Met zijn vriendin Angela viert Henk Eijsink (69) de jaarwisseling in Malaga. "Dat schijnt nogal een spektakel te zijn", zegt hij. Een nieuw onderkomen in Andalusië heeft het stel nog niet, maar daar wordt aan gewerkt. "We hebben een aantal opties. We openen er uiterlijk april een guesthouse, dat staat vast", zegt Angela zelfverzekerd.
De behandeltafel verhuist mee naar Andalusië. Henk Eijsink is van plan om ook in Spanje als manueeltherapeut te blijven werken. "Een paar dagdelen per week nog. Actief blijven is het beste wat een mens kan doen. Doelen blijven stellen. Ik wil daar met onze gasten ook de weg op met de racefiets als ze daar zin in hebben, of tochten me ze gaan maken met de Jeep."
Zuid-Afrika
Het is niet voor het eerst dat hij emigreert. Begin jaren 70 werkte Eijsink drie jaar als fysiotherapeut in Zuid-Afrika, onder meer in het Groote Schuur-ziekenhuis, in Kaapstad. Dat was beroemd nadat chirurg Christian Bernard er in 1967 voor het eerst een geslaagde harttransplantatie verrichtte. "Mijn zus woonde in Kaapstad en in brieven steggelde ik met haar over het systeem van apartheid, dat daar toen nog was", zegt Eijsink.
"Wachtkamers, restaurants, toiletten: allemaal gescheiden voor blank en zwart. Ik vond het vreselijk, maar ontdekte ook dat het na verloop van tijd went, hoe gek dat ook klinkt." Hij is geboren in Beckum en is nog van de generatie die Abe Lenstra in stadion Het Diekman bij Sportclub Enschede heeft zien spelen. "Ik ben de jongste uit een gezin van acht. Als kleine jongen mocht ik bij mijn broer achterop de motor mee naar Enschede als Abe speelde."
Jan Sörensen
De benen van spelers van FC Twente masseren en helpen bij hersteltrainingen was een droom, zegt hij. Die werd in 1981 werkelijkheid: hij werd fysiotherapeut bij FC Twente, dat toen nog werd getraind door Hennie Hollink en later door Ron Groener, Spitz Kohn en Fritz Korbach. "Ik had als fysiotherapeut gesolliciteerd in de praktijk van Willem Snellenberg, want hij werkte voor FC Twente. Toen Willem een stap terug deed, kreeg ik mijn kans."
Het waren de jaren waarin spelers als Martien Vreijsen, Martin Koopman, Manuel Sanchez Torres, Billy Ashcroft en, niet te vergeten, Jan Sörensen hun kunsten vertoonden in Het Diekman. Eijsink: "Het elftal zat in die jaren in een neerwaartse spiraal. De beste spelers werden steeds weer verkocht. Jan Sörensen was de vedette. Hij lustte wel een borrel, net als Fritz Korbach. Soms ging er bij die twee 's ochtends voor de training al een cognacje door de koffie. Spelers mochten van Korbach best roken en drinken - dat deed hij zelf ook. Als er op zondag maar werd gepresteerd."
Spuit
Bij de club gebeurden ook dingen waar hij niet achter stond. "Er werd te gemakkelijk naar de spuit met cortisonen (ontstekingsremmend middel, red.) gegrepen. Ik heb daar veel strijd over gehad met trainers die wilden dat geblesseerde spelers snel weer konden spelen."
In 1986 stopte Eijsink en begon hij een eigen praktijk. "FC Twente heeft me met een lening geholpen bij het opzetten daarvan. Daar ben ik de club nog dankbaar voor." Hij zit er bij de thuiswedstrijden nog op de tribune en maakt zich zorgen over het huidige Twente. "Ik zie veel parallellen met het seizoen 1982/1983, toen we degradeerden. Weinig kwaliteit en een middenveld dat bijna elke wedstrijd wordt overlopen." De tweede seizoenshelft gaat hij vanuit Andalusië volgen. "FC Twente is één van de dingen die ik ga missen."
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. - Foto: Frans Nikkels