Archeologen hebben deze week verschillende archeologische vondsten gedaan in het centrum van Almelo. Naast ophopingslagen van de oorspronkelijke Grotestraat werden aardewerk en dierlijke botresten aangetroffen. En menselijke skeletten.
Dat laatste was geen verrassing voor de dienstdoende archeologen in het Almelose. ”Hier lag vroeger rond de kerk immers de begraafplaats. Dan kun je erop rekenen. De nog intacte skeletten zijn meegenomen voor nader oudheidkundig onderzoek”, meldt archeoloog Hans Oude Rengerink van Laagland Archeologie in Almelo. ”Tot rond 1820 zijn hier mensen rond de kerk begraven en dat een paar eeuwen lang.”
Laagland Archeologie is momenteel bezig met een archeologische begeleiding gedurende de herinrichting van de Grotestraat in Almelo. Hier kijkt men mee bij de aanleg van het riool, waarvoor de bodem is afgegraven. ”Dit geeft een mooie inkijk in de geschiedenis van Almelo en de bevindingen voegen we toe aan de vergaarde historische kennis om zo steeds beter de geschiedenis van de stad in kaart te brengen.”
De archeologen troffen tot nu toe al verschillende voorgangers van de Grotestraat aan. De oudste voorganger van de straat was een zogenaamd knuppelpad. Dat is een weg opgebouwd uit houten palen met daaroverheen houten planken en boomstammen.
Overdwars op de Grotestraat zijn verschillende greppels aangetroffen, waarschijnlijk hebben er bruggetjes over deze greppels heen gelegen. Deze greppels hadden een watervoerende functie en hadden dienden waarschijnlijk als ontwateringsgreppels of erfgreppels.
Naast sporen van de oorspronkelijk Grotestraat zijn er verschillende ophogingslagen aangetroffen. Omdat Almelo relatief laag gelegen is, was het van oorsprong hier ook erg nat. Om hier toch te kunnen wonen heeft men vroeger het terrein opgehoogd. Hierbij is het zo dat de onderste lagen het oudste zijn.
Het lijkt erop dat deze week vermoedelijk één van de oudste ophogingslagen van de Grotestraat is gevonden. Hierboven waren nog verschillende ophogingslagen aanwezig. Uit deze lagen zijn verschillende vondsten gedaan. ”Verder is houtskool verzameld waarmee we lagen kunnen dateren om vast te stellen uit welke periode voorwerpen stammen.”
Onder het aangetroffen vondstmateriaal zijn stukken dierlijkbot, dat als slachtafval doorgaat, delen van schoenen en scherven aardewerk. Een mooi voorbeeld van het aardewerk is een deel van een baardmankruik. Deze kruik dankt zijn naam aan het hoofd van de gebaarde man die op de hals en schouder van de kruik staat.
Wie deze man was en waarom hij op de kruik staat, hebben de oudheidkundigen nog niet weten te achterhalen. Wel bestaan er verschillende verhalen over. Zo zou het een beeltenis zijn van Wodan, de Noorse God en zou het de drinker bescherming bieden. Dit soort kruiken werd in het Duitse Rijnland geproduceerd.
Vondsten als de baardmankruik zeggen archeologen op zich niet veel, legt Oude Rengerink uit. ”Dat geldt heel vaak voor op zichzelf staande vondsten. In archeologisch onderzoek gaat het om het grotere geheel. Het zijn allemaal onderdeeltjes die er samen toe leiden inzicht in de geschiedenis te krijgen. In dit geval in de stad Almelo. We leren ook door de vondsten te vergelijken met die van andere steden in Twente.