UT-onderzoek moet ernstige vermoeidheid na borstkanker verminderen
Blijvende ernstige vermoeidheid is een groot probleem bij vrouwen met borstkanker. Zo’n twintig procent van alle patiënten heeft er tien jaar na behandeling nog last van. “Het is het meest gerapporteerde probleem bij borstkanker”, meldt onderzoekster Annemieke Witteveen van de Universiteit Twente. Witteveen en Lian Beenhakker doen onderzoek naar gepersonificeerde behandelmethodes, opdat ‘de kwaliteit van leven verbetert’.
Het onderzoek begon vorig jaar na de zomer en duurt vier jaar. Beenhakker is druk doende modellen te ontwikkelen om te voorspellen welke risico’s patiënten lopen op die langdurige vermoeidheid en welke behandelmethodes ingezet kunnen worden.
“We kijken naar de patiënt als geheel en hebben dus een heel persoonlijke aanpak. We willen van alles van ze weten en kijken op die manier of je risico loopt om zo’n ernstige vermoeidheid te ontwikkelen.”
Passende trajecten
Witteveen: “Er zijn behandelmethodes, maar niet elke methode past bij elke patiënt. We denken door die persoonlijke aanpak een advies te kunnen geven over passend behandeltraject. De kans is dan groter dat de behandeling aanslaat.”
Vragenlijsten
De onderzoeksters werken met vragenlijst voor de patiënten en verstrekken meetinstrumenten waarmee data verzameld en doorgegeven worden. “We blijven de patiënt volgen, zodat we ook aanpassingen aan de behandeling kunnen uitvoeren.”
Spil in het hele traject is een zelflerend computersysteem die voorspelt welke risico’s er zijn, kijkt of er verband is tussen de gegevens van de patiënt en de vermoeidheid en uiteindelijk in de gaten houdt of de behandeling aanslaat. Als dat niet zo is dan past de computer het programma aan.
Praktijktest
De modellen worden uiteindelijk getest in de praktijk bij onder andere het ZGT en het Roessingh. “We ontwikkelen die modellen nu voor bij vrouwen met borstkanker, maar we willen het onderzoek ook verbreden naar andere soorten van kanker”, aldus Witteveen.
Gerelateerd
