Je kunt je nauwelijks ingewikkelder vragen voorstellen dan die rond uitzichtloos lijden. Al was het maar omdat je die vragen eigenlijk altijd stelt vanuit een lekenpositie: je hebt geen idee wat uitzichtloos precies is. Enschedese schrijfster Dorothée Loorbach waagt zich eraan. Een maand geleden stapte haar vriendin en inspiratiebron Manon (36) uit het leven.
Manon. Zonder achternaam. Omdat zij de naam van haar familie, de plek waar dat lijden begon toen zij een klein meisje was, nog altijd niet wil bezoedelen. Het is kenmerkend voor Manon’s leven en sterven dat, afgaand op Loorbach’s verhaal erover, talloze paradoxen kende. De grootste daarvan is wellicht dat van de weg naar herstel, die haar uiteindelijk naar een zelfgekozen einde voerde.
De worsteling met anorexia leidde tot therapie. “Dat bracht herinneringen boven, waar Manon iets mee moest. Ze leerde voelen.” Volgens Loorbach tot op het punt waarop ze ‘meerdere keren per dag leefde in de momenten die haar zo beschadigd hebben’. “En daar kon ze niet mee omgaan.”
Toch leidde de conclusie dat het trauma te diep zat - na twaalf jaar therapie - ook tot een uitweg. “Toen definitief werd dat ze mocht gaan, was dat voor haar een teken van een stuk herstel.” In haar gesprekken met de Enschedese schrijfster verwoordde Manon dat zo: ‘Ik kon mijn eigen verlangen boven het verlangen stellen van de mensen die willen dat ik blijf.’
Loorbach lijkt die paradoxen op te zoeken omdat die allicht de sleutel zijn om in elk geval iets te begrijpen van wat iemand doormaakt die ondragelijk lijdt als na een trauma. Maar het is meer dan dat: het gaat ook om de vraag of dat voorkomen kan worden. Had Manon geholpen kunnen worden? Wie had dat dan moeten doen? Hoe? En wanneer?
Trauma’s kunnen onherstelbare schade aanrichten, zo blijkt uit Manon’s verhaal. Vraag is wanneer die schade niet meer (helemaal) te herstellen valt. Manon maakte op haar vierde, zo vertelt Loorbach, een bewuste keus om thuis te scheiden van de rest van haar leven. “Ze wilde niet dat de meester een reden had om bij haar thuis te komen; ze wilde niet uit huis geplaatst worden.”
De hulpverleners rond Manon die Loorbach sprak weten dan ook niet of er een moment is aan te wijzen waarop ingrijpen mogelijk was, een moment dat ‘onherstelbaar’ had kunnen voorkomen. Iemand had al moeten zien dat dat meisje van vier twee levens leidde. Dat meisje van vier, blootgesteld aan geweld en seksueel misbruik, had zich dan al open moeten stellen voor hulp.
Manon slaagde erin het hoofd boven water te houden - op het oog ruimschoots; ze was onder meer coördinator vrouwenvoetbal bij FC Twente en barstte van levenslust - door de luiken van haar ziel gesloten te houden. Niemand wist het fijne van wat haar was overkomen. Ze was er, maar ze was er ook niet.
Met ‘Er zijn.’ zoekt Loorbach de stem van iemand die zelf lang geen stem kon vinden, pas toen het voor haarzelf te laat was. “Het was Manon’s droom om een boek te schrijven dat ergens iemand zou kunnen helpen, al was het maar één kind of één ouder of één persoon die in stilte lijdt en denkt daar alleen in te zijn.”
In Manons leven was geen ‘fundament meer om herstel op te bouwen’, zoals Loorbach het omschrijft. Het leidde tot de wens om te sterven. “Maar ze wilde geen suïcide. Dat vond ze te lelijk en te pijnlijk voor haar nabestaanden. Toen het definitief werd dat ze mocht gaan, kon ze zich openstellen.” Er kwam ruimte om het verhaal te vertellen dat nooit was verteld.
Maar ‘Er zijn.’ wordt geen biografie en is meer dan een boek. Een biografie schrijven kan en wil Loorbach niet. “Dat wilde Manon aanvankelijk wel, maar dat is te verschrikkelijk. Voor de lezer maar ook voor mij.” In plaats daarvan heeft Loorbach zich de taak gesteld om antwoorden te zoeken op de vragen die het leven en sterven van Manon oproept.
Loorbach schrijft. De research voor het boek en het schrijfproces worden brandstof voor een maatschappelijk gesprek over dat bredere thema van uitzichtloos lijden, hoopt de Enschedese. Zij krijgt daarin hulp van twee andere vriendinnen van Manon, Ellie van Houten en Wanda ten Bloemendal. “In de hoop dat mensen misschien een stukje Manon in zichzelf zullen vinden waarover ze in gesprek kunnen met iemand.”
Heb je vragen of heb je hulp nodig naar aanleiding van deze video of dit artikel? Neem dan contact op met iemand die je vertrouwt of je huisarts. Of bel met een hulplijn. De onderstaande hulplijnen zijn 24/7 (anoniem) bereikbaar. Chatten kan ook.
Zelfmoordlijn: 0800 - 0113
De Luisterlijn: 088 0767 000
En andersom: in de hoop dat mensen een beetje beter de signalen gaan herkennen van iemand die door het leven is gemangeld en een gesprek durven openen. Ook als het te laat is voor volledig herstel.
‘Er zijn.’ wordt, als alles volgens planning verloopt, gepresenteerd op 23 augustus. Het hele project - boek en platform - draait op financiële bijdragen. Loorbach startte daarom een fondswervingscampagne. Wie wil, kan online doneren.