Terwijl deze dagen alle ogen (en oren) gericht zijn op Malmö, waar ‘onze’ Joost Klein de Nederlandse eer moet hooghouden, maken in deze contreien 10 kandidaten zich op voor de finale van het Twents Song Festival. Tien heel uiteenlopende acts –allemaal ‘kats in et plat’ – gaan op zondag 7 juli op het terrein van het Openluchtmuseum in Ootmarsum uitmaken wie de opvolger wordt van de verrassende winnaar van vorig jaar: Gert-Jan Roesthuis.
De deskundige jury, bestaande uit Monique Sleiderink, Frank Droste, Wilfried Poorthuis, Hans Barkel en Toon Lansink, ‘selecteerde’ tijdens de voorrondes de volgende acts voor de finale: Double 2 met ‘Ik mot deur’, Gert Warring met ‘De leeftied’, Cigar Box Henri met ‘Koald!’, Jef Horsthuis met ‘Loat goan’, Lotte Aarnink met ‘Kats van’t rabat’, Huub Ruel met ‘Blief bie mie’, Kuitert & De Hoop met ‘Iej zollen miej toch nich verstoan’, Treasure met ‘Ik huul nog steeds’, The Wild East met ‘Nooit meer noar de stad’ en Iets anders met ‘Stil verdreet’.
Net als vorig jaar vertegenwoordigen de finalisten heel uiteenlopende muzikale genres. Vorig jaar was er tijdens de finale zelfs een rap in het Nedersaksisch te horen en kende het festival een even verrassende als verdiende winnaar met Gert-Jan Roesthuis met het lied ‘Sol hé’. Op 7 juli kan het publiek – vorig jaar waren er ruim 500 toeschouwers – een breed scala aan muziekstijlen verwachten, van gevoelige balads met simpele gitaarbegeleiding tot stevige ‘plattelandsrock’ met een fikse dosis ‘dreuge’ humor.
De enige overeenkomst in de muzikaal zeer uiteenlopende nummers van de finalisten: de teksten zijn allemaal in het Nedersaksisch, ofwel kats in et plat. Dat is ook de enige voorwaarde die de organisatie stelt aan deelname aan de voorrondes.
Onder de nummers in de finale bevinden zich dit jaar dan ook, behalve de nodige covers, een aantal zelf geschreven en gecomponeerde nummers. De komende weken lichten wij met portretten van alle tien finalisten een tipje van de sluier op van wat het publiek op 7 juli kan verwachten.