weet het.
Lees verder onder de afbeelding.
Even rustig met z’n tweetjes op een bankje in de semi-schemer kan ook. Te druk voor serieus geflikflooi, maar daar is een museum ook niet voor.
Blijft een droomplek, dit. Zeker als het donker is. Plantennirwana met vissen, Maria’s en boeddha’s, alles vredig bijeen. Achterin, naast de wenteltrap naar de hemel erboven, draait popprofessor Arres Roordink plaatjes. Tot Merlijn Dewasme klaarstaat voor een set Nederlandstalige ‘verhaalpop’, zoals op affiches staat. Klopt als een bus.
Lees verder onder de afbeelding.
Het Paradijs zit vol, Petrus kan tevreden zijn. Net als Thijs en Lisa, die er de baas zijn.
Joost Oomen. Nog een keer: Joost Oomen. Nooit (van) gehoord of gezien? Echt, die storm moet je een keer over je heen laten komen. Dichter. Of woordbraker. ADHD van hier tot Tokio, maar geiniger gaat poëzie of een woordenbrij niet worden. En dan ‘Droom dit’ in mini-formaat, afgeslankt. Duo in plaats van complete band. Woordkunst en muziek van Enschedese bodem, breekbaar en scherp als glas.
Lees verder onder de afbeelding.
Met de spoken-word-posse van Mark de Geest onderdeel van het Warme Woorden Festival van het Enschedese dichterscollectief die (dichters in Enschede) in Boksclub Twente. Ooit een kerk; je ziet het er nog aan af. De ring is preekstoel vanavond.
Nog (veel) meer muzikaal talent uit de stad. Aanstormend. Van net begonnen tot ‘kom maar op met de grote podia’. Silke Veld in de Grote Kerk, waar je een speld kunt horen vallen, ware het niet dat zij zong. Met toetsenist en backing vocals.
Lees verder onder de afbeelding.
In de krochten van het Muziekcentrum stampen een paar gastjes samples en beats uit een dj-set. Een deur verderop wordt een serieus potje gejamd. Hoe oud zij zijn, vraagt iemand. Geen idee, maar jonger dan je zou denken als je hoort wat zij uit hun instrumenten persen.