Ongeveer duizend Enschedeërs hebben vorig jaar op een dure manier geleerd wat het verschil is tussen een bel op je fiets hebben en bellen op je fiets. Het eerste is verplicht en het tweede is verboden. Uit jaarcijfers van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) blijkt dat vorig jaar in Enschede 1.019 bekeuringen zijn uitgeschreven voor handheld bellen op de fiets. En da's geen goedkope overtreding. Wie op de bon werd geslingerd moest 159 euro aftikken, exclusief 9 euro administratiekosten.
In Overijssel zijn vorig jaar 4.437 bekeuringen uitgedeeld voor de overtreding. Met 1.109 bonnen is Enschede goed voor een kwart van dat aantal. Of Enschedese fietsers meer dan gemiddeld lak hebben aan de regels of dat er daar actief op de overtreding wordt 'gejaagd' blijft ongewis. Het CJIB verstrekt louter de cijfers. Het aantal bekeuringen voor dezelfde overtreding ligt in ieder geval veel lager in Hengelo (298) of Almelo (173). In de meeste Twentse gemeenten gaat het zelfs om (veel) minder dan 100 bonnen.
Een mobiele telefoon in je hand tijdens het fietsten is sinds 1 juli 2019 verboden. De boete was destijds een stuk lager. Het nationale incassobureau van het Ministerie van Justitie harkte in 2023 in Overijssel 709.920 euro binnen voor bellen op de fiets. Tel daar nog eens een kleine 40.000 euro administratiekosten bij op. Dat maakt een totaal van driekwart miljoen euro boetegeld. Goed voor de aanschaf van 555 stuks iPhone 15 of 591 stuks Samsung Galaxy S24.
En hoe zit dat met die verplichte fietsbel? Ook daarvoor werden Twentenaren op de bon geslingerd. Vier fietsers - waarvan twee in Enschede - zijn vorig jaar staande gehouden terwijl zij een tweewieler bestuurden zonder (deugdelijke) fietsbel. Bij elkaar opgeteld leverde deze overtreding (Feitcode N710c) 140 euro voor de staatskas op.