De rechter in Almelo stelde in die zaak dat Enschede meer onderzoek had moeten doen om het werkelijke fraudebedrag vast te stellen. Desnoods op basis van een schatting. Er volgde daarom een veto over het compleet terugvorderen van een uitkering bij een fraudeur. De rechter dacht eerder aan 10.000 euro, dan de 50.000 die Enschede terugeist. Dat werpt de vraag op of Enschede in algemeenheid te snel complete uitkeringen terugeist.
Tatoeagezaak
In de tatoeagezaak draait het er om dat een Enschedeër met een uitkering bij zeker twintig mensen een tatoeage heeft gezet. De inkomsten daarvan heeft hij verzwegen. Dat is een schending van de informatieplicht. Toen het werd ontdekt, heeft hij de gemeente ook geen nadere informatie over die inkomsten willen geven. Enschede zegt dat ze de waarde van de tatoeages daarom niet kan bepalen. Zodoende wil ze de volledige uitkering terugvorderen, over die periode.
Enschede meent dat de Participatiewet hen geen andere keus geeft. Als wij niet weten hoe hoog die inkomsten waren, dan kunnen we ook niet vaststellen of men wel recht had op uitkering. Dat kunnen we gewoonweg niet. In die situatie gaan we de hele bijstand terugvorderen.
Maar de rechtbank is het daarmee kijkend naar diezelfde wet fundamenteel oneens. Gelet op de jurisprudentie had Enschede nader onderzoek moeten doen naar de gemiddelde waarde van een tatoeage. En op basis daarvan had men het recht op resterende bijstand 'schattender wijs' moeten vast stellen. De rechtbank denkt dat een tatoeage 500 euro waard kan zijn.
Een woordvoerder van de gemeente Enschede zegt dat het vonnis nu nader wordt bestudeerd om te zien of deze uitspraak gevolgen heeft de huidige aanpak.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en TV Enschede FM