Het rijksmuseum vecht op twee fronten tegen het water. In de achtertuin draait een waterpomp. De pomp steekt tot 15 meter diep en houdt de grond onder het museum droog. Hans van Penderen is hoofd van de technische dienst. Hij gebaart een trechter: "Zo moet je het voorstellen." Voor de nabijgelegen muur zijn diepe kiezelputten gegraven. Die leiden het water van de muren af - dat het niet doorslaat - richting pomp. Een verborgen verdedigingswerk.
De pomp van het Rijksmuseum Twenthe pompt niet meer op dan strikt noodzakelijk. Hij zou makkelijk meer water aankunnen, maar de mannen van het museum houden hem kort. René Koning, de financiële man van het museum: "We zouden van nut kunnen zijn voor de omgeving, maar dan krijgen we een rekening van het waterschap." Het oppompen van het water dan wel het lozen van het opgepompte water wordt belast. Omdat het museum zo weinig mogelijk pompt - 'en omdat we een hoger doel dienen' - is er nog nooit een rekening gestuurd.
Van Penderen en Koning zien het ongerijmde van de situatie in. Het Rijksmuseum Twenthe en de omgeving hebben last van hoog grondwater. Het museum pompt om de kunst niet te laten verzuipen. Zou het museum de buurt te hulp schieten, dan volgt een aanslag. "Plus", zegt Koning, "dat permanente bronbemaling geld kost. Qua stroomverbruik en onderhoud." Hij denkt dat het best zinvol zou zijn als het ingenieursbureau Tauw, dat in opdracht van de gemeente onderzoek doet naar het grondwaterprobleem, eens uitzoekt onder hoeveel gebouwen pompen als die van het museum draaien. Koning: "En of we eventueel een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van het probleem."
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM