Hij houdt een plastic boxje omhoog, met een flinter gouderts. Zelf gedolven in Australië. De excursiegids down under mag hebben gezegd dat een goudmijn na tweehonderd jaar was uitgeput, daarmee nam Raber Saleh geen genoegen. Ik zál hier wat vinden, ik gá wat oprapen , schetst hij zijn drive.
Elf pubers hangen aan zijn lippen. Ze heten Shamuram, Sham en Jouly, ze stammen uit Syrië, Vietnam, Turkije en Eritrea. Ze zitten in de Internationale Schakelklassen van het Stedelijk Lyceum in Enschede.
Nieuw vaderland
Raber Saleh, die met zijn familieleden vanuit Noord-Irak en Turkije naar Nederland vluchtte, is gevraagd zijn verhaal te doen over (succesvol) ondernemen. Als docent uit de praktijk, in een klas met gemengde kleurtjes. Vertellend over handel en wandel in een nieuw vaderland.
4 dollar
Raber gebruikt de goudsnipper als metafoor. Met zelfvertrouwen en een missie, kun je het maken. Ik had een doel en pakte een kans. Je moet het zien. Dat de excursie naar de goudmijn hem 200 dollar kostte en het getoonde splintertje hooguit 4 dollar waard is? De symboliek telt.
Integratie
De Koerd, die Nederlands met een vleugje Twents spreekt, vertelt de leerlingen dat ze de jackpot hebben gewonnen. Door hier te komen wonen. Ik zie Nederland als mijn land. Hij stelde al eerder dat de integratie van asielzoekers in zijn ogen is mislukt, doordat velen beroerd Nederlands spreken en te makkelijk een uitkering krijgen. Hij zou vluchtelingen verspreid willen laten wonen, zodat ze Nederlandse normen en waarden leren kennen.
Egypte
Hij vraagt wie van deze jongeren, tussen 13 en 17 jaar, denkt terug te keren naar het land van oorsprong. Alleen een Turks meisje weet zeker dat haar verblijf hier afloopt. Raber houdt hen voor dat ze, door Nederlands te leren, gereedschap voor succes in handen hebben. Als hij de helpdesk van Vodafone belt, krijgt hij ene Mohammed in Egypte aan de lijn. Hij spreekt Nederlands, niet perfect, maar hij kan me helpen. Naast de taal is kennis van belang.
De telefoonondernemer vraagt wat ze willen worden. Arts, antwoordt een Syrisch meisje. Raber: Dat hoor ik zo vaak: dokter of piloot. Maar probeer breed te kijken en ga na waar ze mensen nodig hebben.
Hij was recent op s werelds grootste elektronicabeurs, in Las Vegas. Saleh zag daar zelf rijdende trucks en motoren. Onbemande drones demonstreerden hoe ze pakketjes afleveren. Over tien jaar is de helft van de postbezorgers niet meer nodig. Zo kan Raber per iPhone nagenoeg zijn hele zakenimperium bestieren.
Zijn snor
Hij meldt 15.000 klanten in zijn telefoonwinkel te bedienen. Niet omdat ze mijn snor zo mooi vinden, maar omdat ik ze goed heb geholpen. Zorg dat je ergens het beste in wordt, is zijn devies. Ik selecteer niet op diploma s, maar omdat je bijzonder bent. Een kapper die een cappuccino met een chocolaatje aanbiedt onderscheidt zich.
Zelf zijn Raber en de gezinsleden als politieke vluchtelingen opgevangen in het asielzoekerscentrum in Arnhem, in 1995. Het eerste Nederlandse woord dat de Koerd leerde was oog . Als je de taal niet spreekt, is het moeilijk vooruit te komen.
Onbekendheid
Sindsdien is de maatschappij verhard, stelt Saleh. Er zijn mensen die het niet prettig vinden dat hier veel asielzoekers komen. Een meisje uit Vietnam vermoedt dat angst voor verdringing regeert, voor woningen en werk. Onbekendheid met andere culturen helpt ook niet, meent ze. Volgens Raber is er weinig begrip voor andere, religieuze gewoonten, maar lopen hier ook asielzoekers met een criminele inborst rond. Ze maken ruzie of steken iemand neer. Hoe denkt een buschauffeur die een Syriër zonder betalen ziet instappen? Hij weet het antwoord.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Frans Nikkels