Hij wilde boer worden zoals zijn vader, maar werd uiteindelijk veearts: de Weerselose Huub Veldhuis is al zijn leven lang bezig met dieren. Over de vreemde en mooie ervaringen in zijn inmiddels afgelopen carrière schreef hij het boek ‘Een Twentse Veearts voor dieren en mensen’. De titel verklapt: hij was veel meer dan een dierendokter. “Sommigen waren in tranen omdat ik wegging.”
In het boek beschrijft Veldhuis leuke en interessante, maar ook verdrietige en aangrijpende verhalen. Inmiddels is de veearts al een jaar met pensioen. “Ik mis het werk wel.”
Hij moest stoppen met zijn werk door een blessure aan de schouders, die hij regelmatig voelde als hij met zijn arm weer diep in een koe zat. “De ene keer was het de linkerschouder, dan de rechter.”
Een paar dagen na zijn laatste werkdag had hij een afscheidsreceptie, waarbij ongeveer 450 mensen kwamen. Meerdere waren zichtbaar geëmotioneerd als hij hen sprak. “Ze vonden het heel waardevol dat ik bij hen op het bedrijf kwam.”
“Een veearts is een dierenarts, maar een dierenarts is niet altijd een veearts”, legt Veldhuis uit. Sommige dierenartsen behandelen alleen huisdieren, zoals honden, katten, vogels, konijnen. “Een veearts gaat vaak de boer op en werkt met landbouwhuisdieren zoals koeien, varkens, geiten, kippen en schapen.” Veldhuis zelf was vooral dierenarts voor melkvee, varkens en paarden.
Rond dat afscheid werd het zaadje voor een boek geplant. “Op die receptie moest ik natuurlijk een praatje houden, dus ik schreef wat ervaringen op. En ik sprak er met mensen over wat we hadden meegemaakt.” Zo begon hij met de verhalen over zijn loopbaan.
Het eerste dat Veldhuis opschreef was het moment dat hij - na zijn diplomering - écht dokter werd. "Het was mijn eerste verlossing in dienst van de praktijk." Het zou een vuurdoop worden.
Lees verder onder de afbeelding.
“Een koe moest bevallen voor de eerste keer. Ik stond daar, als jonge veearts naast twee boeren. Het kalfje lag in een stuitligging, dus met de achterpoten en het kontje eerst en daarna de kop en voorpoten. Daardoor liep de geboorte moeizaam. Na enorm wrikken kwam het kalfje ter wereld, in goede gezondheid.”
Hij deed het volgens het boekje om zeker over te komen. "Maar ik deed het haast in de boks." Des te groter was de ontlading toen het kalf goed en wel geboren was. Hij kleedde zich om en trok zijn verlosshirt uit. "Vanaf toen noemden ze me dokter."
De titel van zijn boek is veelzeggend. “Ik help niet alleen de dieren, ook de baasjes van de dieren.” Als voorbeeld vertelt Veldhuis over mevrouw Schenk, een alleenstaande weduwe in Weerselo die inmiddels niet meer leeft.
In zijn begintijd, toen hij ook nog kleine dieren deed, kwam hij er een keer per jaar in verband met haar twee poezen. “Om ze te vaccineren en te ontwormen, bijvoorbeeld. Als ik dat gedaan had, dronk ik een kopje koffie met haar en kletsten we over boeken en alles wat het leven voor haar aantrekkelijk maakte maken. Vanaf dat moment hadden we regelmatig contact.”
Na een aantal jaren kreeg hij een telefoontje van mevrouw Schenk. Of hij op gesprek kon komen. “Daar vertelde ze mij dat ze ongeneeslijk ziek was. De poezen waren gezond, maar al wel oud. Ze had niemand die de poezen kon overnemen als ze zou overlijden. En vroeg me of ik ze kon laten inslapen als dat zou gebeuren."
Hij kreeg er tranen van in zijn ogen. "Ze was zo gek met haar poezen." Omdat Veldhuis wist dat ze er lang over had gedacht en er geen alternatieven waren, ging hij akkoord. "Er viel een pak van haar hart. Nog geen twee weken later lag ze in het hospice. Daar hebben we de katten in alle rust en eerbied laten inslapen.”
Veldhuis geeft donderdag 1 mei om 11.00 uur een lezing over zijn ervaringen bij De Museumfabriek. Zijn boek 'Een Twentse Veearts voor dieren en mensen' is nu te koop voor €20,-