Van alle 15- tot 64-jarigen in de stad hebben er naar verhouding weinig een baan of zijn er weinig actief op zoek naar een baan. Bijna 57 procent om precies te zijn. Landelijk ligt dat aantal op zo'n 67 procent. De participatiegraad in Enschede staat er zogezegd slecht op. Slechter dan de 49 andere gemeenten van de G50 (grootste vijftig).
En dat terwijl de arbeidsmarkt van Enschede na 2004 juist een verbetering vertoonde. Meer nog dan de rest van de G50. Na 2009 nam het percentage werkenden en werkzoekenden echter snel af. Deels is dat volgens de Atlas voor Gemeenten te verklaren door een relatief hoog aantal baby-boomers dat 65 jaar werd en met pensioen ging. Maar ook de aanwezigheid van een relatief grote groep mensen die niet kan of wil werken speelt volgens het onderzoeksbureau daarin een belangrijke rol.
Onder de groep mensen die niet kunnen werken vallen de arbeidsongeschikten. Studenten vormen een deel van de 'niet-willenden'. Net als renteniers en mensen die zich hebben afgekeerd van de arbeidsmarkt. Het zijn niet alleen de 'niet-willenden' die een probleem vormen op de arbeidsmarkt. Vanwege de geschiedenis in de textielindustrie en de centrumfunctie van de stad zijn er meer laagopgeleiden en meer inwoners met psychische problemen.
Het argument van de gemeente - er is vanuit het rijk steeds minder geld beschikbaar om werkloosheid aan te pakken - wordt door de onderzoekers ondersteund. Het model waarop het rijk de subsidies voor bijstand baseert, pakt nadelig uit voor de Enschede.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM