Na de zomervakantie gaan zes scholen aan de slag met een eigen jeugdhulpverlener van Jarabee of Intermetzo. Het experiment duurt drie jaar en daarvoor is een totaal budget van 14,7 miljoen euro beschikbaar.
Eerder, sneller en eenvoudiger hulpverlening voor kinderen die dat nodig hebben. Op hun eigen school en vaker in groepsverband dan individueel. Zo denkt de gemeente te kunnen besparen op de jeugdzorg.
Korte lijntjes
Als een ouder zich bij een leerkracht meldt met een zorgvraag wordt er in de praktijk over meerdere lijnen heen en weer gecommuniceerd: de schoolwijkcoach, wijkcoach, zorgaanbieder, ouders en de school.
Het kan daardoor lang duren voordat een kind kan beginnen aan een een zorgtraject. En dat kan frustrerend zijn voor ouders. Het idee van het experiment in Enschede is dat ouders met zorgvragen direct worden doorverwezen naar de jeugdhulpverlener die in de school zelf aanwezig is. De lijntjes zijn zo korter.
Vrije keuze
De zes scholen met de meeste kinderen in een jeugdhulptraject zijn door de gemeente gevraagd voor het experiment. Dat zijn De Spinaker, De Tender en de Dr. Ariënsschool in het speciaal basisonderwijs, Het Reliëf en Het Corylus College in het speciaal voortgezet onderwijs en de praktijkschool van Bonhoeffer College aan de Vlierstraat.
Volgens de laatst bekende cijfers gaat het in totaal om een kleine duizend leerlingen. De basisscholen gaan in zee met Jarabee, bij de deelnemers uit het voortgezet onderwijs wordt Intermetzo de zorgaanbieder. Ouders behouden de vrije keuze van zorgaanbieders als zij niet met de aanbieder op hun school in zee willen.
De gemeente hoopt met het experiment jeugdzorgkosten in toom te houden. Vorig jaar werd er 52 miljoen euro aan jeugdhulp uitgegeven, daarmee werd het budget met 12 miljoen overschreden.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede. Foto's: Reinier van Willigen