De eerste kans van de wedstrijd was voor Jésus Corona. Hij kon na een klein kwartier vrij inkoppen, maar Kenneth Vermeer voorkwam een treffer. Tien minuten voor rust opende Feyenoord de score. Colim Kazim-Richards miste eerst een strafschop, maar uit de hoekschop daarna ramde Lex Immers de bal achter doelman Sonny Stevens. Vlak na rust zorgde Orlando Engelaar na een fout van Vermeer voor 1-1. De doelman liet een voorzet van Luc Castaignos los, waarna Engelaar eenvoudig kon scoren. Feyenoord had het even lastig, maar toch wist Jens Toornstra na een uur 2-1 te maken en even later gleed Jean-Paul Boëtius de 3-1 binnen.