1942
14 jaar was Bertje Bloch-Van Rhijn toen ze in 1942 door haar ouders naar een bevriende notaris en zijn vrouw aan de Brammelerstraat werd gestuurd. Ze ging er vanuit hun huis aan de Oldenzaalsestraat lopend naar toe. Onderweg knipte ze de jodenster van haar jas met het schaartje dat haar moeder had meegegeven.
Samen met haar zusje Jeannetruus, die toen 11 was, zat ze vier maanden ondergedoken aan de Brammelerstraat. Het was het eerste van vijf onderduikadressen. Een groot deel van hun onderduikperiode waren de meisjes gescheiden van hun ouders, die zich elders verborgen hielden. Het gezin kwam de oorlog gelukkig goed door. Bertje Bloch-Van Rhijn is de enige die nu nog leeft. Ze is 89 en woont in Zelhem.
Daar deed ze haar verhaal tegenover deze krant. Toen Bep Müller-van Zessen het interview met Bertje Bloch las, nam ze contact op met de redactie. Het weerzien was snel geregeld, bij Bep in haar appartement in Het Lindenhof.
Begroeting
De begroeting is hartelijk. "Je bent ontzettend lief voor ons geweest", zegt Bertje. "In mijn dagboek staan alleen maar goede dingen over jou." Herinneringen worden opgehaald over de tijd in het grote huis aan de Brammelerstraat. Bep praat honderduit, Bertje luistert geduldig.
Bep was 17 jaar en in dienst bij de notaris en zijn vrouw toen de Joodse zusjes Van Rhijn er kwamen. Zij ontfermde zich over hen. "Als er vragen komen, dan ben ik jullie oudste zus", hield ze de meisjes voor. Ze had al veel meegemaakt. Haar vader was aan tuberculose overleden toen ze een baby was, haar moeder kon door ziekte niet voor haar zorgen. "Ik stond er alleen voor, maar daar word je sterk van."
Dagboek
De notaris was geen fijne man, zeggen ze. Bertje heeft het dagboek meegenomen dat ze tijdens de oorlog bijhield. Ze leest voor hoe de notaris weer eens razend was op zijn vrouw. Bep knikt. "Zijn vrouw was erg lief, met haar had ik het heel goed. Vaak ging ik stiekem buitenom, zette een ladder tegen het balkon en bracht haar eten op haar kamer."
Of ze verborg zich achter de keukendeur, zodat ze stilletjes de buitendeur kon openen voor mevrouw. Voor de zusjes Van Rhijn, gescheiden van hun ouders, was de situatie niet gemakkelijk. "Jeannetruus leed erg onder de ruzies. Die hadden we thuis niet. Arme Tante, ik had zo met haar te doen."
Bep vertelt hoe ze moest zorgen voor de twee boekhoudingen van de notaris: één officiële en een geheime, waarin de uitgaven van mijnheers 'eigen uitjes' werden bijgehouden. Ze deed het met grote tegenzin. Toen Bertje en Jeannetruus vertrokken naar hun nieuwe onderduikadres in Apeldoorn, zegde Bep op.
Scheiden
Een paar keer zagen ze elkaar na de oorlog terug in Enschede. Hun wegen scheidden zich echter. Beiden hadden een gelukkig huwelijk. Bertje kreeg drie kinderen en een pleegzoon. Bep bracht vier dochters ter wereld. Haar gezondheid wordt minder. Bertje belooft terug te komen. "De kinderen willen je graag ontmoeten."
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM.