De uitbraak van pseudovogelpest bij een duivenmelker in Oldenzaal heeft flinke impact op de pluimveebedrijven in de omgeving van de plek waar de besmetting werd vastgesteld. Dat constateert Bart-Jan Oplaat uit Markelo, voorzitter van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. Waar de voorzitter van een club in de regio met zo'n tachtig duivenmelkers klaagt over de ernst van maatregelen, stelt Oplaat dat het logisch is dat de overheid ingrijpt.
"Het is een besmettelijke ziekte. Hij is door de EU ingeschaald als een A-klasse ziekte. Dus bestrijding, in dit geval ruiming, is verplicht. Daar heeft de Nederlandse overheid geen enkele keuze in. En ook om zo'n toezichtsgebied kunnen ze niet heen."
Er gelden strenge regels voor het vervoer van eieren en pluimvee in een gebied van tien kilometer rond de duivenmelker in Oldenzaal waar pseudovogelpest is vastgesteld. "Mijn wedstrijdseizoen is voor een deel naar de knoppen", stelt Gerald ten Thij uit De Lutte, voorzitter van de Concours Combinatie Hart van Twente, namens zo'n tachtig duivenmelkers. "We mogen dertig dagen niet vervoeren, we mogen niet deelnemen aan wedstrijdvluchten, terwijl het een ziekte is die heel goed kan worden bestreden."
"Kijk, het is heel vervelend voor die man dat zijn duiven niet kunnen trainen", reageert Oplaat. "Maar je ziet nu al dat er een toezichtsgebied is. Als hij gaat trainen met zijn dieren in De Lutte, en over twee weken is er een uitbraak in De Lutte, dan hebben we een nieuw toezichtsgebied. En dan kost de hobby van enkelen, commerciële bedrijven heel veel geld."
Op dit moment zijn er meerdere pluimveebedrijven in de regio Oldenzaal die te kampen hebben met de maatregelen die zijn getroffen na het vaststellen van de pseudovogelpest. "Er zijn nu vier bedrijven die in de cirkel vallen. Daar zit bijvoorbeeld ook een broederij bij. En daar komen elke dag kuikens uit. En je zit nu met een vervoersverbod."
Volgens Oplaat komt er een ontheffing van de NVWA. "Na een aantal dagen mogen ze transporteren. Dan mogen ze eventueel ook het gebied uit. Maar dan moet je dus een plek kunnen vinden, want de plek waar ze naartoe gingen, dat mag waarschijnlijk niet, omdat het te ver weg is. Dan moet je dus ergens een lege stal zien te vinden waar de dieren naartoe kunnen op dat moment. En dat is een heidens karwei om dat allemaal te schuiven. Heel vaak regelen broederijen dat onderling. Maar dan zit je dus wel met honderdduizend eendagskuikens."
Oplaat geeft aan dat het vaak wel lukt om dat regelen, maar er zitten dan wel drie man de hele dag op kantoor te bellen om het probleem op te lossen. Als dat niet lukt, moeten die kuikens vergast worden. "Maar tot nu toe, ook in tijden van vogelgriep, lukt dat eigenlijk altijd nog door de collegialiteit onder broederijen onderling."
Naast de broederij zitten er ook twee vleeskuikenbedrijven en een legbedrijf binnen het gebied van tien kilometer vanaf de besmette duivenmelker. "Die mensen mogen dus een aantal dagen hun eieren niet afvoeren. Ze krijgen de NVWA op bezoek om monsterafnames te doen. En als ze vrij zijn van de ziekte, dan mogen ze weer transporteren, zij het met een ontheffing."
Dat levert een boel papierwerk op voor die ondernemingen, ziet Oplaat. Wat wel duidelijk wordt, is dat de belangen bij die bedrijven totaal anders zijn dan die van de duivenmelkers in de regio. "Uiteraard zit daar een verschil. Maar we willen allemaal dat onze dieren gezond blijven. En als het inderdaad ergens bij stadsduiven zit, zal die ergens een andere duif weer kunnen besmetten. En als dan toevallig zijn wedstrijdduiven overvliegen, denk ik niet dat die meneer daar blij van wordt", zegt Oplaat, verwijzend naar de voorzitter van de Concours Combinatie Hart van Twente.
Het toezichtsgebied van tien kilometer rondom de besmette duivenmelker blijft volgens Oplaat nog een maand van kracht. "Alle commercieel gehouden dieren worden gevaccineerd. Ik vermoed dat hier geen vaccin is geweest", zegt Oplaat over de getroffen duivenmelker. "Maar dat is speculeren van mijn kant."
Voor mensen is het virus overigens ongevaarlijk. "Als je een besmet koppel hebt, zou je echt wekenlang intensief contact moeten hebben voordat je zelf een loopneus zou kunnen krijgen."