De ontwikkelingen waren al een tijdje gaande, maar nu komt het er echt van. Dankzij een Twentse vinding rijden binnenkort in Zweden auto s op benzine die deels is gemaakt van zaagsel. De brandstof komt uit een fabriek die mede wordt ontwikkeld door het Enschedese bedrijf BTG-BTL. Dit is een wereldwijde doorbraak.
De fabriek in Zweden wordt de eerste in Europa waar van houtresten, zoals zaagsel, bio-olie wordt gemaakt. Die olie wordt vervolgens in een raffinaderij verwerkt tot bio-brandstof en gemengd met andere oliesoorten waardoor groene benzine en diesel ontstaat. Die brandstoffen kunnen direct worden gebruikt. Auto s hoeven niet te worden omgebouwd. De consument merkt er niets van , zegt Gerhard Muggen, directeur van BTG-BTL.
De techniek die het mogelijk maakt om olie te winnen uit restafval als zaagsel en bermgras - pyrolyse geheten - is ruim 25 jaar geleden bedacht aan de Universiteit Twente. BTG nam in 1993 de verdere ontwikkeling over. In 2008 werd BTG BioLiquids (BTG-BTL) opgericht. Dat werkt samen met het wereldwijd opererende olie- en gasconcern TechnipFMC om de techniek verder te brengen. Vanuit de fabriek Empyro op het terrein van AkzoNobel in Hengelo wordt bijvoorbeeld al olie gebruikt voor de energievoorziening van FrieslandCampina in Borculo. Eerder dit jaar werd een overeenkomst gesloten over de bouw van vier soortgelijke fabrieken in Finland.
De Zweedse fabriek, die een capaciteit moet krijgen om vijftienduizend gezinsauto s een jaar lang te laten rijden, wordt gebouwd in een joint venture met houtleverancier Setra en oliemaatschappij Preem. Nog dit jaar moet worden begonnen met de bouw. Muggen spreekt van een wereldwijde doorbraak . De opening staat gepland voor 2021. Muggen verwacht veel van de nieuwe brandstof, omdat de benzine volgens een nieuwe Europese richtlijn vanaf 2020 een deels duurzame samenstelling moet hebben. Er is een enorme vraag vanuit de markt.
Aanvulling
Muggen beschouwt de olieproductie door pyrolyse als een aanvulling op de verdere ontwikkeling van het elektrisch rijden. Dat is ook belangrijk, maar er zijn ook nog steeds vloeibare brandstoffen nodig voor de lange afstand, voor vrachtwagens en voor vliegtuigen. En voor het gebruik van elektrische auto s is een hele infrastructuur met laadpalen nodig.
Het is volgens Muggen heel goed mogelijk om op de lange termijn auto s volledig op brandstof van houtresten te laten rijden. Dat kan niet van de ene op de andere dag. Daar is de industrie niet klaar voor. Maar elk jaar kan het percentage bio-olie in brandstof wel worden verhoogd. Wanneer de nieuwe brandstof ook in Nederland kan worden verkregen, durft Muggen niet te zeggen. Dat hangt er vanaf hoe snel andere oliemaatschappijen het over gaan nemen.
© Newsroom Enschede, de samenwerking tussen TC Tubantia en 1Twente Enschede, foto: Frans Nikkels