Verkeer
Stuur appje
Zoek
Je bekijkt nu een artikel uit het archief
Dit artikel is niet geoptimaliseerd voor de huidige 1Twente-website. Hierdoor kan het voorkomen dat de opmaak wegvalt, er media ontbreekt en/of metadata incorrect is.
Nieuws
Enschede

VIDEO Het werk van 'Vadertje Roombeek' zit er bijna op

365289 Schermafbeelding 2018 09 01 om 200548

Nog een paar kavels moeten worden ingevuld, dan zit zijn werk erop. Architect Pi de Bruijn, geestelijk vader en supervisor van Roombeek, blikt terug. "Er is iets fundamenteels veranderd in de stad."

Een groepje toeristen trekt voorbij. De vrouwelijke gids begroet hem hartelijk, loopt dan door. Nieuwsgierige blikken uit de groep maken duidelijk dat ze inmiddels heeft verteld wie de man is die daar staat op het winderige plein voor de Museumfabriek, hartje Roombeek. Pi de Bruijn, met paraplu, geniet van het moment. "Het enthousiasme en de trots van dit soort mensen: dat is voor mij Roombeek. Er woont hier een Marokkaanse marktkoopman. Als hij me ziet , valt hij me om de hals. Toen we achttien jaar geleden begonnen, was de stad er slecht aan toe, en niet alleen door de vuurwerkramp. De stad zat in het slop. Er hing een negatieve sfeer. Nu, elke keer als ik hier kom stel ik vast dat die is verdwenen."

Pi de Bruijn
Vandaag, een van de laatste dagen van de zomervakantie, is hij even terug. Terug in Enschede, in Roombeek, de wijk waarover hij in de maanden na de vuurwerkramp de regie kreeg. Afgezien van een paar laatste kavels waarvoor hij de plannen nog moet zien, is het werk zo goed als klaar. "De gemeente wil graag dat ik bij de wijk betrokken blijf. Dat houdt in dat ik hier om de twee maanden nog een dag kom. Ook voor mezelf is dat plezierig. Roombeek is toch het belangrijkste project van mijn leven. Bovendien: echt af is Roombeek natuurlijk nooit. Een woonwijk is als een organisme, als de natuur zelf. Het groeit altijd door."

In de wijk kent hij elke straat. Van elk gebouw, elk huis zag hij de tekeningen. Wie in Roombeek wilde bouwen, moest eerst langs Pi de Bruijn. Een lange stoet van bewoners en opdrachtgevers trok aan hem voorbij. Vooral in de gevoelige gebieden, zoals de grote lanen en de bleken, was hij soms streng. "Er mag hier veel, maar niet alles. Supervisie heb je in drie soorten: streng, medium en laag. Roombeek geldt als een vrijplaats, en dat is het in veel gevallen ook geweest. Veel plannen heb ik nauwelijks ingekeken, maar soms moet je streng zijn."

"Op een dag kreeg ik een vrouw voor mijn bureau die een huis wilde laten bouwen aan de Museumlaan, getekend door haar nicht. Dat kan wel, heb ik haar gezegd, maar dan wel op een andere plek. De Museumlaan is toch een soort eredivisie. Hij verbindt het hart van Roombeek met het Rijksmuseum Twenthe. Daar moet je gewoon kiezen voor architecten van naam."

Het begint met luisteren
Lopen door de wijk voelt voor hem als thuiskomen. Uit een open raam in het nauwe straatje naast het Rozendaal-complex klinkt het geluid van een saxofoon. De Bruijn hoort het graag. Het zijn de levenstekens die een stad tot een stad maken. "Architectuur begint met luisteren. Veel collega's zijn dat vergeten. Die willen vooral hun eigen schepping realiseren. Toen we met Roombeek begonnen, was dat zo'n beetje de heersende mentaliteit. Plannen werden van bovenaf opgelegd. Ik heb nog meegewerkt aan de Bijlmer in Amsterdam. Daar was alles letterlijk in beton gegoten. Van de fouten toen heb ik geleerd. In Roombeek zijn we van onderaf begonnen, bij de mensen zelf, bij al die honderden die hier huis en haard verloren hadden."

76 jaar is hij inmiddels, maar nog steeds actief als architect voor zijn bureau, de ArchitectenCie in Amsterdam. Geboren in Losser en de ontwerper van prestigieuze projecten als de nieuwe Tweede Kamer en de uitbreiding van het Concertgebouw in Amsterdam. De Bruijn werkt nog elke dag. "Het vak laat me nooit los. Je kunt niet een beetje ontwerpen. In de architectuur is het alles of niets."

Een zwarte wolk

Op de dag van de ramp was hij bij zijn moeder in Losser. "Ik ging 's middags even een krantje kopen. Toen ik terugkwam, hing er iemand uit het raam die riep: 'Moj kiek'n, wat 'n zwarte wolk'. Een apocalyptisch beeld. We hadden familie in Enschede. Mijn grootvader had er een machinefabriek. De schok was groot."

In de smalle straatjes van het voormalige Roomveldje komen de beelden terug. Kleine, nieuwgebouwde huisjes staan er keurig in het gelid. Hier liep hij ook in oktober 2000, nadat hij de opdracht kreeg voor Roombeek. Een stedenbouwkundig plan moest hij maken waar een helende werking van uit zou gaan, waarbij slachtoffers zich gehoord zouden voelen en waarin ze weer konden geloven.

Gapend gat
"Het was een tocht door verboden gebied. Er zat een gapend gat in de stad, een onbenoembare leegte. Bijna alles was weg. Bulldozers waren bezig om overal de puinhopen op te ruimen. Precies op dat moment nam ik mijn eerste besluit. Ik had nog helemaal geen idee, maar vond wel dat het slopen moest stoppen. Zoveel mogelijk bewaren van wat er stond, dat was vanaf het begin mijn uitgangspunt. In een wijk waar zoveel kapot is, heb je houvast nodig. In Enschede heeft altijd en destructieve geest geheerst, een soort negatief gevoel om zoveel mogelijk te slopen. Oude panden als het Balengebouw en het Rozendaal zijn ongelofelijk waardevol, al roepen ze negatieve gevoelens op. Het zijn de plekken die we straks aan onze kleinkinderen laten zien om nog iets duidelijk te maken over hoe het leven vroeger was."

Kwartelstraat
Een oud huis in de Kwartelstraat, in het hart van het oude Roomveldje, herinnert hem aan de zwaarte van de strijd die hij soms moest voeren om mensen te overtuigen. Het staat er min of meer terloops, als enige overblijfsel van de wijk die op 13 mei 2000 werd uitgewist. "We hebben moeten vechten voor die oude panden. Meestal hebben we de mensen kunnen overtuigen, soms ook niet, zoals hier. De woningen die in het Roomveldje stonden, had je kunnen renoveren. Maar de bouwvereniging en later ook de bewoners wilden dat niet. Die wilden opnieuw beginnen. Dat dit ene huis er nog staat, is een soort zoenoffer van de architect. Zo kwam hij me toch nog een beetje tegemoet."

Trots
Wandelend langs de Museumlaan bekruipt hem een gevoel van trots. Collega's van naam ontwierpen er villa's binnen de door hem bepaalde kaders. Dure huizen voor welgestelden, niet bepaald de categorie die de oude wijk bevolkte. "Dit deel van Enschede was arm. Er lag ook al een grootschalig plan klaar om daar iets te doen. Toen ik op een vergadering van de stadsdeelraad vroeg wat men daarvan vond, bleef het eerst twee minuten stil. Toen zei een politieman: 'Mien vrouw vond d'r nich völ an'."

"Er moest echt iets nieuws gebeuren. Dit gebied had hard een impuls nodig. Doordat de fabrieken verwoest waren bij de ramp, ontstond er ruimte om ook duurdere huizen te bouwen. Ik zie deze villa's als een surplus. Sommigen mensen hebben me verweten dat ik voor het kapitaal zou bouwen, maar dat is onzin. Iedereen in deze wijk profiteert van wat er hier gebeurt."

Stiekem een doodzonde

Natuurlijk heeft hij zijn favoriete plekken. Een klein hofje verstopt achter appartementen aan de Deurningerstraat of, heel stiekem, het waterzuiveringsgebouwtje aan de Hulsmaatweg dat hij ooit ontwierp. "Een doodzonde voor een supervisor. Maar ik kon het toch niet laten."

Het speelse gebouwtje met blauw glas in de gevel heeft de vorm van een huis. Een statement, zegt hij. "Er woont niemand in, maar toch. Het symbool van Roombeek is voor mij een huis. De vorm is afwijkend, verrassend wellicht, net als heel Roombeek. Lang niet alles is mooi, maar de wijk ademt een aangename gevarieerdheid. Je ziet elke minuut wat anders. Er wonen en werken mensen en er gaan mensen naar school. Dat geeft de wijk een ziel."

Monument
Bij het monument voor de ramp staat hij stil. Daar, in het groene gras, ligt nog de gehavende betonvloer van SE Fireworks. In de krater die de ontploffing hier sloeg, groeien struiken en boompjes. "Het leven gaat altijd door. Ook hier. Toen ik die vloer destijds zag, zei ik meteen: Zo laten. Niets meer aan doen. De natuur doet zijn werk, totdat alle sporen zijn uitgewist."

© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Frans Nikkels
Heb je een nieuwstip of nieuwe informatie?
Tip onze redactie via mail of telefoon. Deze vind je op onze contactpagina.