Aan de ene kant zijn ze in Enschede maar wat blij met het halve miljoen dat nu richting de Grolsch Veste vloeit dankzij het zogenaamde solidariteitsbeginsel. Aan de andere kant is er toch ook de teleurstelling dat er twee jaar geleden bij de overgang van Andersen van FC Twente naar Sampdoria geen doorverkooppercentage is bedongen door de toenmalige clubbestuurders.
Hoge noodDe centrale verdediger werd in 2017 voor het relatief lage bedrag van 1.4 miljoen euro verkocht door Twente. In Enschede was op dat moment de nood zo hoog dat de speler hoe dan ook deur uit moest. Geen mens had toen durven bevroeden dat hij twee jaar later 26 miljoen zou kunnen opbrengen. Daarmee is Andersen de duurste Deense voetballer in de geschiedenis.
FC Twente haalde in 2013 Andersen weg bij FC Midtjylland. Omdat de Tukkers potentie in Andersen zagen werd er destijds al een transfersom van enkele tonnen voor hem betaald. Omdat een opleidingsvergoeding maar één wordt uitgekeerd, ontvangt Twente daar nu geen compensatie voor. Die heeft Twente destijds aan de Denen moeten uitkeren.
Steunpilaar
Andersen kende een lastige start in Italië, maar groeide in zijn tweede seizoen uit tot een van de steunpilaren van Sampdoria. Meerdere grote Europese clubs toonden interesse in hem. Uiteindelijk trok de club van de internationals Memphis Depay en Kenny Tete aan het langste eind. Andersen zette vrijdag zijn handtekening onder een contract voor vijf jaar bij de Franse grootmacht.
Door de megatransfer van Andersen heeft FC Twente in korte tijd al meer dan een miljoen euro binnengehaald dankzij het solidariteitsbeginsel. De eerste 500.000 euro kwam binnen door de transfers van Quincy Promes en Luuk de Jong. Directeur Paul van der Kraan liet eerder al weten dat het grootste percentage van dat geld wordt gebruikt voor het aflossen van de schulden.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Lars Smook