Andries Heidema, Commissaris van de Koning in Overijssel, vindt de wijze waarop de regering Enschede opdracht gaf om een noodopvang voor asielzoekers te realiseren ongelukkig. “Die aanwijzing heeft natuurlijk een rare bijsmaak”, erkent hij in een vraaggesprek bij het bezoek dat hij donderdag aan de noodopvang op Vliegveld Twenthe bracht.
Demissionair staatssecretaris Ankie Broekers-Knol (VVD) suggereerde in de eerste helft van december vorig jaar dat de regering Enschede, met nog drie andere Nederlandse gemeenten, met een zogenaamde aanwijzing zou gaan dwingen om noodopvang voor 500 vluchtelingen te regelen. Een dag voordat zij staatssecretaris af was erkende zij dat de juridische basis voor een dergelijke dwingende maatregel ontbrak.
“Dat heeft de bestuurlijke verhoudingen onder druk gezet”, stelt Heidema. Zelf had de Commissaris in zijn tweede functie als Rijksheer wel een regisserende rol in de zoektocht naar opvang in Overijssel op vrijwillige basis. Toen dat onvoldoende plekken opleverde, heeft het Centraal Orgaan Asielzoekers met de verantwoordelijke bewindslieden gekeken naar locaties die in potentie geschikt zouden zijn voor de huisvesting van grotere groepen asielzoekers.
“De nood was hoog”, schetst Heidema de situatie in december. “En je wilt niet dat mensen met Kerst op straat moeten doorbrengen. Als de mogelijkheden om op vrijwillige basis zijn uitgeput, moet je wat druk zetten om toch onderdak te regelen. De regering heeft ervoor gekozen om dat op deze manier te doen en daar kun je wel wat vraagtekens bij plaatsen, ja.”
Wat de Overijsselse Commissaris betreft is de beoordeling daarvan een zaak tussen de Tweede Kamer en de regering. Hijzelf heeft daar naar eigen zeggen geen rol in.
Inmiddels heeft de fractie van de Onafhankelijke Conservatieve Liberalen in de Provinciale Staten - een afsplitsing van de fractie van Forum voor Democratie - vragen gesteld aan de Commissaris. De vragen gaan over diens rol in het proces dat heeft geleid tot de gewraakte aanwijzing en de kennis die hij had van de locatie op Vliegveld Twenthe.
Heidema zegt zich de boosheid van het Enschedese gemeentebestuur over het spelletje blufpoker van de staatssecretaris te kunnen voorstellen. Maar noemt hij het ook ‘knap’ dat de gemeente daar overheen is gestapt en de tijdelijke opvang - met hulp van onder meer exploitant van het terrein Vliegveld Twenthe Evenementenlocatie - in luttele weken tijd heeft weten te realiseren.
D66-minister Kajsa Ollongren, medeondertekenaar van de aanwijzing waarmee Enschede zich gedwongen voelde om de noodopvang te realiseren, is nog altijd bewindspersoon en daar dus aanspreekbaar. Dat in tegenstelling tot Broekers-Knol, die met de installatie van het kabinet Rutte-V is afgezwaaid.
Onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt heeft in de Tweede Kamer vragen gesteld. Omtzigt wil weten of met de Haagse bluf over die aanwijzing de Grondwet is geschonden. In dat geval zou er zelfs sprake kunnen zijn van een ambtsmisdrijf.
1Twente heeft een Wob-verzoek over de kwestie ingediend.