Bronzen beelden, porselein en keramiek, maar vooral schilderijen. Olieverf op linnen, aquarel, zeefdruk of ets: alles moet weg. "Kijk nou, vijftig euro." De galeriehoudster wijst naar een van de vele doeken van 't Kunsthuis van het Oosten. "Daar kun je niet eens een lijst van kopen."
Epi DrostIn 1978 kochten de Enschedese en haar man Gé een oud confectie- en textielfabriekje aan het Gronausevoetpad. Gé's toenmalige overbuurman en lijstenmaker werd ziek en vroeg Gé, een kunstverzamelaar die zelf ook aardig met het penseel overweg kon, waar te nemen aan de Emmastraat. De lijstenmaker had de zaak toen al verkocht aan mister FC Twente Epi Drost, die volgens Gé nog geen Van Gogh van een Rembrandt kon onderscheiden. Op verzoek van de lijstenmaker werd Gé ingevlogen. "Zo is hij erin gerold en er nooit meer uitgekomen."
FabriekDe samenwerking verliep succesvol en als partners namen Gé en Drost in september 1970 hun intrek in een groter pand aan de Lipperkerkstraat. Dat liep al snel mis. "We zagen meer rekeningen van Drost dan dat we hem zelf zagen. Het was hij eruit of Gé eruit." In februari 1971 kocht de schilder de voetballer uit. Wanden werden vrijgemaakt om de natuurschilderijen van Gé op te kunnen hangen, die al snel gezelschap kregen van werken van andere schilders. Het pand werd te klein en Gé en Tonny lieten hun oog vallen op het fabriekje aan het Gronausevoetpad.
'Mooi geweest'"Hier wilden we doorgaan tot we 65 waren. Gé was 62 toen hij overleed." Tonny heeft die drie jaren die Gé niet heeft kunnen invullen op zich genomen. "Da's toch gek hè. Ik wilde doorzetten. Maar nu is het volgens de eigenaresse mooi geweest: Ik ben 68, nu mag ik wel stoppen hè?"
Beluister (hierboven) of bekijk (hieronder) het gesprek met Tonny Nijhuis, galeriehoudster van 't Kunsthuis van het Oosten.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM