Liefst 83 procent van de groep 65-75 jaar beweegt vijf dagen in de week minstens een half uur per dag. Dat is twintig procent meer dan de groep tussen de 19 en 35 jaar. De meest beoefende sporten in Twente zijn fitness, fietsen en wandelen.
Positief beeld
De beweegnorm is maar een van de vele onderdelen waar de GGD Twente in het rapport aandacht aan besteedt. De monitor geeft een jaarlijks beeld van het welzijn van de Twentse bevolking in de veertien gemeenten. De cijfers gaan over het jaar 2016.
Het algemene beeld dat naar boven komt is positief. Meer dan driekwart beoordeelt de eigen gezondheid als (zeer) goed. Ook hier zijn 65-plussers vaker tevreden dan jongere streekgenoten. Maar niet iedereen heeft evenveel geluk gehad in zijn leven. Mensen met zware beroepen of mensen die een ongezonde leefstijl hebben gehad (roken, drinken, weinig bewegen) hebben vaker chronische aandoeningen opgelopen dan anderen. Toch is nog driekwart van mening dat ze gezond leven, maar drie procent noemde de eigen leeftstijl (zeer) ongezond.
Gewrichtsslijtage
Het meest genoteerde chronische ongemak is gewrichtsslijtage (25 procent), hoge bloeddruk (21 procent) en aandoeningen aan de rug (18 procent). Acht procent heeft suikerziekte. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het aantal beperkingen toe. Heeft gemiddeld een op de tien Twentenaren last met de mobiliteit, bij ouderen is dat het dubbele.
Boven de 55 jaar heeft 55 tot 77 procent twee of meer chronische aandoeningen. Bovendien vallen ouderen relatief vaak, wat weer leidt tot nieuwe problemen. Een kwart tot ruim eenderde van de 75-plussers is de afgelopen drie maanden gevallen.
Gewicht
Net als elders in Nederland is ook in Twente bijna de helft van de bevolking te zwaar. Tot 35 jaar is dat 35 procent, maar vanaf 50 jaar loopt het flink op. Tussen de 65- en 75 jaar heeft 65 procent overgewicht. De GGD constateert in dat verband dat er ondanks de vele inspanningen nog steeds te weinig groente en fruit wordt gegeten.
Tevreden
Daar staat tegenover dat ondanks de ongemakken, de Twentenaren toch tamelijk tevreden zijn met hun leven. Gemiddeld geven ze hun levensvreugde het cijfer 7,5. Het meest gegeven cijfer is een acht. Dat cijfer geven ze ook aan de eigen woning. Als ze al geluidshinder hebben, dan betreft de ergernis vooral van het geknetter van scooters en brommers.
Net als in eerdere rapportages blijkt dat de sociaal-economische status van grote invloed is op het gevoelde welbevinden. Op bijna alle terreinen scoren mensen met weinig opleiding en dito inkomen slechter. Ze hebben bijna twee keer zoveel chronische ziekten (46 procent, tegenover 25 procent bij hoger opgeleiden). Ook ervaren ze hun leven minder vaak als zinvol (77 procent tegen 92 procent) en lopen ze meer kans op een depressie of angststoornis (11 tegen 3 procent).
Noaberschap en eenzaamheid
Op een punt scoren mensen met een lagere sociaal-economische status wel beter: ze hebben vaker contact met de buren dan Twentenaren met een hoge sociaal economische status. 71 procent spreekt de buren wekelijks, tegen 63 procent van hoger opgeleiden. Dat laat onverlet dat - gevraagd naar eenzaamheid - 180.000 mensen zich in Twente wel eens eenzaam voelen.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM, foto: Hans Brok.