Verkeer
Stuur appje
Zoek
Nieuws
Enschede

Ook orgelman Benno uit Enschede wordt nationaal erfgoed

435667 orgelman

Het is feitelijk zo niet bedoeld, maar Benno Molenkamp voelt het toch echt als een vorm van erkenning. De orgelman wordt nationaal erfgoed. En nu maar hopen dat Enschede het stadsorgel omarmd.

Waar het ineens vandaan kwam, is voor Benno Molenkamp een raadsel. Nog nooit haalde de Stichting Stadsorgel De Tukker Enschede zoveel geld op als afgelopen zaterdag, toen er werd gedraaid op het Ei van Ko. Hoeveel precies vertelt hij niet. Maar een paar honderd euro was het wel. "Het dubbele van normaal. Je voelde ook gewoon de waardering van de mensen. Ik zie dat toch als een erkenning voor wat we de laatste vijftig jaar hebben gedaan."

De opname van de straatorgelcultuur in de Nationale Inventaris Immaterieel Cultuur Erfgoed Nederland is feitelijk niet als erkenning bedoeld. De opname is vrijdag officieel in museum Speelklok in Utrecht. De plek op de lijst moet volgens het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed vooral worden gezien als een 'inspanningsverplichting' om de orgels tot in de lengte der dagen te laten draaien. Molenkamp is er geen moment bang voor dat dat niet gaat lukken. "Dit kan oneindig doorgaan."

Duitsers zaten er niet op te wachten

En dan te bedenken dat Enschede bijna helemaal geen stadsorgel meer had gehad. Terwijl de stad op dat gebied een mooie traditie kende. Met Kiel, de scharensliep die vlak na de oorlog niet alleen scharen sleep, maar met zijn handorgel ook muziek naar de mensen bracht. Ook nadat de Duitsers de draaiorgels in de oorlog in de ban hadden gedaan. "Een orgelman is een entertainer. Iemand die het in zich heeft om mensen te binden", vertelt Molenkamp. "En samenscholingen op straat was niet iets waar de Duitsers op zaten te wachten."

Een ton uit Amerika

In de jaren 60 kregen de draaiorgels het in Nederland opnieuw zwaar. "De grote orgels gingen bijna allemaal naar het buitenland. Puur voor het geld. Ze hebben vanuit Amerika voor ons orgel ook al eens een ton geboden", vertelt Molenkamp. Dat orgel, De Tukker, werd begin jaren 60 aangekocht door de stichting Stadsorgel Enschede. "Maar die deed er verder niks mee." Het leek er zelfs op dat ook De Tukker verkocht zou worden.

Boomkamp en enkele getrouwen richtten daarop in 1965 de nieuwe Stichting Stadsorgel De Tukker Enschede op. Met als primaire doel om het orgel voor Enschede te behouden. Dat lukte. Vervolgens was het zaak een gezonde exploitatie op te zetten. "Want het is een mooi orgel, maar je hebt er niets aan als je hem niet laat draaien."

Mansen
De Enschedeërs besloten het iets anders aan te pakken dan in de rest van Nederland. Zo wordt, al vanaf het begin, niet aan 'mansen' gedaan. Ofwel, het publiek een 'mansblikje' voor de neus houden in de hoop dat er wat geld in wordt gegooid. Dat heeft te veel weg van schooieren, vindt Molenkamp. "Dan creëer je een imago dat we niet willen." In plaats daarvan zetten de Enschedeërs een grote pot bij het orgel, waar mensen vrijwillig een bijdrage in kwijt kunnen.

Vijftig optredens per jaar

Maar van doorslaggevender aard was dat de stichting besloot zich ook te richten op het gebruik van kleinere orgels omdat de statige De Tukker te groot is om zo maar ergens even neer te zetten. En door de kleinere orgels te verhuren, is de stichting niet afhankelijk van subsidies. "Als je iets in stand wilt houden, zul je in ieder geval moeten voldoen aan de vraag", vindt de Haaksbergenaar. Met de inmiddels drie kleinere orgels erbij ('t Tukkertje, De Laplander en De Goochelaar) wordt er nu zo'n vijftig keer per jaar ergens gepeeld. "Daarmee zijn de inkomsten gedekt", zegt Molenkamp. En met de zes vrijwillige orgelmannen van de stichting is er ook voldoende mankracht. "Al zouden we er wel graag wat meer van de jongere generatie hebben.

Daarom is Molenkamp ook zo blij dat de orgelman, en wat hij doet, nu wordt verheven tot cultureel erfgoed. En niet de orgels zelf, hoewel die ook wel wat bescherming kunnen gebruiken. Volgens het kenniscentrum zijn er nog twintig orgels 'die een zekere erkenning' genieten. "Maar driekwart daarvan staat in een museum", aldus Molenkamp. "Terwijl het juist de muziek is die in ons collectief geheugen zit en ook nog steeds de jeugd aanspreekt. Kinderen beginnen meteen te dansen als ze ons ergens zien staan en horen."

Taboe
Het behoud van de 'ware' traditie in Enschede staat bovenaan. "In het westen van het land wordt het allemaal wat commerciëler. Daar zetten ze de muziek bijvoorbeeld op een chip. Dat is een stuk goedkoper dan de muziekboeken waar wij mee werken. Wij willen niet anders, want die boeken vormen een stukje van de magie." Nog een verschil: "Het aanraken van een orgel is overal taboe. Wij nodigen mensen juist uit om zelf ook eens te draaien. Dat kan met 't Tukkertje."

Molenkamp vindt het jammer dat de gemeente Enschede zich volgens hem te weinig bewust is van de bijzondere traditie die zij met het stadsorgel in huis heeft. "Elk gevoel van trots ontbreekt. Het zou me al heel wat waard zijn als de gemeente haar waardering uitspreekt dat we cultureel erfgoed zijn geworden." Hij verwijst naar de zes concerten die de stichting jaarlijks gratis in de binnenstad geeft. "Het is al een paar keer voorgekomen dat we de datum moesten verplaatsen vanwege andere evenementen. Het zou mooi zijn als we wat meer vastigheid krijgen."

FeestjeDe Haaksbergenaar is er vrijdag in Utrecht bij. De opname in de inventaris van immaterieel erfgoed is wel een feestje waard, vindt hij. Volgend jaar viert de stichting echt feest. Dan wordt er stil gestaan bij de 125ste verjaardag van De Tukker. Dat wil zeggen dat het orgel, oorspronkelijk gebouwd rond 1850, in 1895 werd omgebouwd tot een Gavioli-boekorgel. "Daarmee werd het feitelijk een nieuw orgel", zegt Molenkamp.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Draaiorgel De Tukker
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.