Het gaat niet goed met het onderwijs in ons land. Alarmbellen rinkelen, de onderwijsinspectie hijst jaar na jaar de rode vlag. Saxion-lector vernieuwingsonderwijs Symen van der Zee deed uitgebreid onderzoek naar alternatieve onderwijsvormen en schreef een prikkelend rapport.
In deze aflevering van De Berg spreekt… gaat Ernst Bergboer met Van der Zee op zoek naar antwoorden op de vraag: wat is er aan de hand in onderwijsland? Maar vooral: wat moet er gebeuren? In de kringen van de mensen die het weten, is een richtingenstrijd gaande. “Alle ballen op rekenen en taal”, roept de een. “Brede algemene ontwikkeling”, vindt de ander. Het leidt tot een polarisatie waar kinderen weinig mee opschieten.
Van der Zee vindt het hoog tijd voor een breed maatschappelijk debat over wat onderwijs zou moeten zijn en wat het zou moeten brengen. Een herijking van ons hele onderwijsbestel, dus. De ervaringen van meer dan een eeuw waarin alle kinderen verplicht naar school moeten, kan daarbij enorm helpen. Wat heeft het gebracht, wat is er blijven liggen? En voldoet het allemaal nog aan wat er vandaag nodig is?
Meteen bij de start van dat verplichte onderwijs, met scholen waarin kinderen ‘op bouwjaar’ in één klas werden gezet en dezelfde leerstof kregen aangeboden door een docent, ontstonden er alternatieve vormen. Vaak opgezet door groepen ouders die er een andere visie op menselijke ontwikkeling op nahielden. Denk aan Montessori-, Dalton-, Jenaplan-, Freinet- en vrijescholen. Bijvoorbeeld; er zijn er meer.
Die ‘klassieke vernieuwingsscholen’ gaan al lang mee, dus. En ze doen het goed. Maar de meetlat van de onderwijsinspectie is geënt op de reguliere onderwijsvorm: een beperkt curriculum van kennisvakken met rekenen en taal als epicentrum, aangeboden door één docent in een klas met leeftijdgenoten. Ook de vernieuwingsscholen worden langs die meetlat gelegd.
Maar daarmee worden kansen gemist,’ vindt Van der Zee. Want die vernieuwingsscholen hebben meer te bieden, en dat kon vandaag de dag weleens heel belangrijk zijn.
De Saxion-lector gaf het rapport dat hij na zijn onderzoek schreef een wat plagerige titel mee: ‘De Staat van het Vernieuwingsonderwijs’. Dat is een rechtstreeks verwijzing naar het jaarlijkse rapport van de onderwijsinspectie, de Staat van het Onderwijs, waarin al jaren rode vlaggen worden gehesen. Van der Zee is uit op een brede maatschappelijke dialoog, uit het domein van beleidsmakers, onderwijskundigen en wetenschappers.
Nederland telt 889 scholen van het type ‘traditioneel vernieuwingsonderwijs’, die Van der Zee onderzocht. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Die worden bevolkt door 240.000 leerlingen. In totaal telt Nederland 7990 scholen voor basis- en voortgezet onderwijs met alles bij elkaar 2,4 miljoen leerlingen.
Daarmee is de verhouding vernieuwingsscholen en reguliere scholen ruim 1:10. Datzelfde geldt voor leerlingen: 1 op de 10 leerlingen in Nederland volgt vernieuwingsonderwijs.
Onder meer omdat je de uitkomst van zo’n gesprek over al die verschillende opvattingen over onderwijs niet moet overlaten aan een select gezelschap experts. De kans dat je dan een onderwijsvorm krijgt opgelegd, is levensgroot. Ons bestel is gebouwd op vrijheid van opvatting, met als afgeleide vrijheid van onderwijs. Leg je strikte(re) regels op aan scholen, dan morrel je aan die vrijheid.
Het is een klassiek dilemma. En zo zijn er meer. Ga je uit van het individuele kind of van de leerkracht? Voeden we kinderen op om de wereld te zien zoals wij hem zien, of om zelf te ontdekken en keuzes te maken? Moet de Onderwijswet heldere en strikte kaders geven of juist veel ruimte laten? Wat Van der Zee betreft is het tijd om opnieuw grondig na te denken over al dat soort vraagstukken.
Het reguliere onderwijs kan veel leren van het vernieuwingsonderwijs - beide zijn in de voorbije decennia ook al wel dichter naar elkaar toegegroeid, zegt Van der Zee - en andersom: niet elke vernieuwing is een vooruitgang.
We leven in een turbulente tijd; de manier waarop we het gesprek over de toekomst van het onderwijs voeren, zal in belangrijke mate bepalen of onze kinderen daar mee om zullen kunnen gaan. En daarmee gaat het ons (bijna) allemaal aan.
In De Berg spreekt… ontmoet 1Twente-journalist Ernst Bergboer prominente en minder prominente stads- en streekgenoten die iets opmerkelijks of belangrijks te melden hebben. Nieuwe afleveringen verschijnen onregelmatig, maar je vindt ze allemaal in je favoriete podcastapp en op en op de website van 1Twente.