Midden onder de speech van de voorzitter gaat mijn mobiele telefoon af. Het toestel zit in mijn broekzak, dus moet ik half gaan staan om het te kunnen pakken. Ik zoek een uitgang, maar dan moeten zo’ n dertig mensen opstaan, dus dat doe ik niet.
Het toestel is nieuw en ik druk op diverse knoppen. Eindelijk is het stil. Ik stop hem in de binnenzak van mijn colbert en prompt gaat hij weer af. Opnieuw druk ik op alle knoppen. Ik zeg zachtjes: “Sorry.”, tegen iedereen in de synagoge en tegen mijn buurman in het bijzonder. Ik schaam mij diep en wil wel door de grond zakken. De rest van de bijeenkomst zit ik met mijn hand in de binnenzak van mijn colbert; klaar om alle knoppen in te drukken. Het is gelukkig niet meer nodig.
Inmiddels is de burgemeester aan zijn verhaal begonnen. Het is een algemeen verhaal over oorlog, vrede en vervolging: “Zoiets mag nooit weer gebeuren.” zegt hij. Later reageert opperrabbijn Jacobs daarop met de vraag: “ Wie garandeert dat?” 75 jaar geleden, 13 september 1941 werden 105 Tukkers door de Duitsers naar Mauthausen vervoerd, waar ze binnen een half jaar werden vermoord. Ze waren opgepakt omdat voor de tweede keer telefoonkabels in Enschede waren doorgeknipt. Na de eerste keer hadden de Duitsers bij herhaling met ernstige represailles gedreigd. Geen loze woorden bleek achteraf. Na de tweede sabotage werden aan de hand van lijsten de 105 Joodse mannen door de politie opgepakt in de gemeenten Almelo (10), Borne (1), Delden (2), Denekamp (3), Enschede (66), Goor (3), Haaksbergen (2), Hengelo (10) en Oldenzaal (8).
Waarom vluchtten de opgepakten niet? E’en van hen vroeg of hij een jas mocht ophalen, het mocht en hij kwam met de jas terug. Een jongen kon niet zo snel een plekje in de trein vinden, waarop de machinist hem toesiste: ” Pleur op.” Het redde zijn leven. De opgepakten werden verzameld in een gymnastieklokaal in Enschede. Dinsdag de 16-de vertrokken ze, om de volgende dag in Mauthausen aan te komen. Een week later begon een stroom aan offici”ele berichten, waarin kil werd medegedeeld welke personen overleden waren. Aan de Joodse raad de taak de familie in te lichten, dat “in een plaatsje in Oostenrijk” een geliefde was gestorven. Later kwamen de verhalen over de steengroeve en de naam Mauthausen, meestal Morthausen genoemd.
In de synagoge kinderen van de naastliggende basisschool, die helpen bij de kranslegging. Ze worden wat onrustig, al die lange speeches ook. Maar het is goed dat ze er zijn, ze vormen de link met het heden. Tijdens de uitvoering van de Mauthausen Cyclus van Mikis Theodorakis door het Twents Mandoline Orkest met een magnifieke bariton (denk ik) gaat er in de zaal een mobieltje af. Het voelt als een bevrijding voor mij; ik ben niet de enige sukkel hier, die vergeten heeft zijn mobieltje uit te zetten.