Gastrobar Bij Rozendaal in Enschede sluit. Dat maakte uitbater en eigenaar Andre Driezen dit weekend bekend. Knelpunt in de exploitatie van het bedrijf zijn het bestemmings- en omgevingsplan. Die bieden alleen ruimte voor een museumcafé of ‘lichte horeca’.
De horecagelegenheid in Roombeek groeide in de negen jaar van haar bestaan uit tot een uitspanning aan het water waar ook bruilofts- en andersoortige feesten werden gegeven. Tot dat niet meer mocht. Uitbater André Driezen ziet geen mogelijkheden om er dan nog een gezond horecabedrijf in de been te houden.
Aanvankelijk fungeerde de locatie waar de gastrobar is gevestigd als museumcafé voor de toenmalige Twentse Welle, nu de MuseumFabriek. Die laatste is overigens ook eigenaar en huurbaas van de Gastrobar. Inmiddels is er elders in het complex van de MuseumFabriek een museumcafé ingericht. Het restaurant-café van Driezen leidt een zelfstandig bestaan.
“Ik vind het verschrikkelijk dat dit dicht moet”, zegt Titia Boitelle, die op maandagmiddag tafels staat te boenen op het terras van Bij Rozendaal. Zij leidt onder meer groepen rond door het na de vuurwerkramp herbouwde Roombeek. “Dat doe ik altijd vanuit hier. Dit is prachtig, zo aan het water. Ik begrijp er werkelijk niets van.” Knelpunt zit ‘m in de de vergunning, die voortvloeit uit het bestemmings- en omgevingsplan.
De locatie werd regelmatig ingezet voor bruiloften, bedrijfsfeesten en borrels van verenigingen en clubs. Een meer dan prettige tak van sport voor een horeca-ondernemer. Maar dat type activiteiten past niet in de geldende plannen. Die bieden alleen ruimte voor ‘ondergeschikte horeca’.
Het hele complex - museum en horecagelegenheid - heeft ‘cultuur en ontspanning’ als bestemming. Daarin past ‘ondergeschikte lichte horeca’. Lees je de uitleg van dat begrip, dan komt dat neer op een nevenactiviteit die ondersteunend is aan de hoofdzaak: het bieden van cultuur en/of ontspanning.
Bezoekers die na de slenterpartij door het museum een drankje, desnoods een hapje willen doen: prima. De MuseumFabriek heeft een barretje bij de entree waar dat kan. ‘In aard en schaal gericht op de doelgroep’, zoals de definitie van 'ondergeschikte horeca' het omschrijft. Een uitstraling als horecagelegenheid naar buiten toe, uitingen die publiek van buiten het museum naar binnen trekken, mag volgens het bestemmingsplan niet.
Maar ook het Omgevingsplan voor de buurt rond het Rozendaal staat zwaardere horeca niet toe. Dat heeft alles te maken met het feit dat het om een woonomgeving gaat, waar overlast niet gewenst is. Nou is er een grijs gebied, want: wanneer overschrijdt zo’n horecafunctie de grens tussen ‘licht’ en ‘zwaar’?
Bij Rozendaal heeft al sinds de start in 2016 een restaurantvergunning. Met de mogelijkheid voor een terras en een uiterste openingstijd van twee uur ’s nachts, zoals alle horeca buiten het centrum. Daarmee richt het bedrijf zich natuurlijk ook op publiek ‘van buiten’. Met uitsluitend bezoekers aan een museum en de luiken dicht kun je geen restaurant drijven.
Eind 2022 kreeg Driezen naar eigen zeggen een aanzegging: hij was in overtreding. De recepties, feesten en borrels die hij naast de restaurant-activiteiten aanbood, mochten niet. Begin juni van het jaar erop kwam daar dan ook definitief een einde aan.
Nou waren er eind 2022 meldingen van overlast. Dat geeft de uitbater ook ruiterlijk toe. “Corona was voorbij, alles mocht weer open. Er ging toen weleens wat mis.” Maar hij nam, zo stelt hij, maatregelen. Boa’s die sindsdien op zijn dak werden gestuurd, keerden volgens de ondernemer steevast terug naar hun post. Er zou geen aanleiding zijn om in te grijpen of een overtreding te noteren.
Maandagavond stelde wethouder Marc Teutelink, onder meer verantwoordelijk voor vergunningen, dat hij handhavingsverzoeken uit de wijk kreeg. “En ik ben verplicht om die op te volgen.” Vastgesteld werd dat de ondernemer buiten de vergunning handelde. “En dan ben ik met handen en voeten gebonden.” Een aanvraag voor een wijziging van de vergunning kwam er niet, volgens Teutelink. Daarmee was het pleit beslecht.
Driezen heeft een wat andere lezing van zijn contacten met de gemeente over de ontstane situatie. “We hebben gevraagd wat dan wel mocht, maar daarop kwam geen antwoord. Van meedenken was geen sprake. En ik mocht best een andere vergunning aanvragen, maar daar werd bijgezegd dat die toch niet zou worden toegekend.”
Lees verder onder de afbeelding.
Met de gestegen energiekosten en gelet op de schaal van de horecagelegenheid, kon alleen een restaurant niet meer uit. Driezen telde zijn knopen en concludeerde dat hij moest sluiten. “Op vrijdag en zaterdag gaat het nog wel, maar door de week draai je gewoon te weinig omzet.”
Volgens Driezen is zijn gastrobar niet de enige horecagelegenheid die met dergelijke restricties kampt. Dat zou ook gelden voor Van Doorn & Doorn even noordelijker, aan de Steenbeltweg. Teutelink bevestigde dat, desgevraagd. Onderliggende vraag is op welke manier Enschede met restaurantjes en cafeetjes wijken en buurten buiten het centrum levendig en aantrekkelijk wil houden.
Alle regels ten spijt, een plek om iets te drinken of een hapje te eten, zoals de gastrobar van Driezen bood, is een stuk aantrekkelijker dan een leeg plein. Iets vergelijkbaars geldt voor Van Doorn & Doorn. Maar dan moet er voor een ondernemer wel een boterham te verdienen zijn.
Bestemmings- en omgevingsplannen, waar vergunnigen uit voortvloeien, worden vastgesteld in de gemeenteraad. Daar wordt de balans gezocht tussen leefbaarheid en levendigheid. In het geval van Het Rozendaal en vergelijkbare gelegenheden: tussen fijn wonen, zonder teveel overlast, en aantrekkelijke horeca.