Verkeer
Stuur appje
Zoek
Je bekijkt nu een artikel uit het archief
Dit artikel is niet geoptimaliseerd voor de huidige 1Twente-website. Hierdoor kan het voorkomen dat de opmaak wegvalt, er media ontbreekt en/of metadata incorrect is.
Nieuws
Enschede

Marius van Rhijn hield moed in moorddadige tijden

338788 rhijn

De Enschedese huisarts Marius van Rhijn dook in 1942 onder. Vanaf dat moment hield hij een dagboek bij. Over onderduiken en naziterreur, sterrenhemels of een aardig veulen in de wei. Hij schrijft om nooit te vergeten. En om moed te houden in moorddadige tijden.

Hij schrijft erover precies een week nadat hij zijn dagboek is begonnen. Vandaag is het een vastendag voor de Joden wegens de massamoorden die in Polen worden begaan. ( ¦) Honderdduizenden Poolsche Joden zouden door de Duitsers vermoord zijn. Zouden onze vrienden ook tot die Poolsche Joden gerekend worden? Wij vreezen het. In dat geval zou het dus beteekenen: Joden die zich in Polen bevinden. Wat is het lijden van het Joodsche volk eindeloos.

Ondergedoken
Het is dan 13 december 1942. Een paar dagen later, op de 17de, maakt hij zich ongerust over de slachtingen van Joden in het abattoir Polen . De Enschedese huisarts Marius van Rhijn zit, met zijn vrouw Corry Leijdesdorff - de eerste vrouwelijke advocate van Enschede - dan al ruim vier maanden ondergedoken in Apeldoorn. En toch bereiken de allereerste verontrustende berichten over wat de Holocaust zal gaan heten hem ook daar.

Luchtiger zaken
Zo doordrongen als hij hierdoor ook is van de moorddadigheid van de nazi s, zo makkelijk lijkt Van Rhijn in zijn dagboek over te schakelen op luchtiger zaken. De huishoudelijke taken die hij op zijn onderduikadres heeft: aardappels schillen, cokes kloppen, houthakken. Of de schoonheid van sterrenhemels en paarden op het land.

In het dagboek staan de grote en kleine dingen steeds broederlijk naast elkaar , zegt Ron van Hasselt, die op basis van Van Rhijns oorlogsdagboek Verdacht van woonplaats te zijn veranderd schreef. De titel verwijst naar de omschrijving in Duitse politierapporten, wanneer iemand ondergedoken was.

Vluchteling in eigen land
Van Rhijn, zijn vrouw en hun beide dochters zijn sinds augustus 1942 vluchtelingen in eigen land , zoals Van Hasselt het noemt. Hij en zij in Apeldoorn, Bertje en Janetruus in Beverwijk en later in Leiden en uiteindelijk allemaal samen in Kampen.

Doodsberichten
Het is een goed voorbereide onderduik. Sinds het najaar van 1941 maakt Marius zich geen illusie meer over de moordlust van de nazi s. Die herfst druppelen in Enschede de doodsberichten binnen van alle 105 Joodse mannen die bij de grote Twentse razzia van september 1941 zijn opgepakt en naar Maut­hausen gebracht. Onder hen de twee andere Joodse huisartsen in Enschede, Otto Hans Frank en Max van Leeuwen

Anti-Joodse liedjes
De Van Rhijns zijn ook Joods, al deed het gezin er niet veel aan , zoals dochter Bertje later zal zeggen. Het is de buitenwereld die hen aan hun Joodse achtergrond herinnert. Ook vóór de oorlog al, als Enschedeërs haar belagen met anti-Joodse liedjes. En veel meer nog wanneer in de Reichskristallnacht in 1938, de Duitse jacht op Joden begint.

Binnenlandse vluchtoefeningen
Van Rhijn stuurt zijn gezin daarna bij geruchten over een inval enkele keren naar familie achter de Hollandse Waterlinie, die meer veiligheid lijkt te bieden dan de grensplaats Enschede. Binnenlandse vluchtoefeningen , noemt Van Hasselt ze. Op 10 mei 1940, wanneer de Duitsers Nederland binnenvallen, is Marius alleen in Enschede. Vrouw en dochters zijn vanwege de oorlogsgeruchten opnieuw in Zaandam.

