Een bijzondere verrassing tijdens het onderzoek naar vissoorten in de beken van het stroomgebied van de bovenlopen Dinkel: in de Springendalsebeek werd de beekprik aangetroffen. In het beheergebied van Waterschap Vechtstromen, die het onderzoek uit liet voren, komt de beekprik alleen voor op deze locatie.
Waterschap Vechtstromen liet de afgelopen periode onderzoek uitvoeren naar de vissoorten in de beken die in het stroomgebied van de bovenlopen Dinkel liggen. Het gaat om de Springendalsebeek en Poelbeek bij Ootmarsum, de Luttermolenbeek bij De Lutte en de Bethlehemschebeek bij Losser. Het onderzoek is uitgevoerd door VisAdvies en Waardenburg Ecology en leverde het waterschap interessante inzichten op.
Zo zijn er verschillende soorten vissen aangetroffen. In de Luttermolenbeek en Bethlehemsbeek zijn onder meer bermpje, riviergrondel en serpeling aangetroffen. Dit zijn soorten die van stromend water houden. Daarnaast werden driedoornige en tiendoornige stekelbaarzen gevonden. ‘Deze laatste laten zien dat sommige delen van de beek tijdelijk kunnen droogvallen’, stelt waterschap Vechtstromen vast.
In de Poelbeek komen vooral stekelbaarzen voor. Opvallend is dat er ook een paar zeelten werden gevonden. Deze vis leeft liever in stilstaand, plantenrijk water, dus is het geen typische beeksoort.
De Springendalsebeek leverde een bijzondere verrassing op: de beekprik. Deze soort komt alleen voor in beken met stromend, zuurstofrijk water, grindbodems en dood plantmateriaal. De beekprik bouwt zijn nestjes in het grind, waarna de larven zich jarenlang verstoppen in het materiaal. ‘In ons beheergebied komt alleen hier de beekprik voor. Dat maakt het extra belangrijk om te werken aan deze beek, zodat de beekprik zich verder kan verspreiden’, meldt Vechtstromen.
De vispopulaties in de vier onderzochte beken zijn minder sterk dan in andere beken met vergelijkbare omstandigheden in het beheergebied van waterschap Vechtstromen. ‘De aantallen vissen zijn lager en de variatie in leeftijd en lengte is kleiner. Het viel op dat het aantal vissen snel afnam naarmate verder stroomopwaarts werd gevist. Dit komt bijvoorbeeld door obstakels als stuwen en drempels.’
Waterschap Vechtstromen gaat de komende jaren werken aan de vispasseerbaarheid van de beken. ‘De bevindingen uit het onderzoek laten zien hoe belangrijk het is om obstakels voor vissen te verwijderen. Nu zitten er nog obstakels in het water, zoals stuwen en drempels, waardoor vissen niet overal kunnen zwemmen. Door deze obstakels aan te passen, kunnen vissen weer heen en weer zwemmen tussen de Dinkel en de beken. Dit is belangrijk voor het waterleven en de waterkwaliteit.’
De Dinkel en de beken eromheen staan op de Nationale Visroutekaart (NVRK). Dat is een soort landkaart waarop waterbeheerders hun plannen afstemmen om vismigratie in goede banen te leiden. ‘Het is belangrijk dat vissen heen en weer kunnen zwemmen van zee naar hun paai- en leefgebieden in het zoete water. Daarmee behouden we gezonde vispopulaties. Vissen trekken namelijk niet zomaar van de ene plek naar de andere. Ze doen dat om zich voort te planten, voedsel te vinden of te vluchten voor gevaar. Daarvoor moeten ze op verschillende plekken kunnen komen.’ Het waterschap werkt daarom de komende jaren aan een betere doorgang voor vissen.