De afwezigheid van het gastenboek bij de receptie van het Rijksmuseum Twenthe heeft een reden, zo blijkt. Vandaag worden er opnames gemaakt voor de promotie van Enschede, onder meer als cultuurstad. Directeur Arnoud Odding wierp ter voorbereiding een blik op de receptie en stelde resoluut dat het ontsierende tafeltje met gastenboek weg moest.
Althans van die plek, want daar komt het aan in de armen van Karin Jongenelen die verklaart dat het gastenboek in beweging is, letterlijk en figuurlijk. Ze oppert dat er een mooie standaard voor moet komen die de waarde van het boek meer recht doet. Het gastenboek heeft een kaft van nepslangenleer en de bladzijden hebben een vergulde zijkant. De inhoud is een cocktail van loftuitingen en giftige kritiek. Geprezen worden de exposities, de werken en Hans Lunter die mensen rondleidt en in vervoering weet te brengen.
Verfoeid
Maar verfoeid wordt het geluid. En niet een keer, maar op bijna elke bladzijde uit de bezoeker zijn boosheid over het spook dat oeoeoeoeo kermt, over de onophoudelijke muziek van Mahler die vanuit een verre ruimte doordringt tot de gangen en over de geluiden bij de installatie van Jaap Drupsteen. Op sommige plaatsen is alles tegelijk te horen. Een enkele bezoeker zegt er gek van te worden.
Een korte bloemlezing van reacties in het gastenboek:
1. Paula is prachtig, maar jammer van die lawaaicoulissen van Bernard Heesen.
2. Wat een prachtige tentoonstelling van Paula Modersohn-Becker! Maar wat ontzetten jammer dat er zoveel herrie komt uit de andere ruimtes. Het in stilte genieten van de prachtige schilderijen is hierdoor niet mogelijk.
3. Ik wil in stilte werk kunnen bekijken. Prachtige tentoonstelling maar op deze manier weet ik niet of ik het iemand aan zal raden. Tenzij met oordopjes.
4. Jammer van het lawaai van het spook in de zaal daarnaast.
5. Ik had graag langer bij Paula m. vertoefd , zegt iemand die voor het lawaai op de vlucht is geslagen.
En zo stapelen de reacties zich op. In stilte genieten van kunst is wat een flink deel van het hoger opgeleide museumpubliek dat een gemiddelde leeftijd van circa zestig jaar heeft, nog altijd wil. Daarop ook is het museum gebouwd, met zijn ruime zalen, waar een gesproken woord nog lang nagalmt. Maar installaties waarin geluid een rol speelt, horen bij de nieuwe tijd, de moderne kunst die het museum ook wil laten zien en horen. Directeur Arnoud Odding is bovendien een liefhebber van die installaties. En dan kan de installatiekunst van Jaap Drupsteen wel eens botsen met de schilderkunst van Thomas Gainsborough. Al is het ook weer niet zo dat iedereen vindt dat het werk van Drupsteen herrie voortbrengt, getuige de opmerking DRUPSTEEN TE GEK (oma wilde dansen en was de uitgang kwijt gaaf) in het gastenboek.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. Foto: Emiel Muijderman