Twents op school? Sanne (24) en Herman Finkers maken er werk van: 'Het is de taal van mijn hart'

De Bornse studeert Educational Sciene and Technology (onderwijskunde) aan de Universiteit Twente en stapte zelf op Finkers af. “Ik dacht, ik ga hem gewoon mailen”, vertelt Sanne. Ze las in de krant dat de cabaretier plannen had voor een lesmethode in het Twents. “Na twee keer mailen reageerde hij heel erg enthousiast.”

Het duo sprak af bij Van der Valk en inmiddels werken ze samen aan een volwaardige methode.

Klankenkwartet

De lessen van Sanne worden getest op het Twickel College in Hengelo en zijn uiteindelijk bedoeld voor havo en vwo. De school faciliteert een werkgroep Twents, met docenten en de directeur. Daarin wordt gewerkt aan een project waarbij leerlingen zelf mogen kiezen in welke taal ze dichten. “Daar zijn we nu lessen voor aan het ontwikkelen. Uiteindelijk moeten die lessen opgenomen in een grotere lesmethode, zoals je bij een normale taal krijgt.”

Wat er geleerd kan worden? “Uitsprak bijvoorbeeld, of hoe je kan rijmen. We werken aan een klankenkwartet. Er zijn bijzondere lettergrepen in het Twents, zoals heanig of good goan. Je leert dan hoe je kan rijmen met die woorden. Het is een laagdrempelige manier om kennis te maken met de taal.”

Meer dan een lesmethode

Twents is voor Sanne meer dan een schoolvak. “De taal voelt voor mij als thuis. Al is het niet echt mijn moedertaal, het voelt wel als de taal van mijn hart.” Toch spreekt ze het zelf nauwelijks. “Mijn ouders spreken altijd Twents met elkaar en mijn opa spreekt het ook. Maar vroeger dachten mijn ouders: het is beter voor je baankansen als je gewoon ABN spreekt.”

Juist daarom vindt ze het belangrijk dat het Twents behouden blijft. “Een taal is je identiteit. Er zijn genoeg onderzoeken die dat onderbouwen. Als dat weg is, dan gaan er ook tradities en normen en waarden verloren.”

Het ‘leeft’

Sanne wil uiteindelijk dat Twents een echt keuzevak wordt, net als Frans of Duits. Volgens haar leeft de taal bij jongeren. “Ik had wel de hoop dat leerlingen het wilden leren, maar niet iedereen is zo’n taalgekkie als ik natuurlijk.”

Voor haar onderzoek sprak ze jongeren tussen de 13 en 14 jaar. “Het was echt een hele mooie verrassing dat de leerlingen die ik sprak ook zo enthousiast waren. En dat ze ervoor zouden kiezen, als het een keuzevak zou zijn bij hen op school.”