Verkeer
Stuur appje
Zoek
Je bekijkt nu een artikel uit het archief
Dit artikel is niet geoptimaliseerd voor de huidige 1Twente-website. Hierdoor kan het voorkomen dat de opmaak wegvalt, er media ontbreekt en/of metadata incorrect is.
Nieuws
Enschede

Bert Woudstra uit Enschede houdt verdriet over de 105 oorlogsdoden

340982 bert woudstra

Dertien keer in de oorlog veranderde Bert Woudstra van voordeur. Hij was nog maar een jongetje en moest, alleen, onderduiken.

Ja het is nodig, zegt Bert Woudstra (86) tegen het einde van het gesprek. Meer dan veertig keer per jaar vertelt hij zijn onderduikverhaal aan jonge mensen, overal in Nederland en Duitsland.

Westerbork
Laatst nog, als spreker van Kamp Westerbork, was hij in Madurodam. Een jongetje vroeg: Jij bent toch joods? Waarom woon jij niet in Israël? Bert Woudstra gaf antwoord met een wedervraag. Heb jij een geloof? Wij zijn islamitisch. , zei hij. Bert Woudstra keek hem aan en zei: Hoor jij dan niet in Turkije? Een schat van een jongen hoor. We zijn het er over eens geworden dat als hij een Nederlands jongetje is met een islamitische achtergrond, ik een Nederlandse jongen ben met een Joodse achtergrond.

Modehuis
Zijn verhaal begint als zijn vader, die met zijn moeder een modehuis heeft, bij een razzia wordt opgepakt, samen met 104 andere Enschedese Joodse mannen. Hij werd al snel vermoord. Bert, zijn moeder, broer Egon en een Duitse neef Werner moesten onderduiken. Mijn moeder werd door dominee Overduin ondergebracht aan de Minkmaatstraat. Ik kon naar de familie Jannink die in Buurse een zomerhuis hadden.

Tuinman
Een broer van de Janninks ging trouwen met tandartsassistente Mies Bruins. Zij vroegen of ze in ons huis mochten wonen. Dat vonden wij een veilig idee en zo zijn we vertrokken, bijna alles hebben we achtergelaten. Toen de familie Jannink aan het einde van de vakantie terug naar de stad ging, werd Bert naar Boekelo gebracht, waar tuinman Hilbrink woonde. Daar zat hij, 10 jaar, alleen op een kamertje. De verveling kan hij nog voelen.

Vliegveld

Pas later heeft hij kunnen achterhalen hoe hij in het buitenhuis van tandarts André Noordenbos terecht kwam, bij vliegveld Twenthe. Het verhaal wil dat een hoge officier van de Sicherheitsdienst op stel en sprong aan tandpijn geholpen moest worden. Vanwaar die haast? , vroeg de tandarts. Toen hij vertelde dat hij die middag bij een razzia in Boekelo wilde helpen, was het assistente Mies Bruins die dacht: Maar daar zit Bertje Woudstra!

Tandarts
Bij Boekelo bleek het hele gebied al afgezet. De tandarts had een esculaap op zijn auto en vertelde dat hij een doodziek kind moest ophalen. Doodsbang was ik toen er werd aangebeld en hoorde: Mevrouw, u heeft toch Bert Woudstra in huis? Met een verband vol jodium om zijn hoofd nam de tandarts Bert mee naar zijn huis bij vliegveld Twenthe.

Boekelo
Nog lang na de oorlog heeft Bert Woudstra het zich aangetrokken dat hij toen niet heeft gezegd dat zijn vriendje ook in Boekelo was ondergedoken. Hans Neeter en zijn familie hebben het niet overleefd.

Vanaf dat moment, zegt Woudstra, namen tandarts Noordenbos en zijn vrouw Geertruid de leiding over zijn onderduik. Zij werden mijn pleegouders. Dus toen de familie op een zondag een clandestien geslacht varken mocht ophalen in De Lutte, stonden ze erop dat Bert meefietste.

NSB-gezin
Ik vond het doodeng maar realiseerde me ook dat ik moest gehoorzamen. Deze mensen liepen risico s voor mij, dan moet je doen wat ze zeggen. Ter hoogte van Oldenzaal fietsten ze een NSB-gezin tegen het lijf. Ik zag dat ze me hadden herkend. Dat bleek nog dezelfde dag, bij het wecken van het vlees. Een vrouw klopte aan de deur. Haar dienstmeisje had een nieuwtje: Bertje Woudstra zit bij de familie Noordenbos.
Heimwee
Weer een vlucht naar een nieuw adres, maar Bert zou terugkeren bij het gezin van de tandarts. Eén keer zag hij zijn moeder in die tijd. Ze had zo n heimwee, ze wilde mij zien. Daarop kreeg zijn moeder een dreigbrief: 10.000 gulden moest onder een tegel bij het station worden gelegd, anders zouden zij en haar zoontje het niet overleven. Geld dat er niet was. Mijn moeder en ik werden dagenlang verstopt, in een gecamoufleerde auto in het bos bij het vliegveld. Afschuwelijk.

Vluchten
Vlakbij Giethoorn konden ze bij een palingvisser onderduiken. Noordenbos had dat geregeld toen zijn huishoudster in opstand kwam, naar Sint Jansklooster. Daar kwam het idee het land uit te vluchten. Dominee Overduin kon over een fonds beschikken. Hij zou een passeur betalen. Mijn broer Egon en de Duitse neef werden ook ontboden.

Opgelicht
Zij zijn eerst gegaan en kwamen veilig aan in Madrid. Toen wij daarop in Amsterdam uit de trein stapten, bleek dat we waren opgelicht. Ik mocht terug naar de familie Noordenbos, die inmiddels in Twello woonden. Zutphen volgde, Deventer, Ronduite. Niet alles heeft Bert Woudstra precies onthouden. De angst, de verveling en de eenzaamheid staan wel in zijn herinnering gebeiteld.

Mauthausen
Voor hem kwam de bevrijding op 13 april. Feest, blij. Dat duurde niet lang. De schok dat mijn vader écht dood was, net als 24 familieleden. 105 Joodse Enschedeërs binnen zes weken vermoord in Mauthausen. Als kind dacht hij: Daar klopt geen barst van. Allemaal gezonde jongemannen.

Padvinderij
Een harde tijd volgde. Zijn moeder wilde alleen vooruit kijken. Jongens van zijn leeftijd liepen met een boog om hem heen. Waarom? Geen idee. Misschien was het verdacht dat ik nog leefde. De padvinderij werd zijn redding. De vrienden daar hebben mij van somberheid weerhouden.

Medelijden
Pas rond zijn 80e leerde Bert Woudstra waarom zijn moeder zo streng en afstandelijk was. Ik las een roman en herkende haar erin. Gossiemijne, moet je 80 worden om te begrijpen waarom alles bij haar op slot ging. Ik had alleen medelijden met mezelf gehad. Ik wilde een gewone Hollandse jongen zijn.

Pensioen
Vertellen is hij pas na zijn pensioen gaan doen. Ik werd gevraagd in Nordhorn te spreken, bij de herdenking van de bevrijding van Auschwitz. Toen is het begonnen.

Als officieel spreker van Westerbork deelt hij zijn verhaal van angst, verveling en de moord op veel familieleden inmiddels vaak met jonge mensen. Tussen de 30 en 40 keer per jaar. Het is een druppel op een gloeiende plaat. Maar ik heb een enorme drive. Ik wil dat wij in een vredevolle wereld leven. En ik vertel de jonge mensen: Jullie maken de toekomst.

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Reinier van Willigen
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.