Herenigd
Gelukkiger dan nu zullen we niet worden , zegt Corry als het gezin na de Nederlandse capitulatie wordt herenigd. Marius moet zich vanaf dat moment op het ergste hebben voorbereid. Hij ziet steeds meer collega s, vrienden en familieleden weggevoerd worden. Legt contact over onderduikplekken en ritselt echte identiteitsbewijzen bij Jan en Ada Stenvers. Die zijn na het vergissingsbombardement op Enschede op 22 januari 1941, waarbij ze hun huis in de Floresstraat verliezen, wel bereid hun papieren als verbrand op te geven.

Bijna idyllische onderduik
Het zijn voorbereidingen die lonen, wanneer ze uiteindelijk in augustus 1942 echt van woonplaats veranderen . Dan begint voor de Van Rhijns wat Van Hasselt een a-typische, bijna idyllische onderduik noemt. In villa s in Apeldoorn en Kampen, met genoeg ruimte, voldoende eten en dankzij de echte papieren - zelfs de mogelijkheid voor Marius om avondlijke wandelingen naar vrienden of fietstochten naar Deventer of Wolvega te maken. Dat in het vaste vertrouwen dat het niet lang zou duren voordat de oorlog voorbij zou zijn en hij zijn dagboek in een comfortabele arm-chair zou kunnen teruglezen.

Onvoorzichtig
Zijn dochters zullen die houding, die hij de hele oorlog volhoudt, later als grote onvoorzichtigheid omschrijven. Maar het was meer, vermoedt Van Hasselt, die uit de brief van een omgekomen Britse piloot citeert. Die roemt zijn moeder, omdat zij in die barre oorlogstijd altijd flink (is) geweest zonder ooit haar vertrouwen in de toekomst te verliezen .

Het is of ook Marius, die vindt dat hij als familiehoofd voor de veiligheid van zijn gezin moet zorgen, te midden van alle verschrikking flink wil zijn. Hij wil optimisme tonen en zo de anderen steunen. Ook daarom probeert hij zijn leven zo gewoon mogelijk te blijven leven , zegt Van Hasselt. Aarzelend: En misschien had hij die vrijheid ook nodig om niet gek te worden in een wereld die volledig gek geworden leek.

Sprookje
Het verhaal van de Van Rhijns leest soms als een van de uiterst zeldzame sprookjes , die er in de oorlog ook waren. Zo eindigt het ook. Ze overleven alle vier. Marius en Corry fietsen al snel na de bevrijding van Kampen door kapotgeschoten Twentse steden en dorpen terug naar Enschede. Iets later laten ze ook hun dochters terugkeren, waarna ze hun vooroorlogse leven proberen op te pakken.

Grens over
Toch is Verdacht van woonplaats te zijn veranderd allesbehalve een simpel feelgoodverhaal. Van Hasselt, die eerder indrukwekkende boeken over zijn Enschedese ouders en andere Joodse familieleden schreef, steekt steeds weer de grens tussen hoop en wanhoop over. Hij verweeft de bijna idyllische onderduik van de Van Rhijns met andere persoonlijke (onderduik-)verhalen in hun omgeving. Verhalen die meer dan eens wél voor vuurpelotons, in gevangenissen, kampen of gaskamers eindigen.

Enorme lading
Want Van Rhijns onderduik mag dan atypisch en bijna idyllisch zijn, buiten woeden verschrikkingen die ook zijn bestaan voortdurend bedreigen. Het geeft zijn flink zijn een enorme lading. En de lezer zit bovenop die broze poging een normaal leven te blijven leiden in een wereld, waarvan hij net als Marius eigenlijk ook weet, dat er niets meer normaal is.

Ron van Hasselt, Verdacht van woonplaats te zijn veranderd, Uitgeverij Aspekt, 232 blz., ISBN:9789463383820, 19,95 euro

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. Foto: NN
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.